754 Aan Pieter Gillis
[Leuven, ca. 6 januari 1518]
Erasmus aan Pieter Gillis, gegroet
Ik wilde dolgraag weten hoe het tussen jou en FranzGa naar voetnoot1. is gelopen en jij geeft maar geen antwoord. Ik zal alle excuses aanvaarden, mits het niet ziekte is. Ik zou niet graag willen dat je zo'n gerechtvaardigd excuus hebt, mijn beste Pieter. Rest het laatste bedrijf over de bekers. Als hijGa naar voetnoot2. volstrekt geen schaamte kent, zal ik die windbuil behandelen zoals hij verdient. Vaarwel en schrijf me.
Als je wilt, open mijn brief aan Afinius en verzegel hem weer, zodat je weet wat ik hem heb geschreven. Als hij me hierna voor de gek houdt, zul je onverwacht nog een scène zien. Nogmaals vaarwel, deel van mijn ziel.
Ik hoor al een hele tijd niets van More. Stuur het zegel als het klaar is.