De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 5. Brieven 594-841

741 Aan Richard Pace
Leuven, [16 december 1517]

Hartelijk gegroet. Ik had op je twee vorige brieven met evenveel brieven geantwoord en met deze derde brief beantwoord ik je derde,^1. maar kort, want ik ben meer dan ooit tevoren in beslag genomen door de studie. Des te meer wens ik jou geluk met die zorgeloze periode van rust, zozeer dat ik bijna jaloers ben op mijn grootste vriend. O jij, meer dan Hercules die een dergelijk monster^2. bedwong en dat nog wel, als iemand dat kan geloven, zonder Theseus,^3. van wie ik hoor dat hij je kameraad is en die ik benijd, als ik zo vrij mag zijn; tenzij

1. Alleen brief 619 van Pace is bewaard gebleven; zie ook brief 732, noot 11.

2. Maarten van Dorp; zie brief 732, noot 11.

3. Thomas More, die evenals Pace tegen Van Dorp had geschreven.

[p. 181]

jij liever hem Hercules en jezelf Theseus laat zijn. Mijn parafrase of, zo je liever wilt, mijn wartaal zul je zien bij Mark,^4. de toekomstige deken van de Sint-Donaas, hoewel ik denk dat ze al lang in omloop is. Vaarwel, zeer geachte Pace, en als de ‘zot’^5. bij je is, groet hem dan even hartelijk als ik hem genegen ben.

Leuven, 16 november.

4. Mark Lauwerijns.

5. Thomas More, hier aangeduid met het Griekse moros, wat ‘zot’ betekent.