707 Aan Henricus Glareanus
[Leuven, oktober-november 1517]
Erasmus aan zijn vriend Glareanus, gegroet
Ik wil in het kort je brief beantwoorden die je op 5 augustus vanuit Parijs schreef, de enige die ik ontving.Ga naar voetnoot1. Ik ben blij dat je naar Frankrijk bent verhuisd en hoop dat je het goed maakt. Parijs zal je meer bevallen naarmate je er meer gewend raakt. Het is hier een prettige omgeving, maar financieel boek ik geen vooruitgang. Als de koninklijke toelage je tot hier kon vergezellen, zou ik graag zien dat je hierheen verhuisde. Jérôme Busleiden, wiens naam je kunt aantreffen bij de dialogen van Lucianus die ik heb vertaald, stichtte bij testament - hij is onderweg naar Spanje gestorven - in Leuven een college waarin de drie talen Grieks, Latijn en Hebreeuws zullen worden onderwezen, met een passende bezoldiging en wel voor het leven. Mattheus,Ga naar voetnoot2. de leraar van onze vriend WolfgangGa naar voetnoot3. en verreweg de geleerdste hebraist, bevindt zich al hier. Ook een Griek zal worden aangetrokken. Als je hier was, zou je hard lachen om Erasmus die dagelijks zeer verheven tussen ‘onze magisters’ zetelt. Mijn zeer geleerde Glareanus, bezoek me in elk geval door me geregeld te schrijven. Ik heb veel naar Bazel gestuurd om te laten drukken. Hier wordt op het ogenblik mijn parafrase van de brief aan de Romeinen gedrukt, een werk dat me meer inspanning heeft gekost dan je zou zeggen. Ik heb al een groot deel van het Nieuwe Testament herzien en wel zo dat het een ander werk zal zijn. Ik zou graag willen dat je me van jouw kant laat weten wat jouw muzen voor plannen hebben. Budé wist niet wie je was, dat maak ik tenminste op uit zijn brief. Het papier waarop je een aantal passages uit het Nieuwe Testament hebt genoteerd, ben ik kwijt. Als er in jouw exemplaar nog aantekeningen staan, geef ze me dan nog een keer door.
Het beste met jou en de jouwen, vriendelijkste van de vrienden.