698 Aan Johann [Poppenruyter]
Leuven, 2 november 1517
Erasmus aan zijn vriend Johann, gegroet
Ik vraag je er voor te zorgen dat deze brief,1. zodra je iemand hebt gevonden aan wie je hem kunt toevertrouwen, naar Neurenberg wordt gebracht, en onze vriendschap niet te laten verwateren. Ik hoor dat je door de vorst helemaal onder goud bent bedolven; mijn oprechte gelukwensen daarvoor.2. Maar ik ben bang dat je jicht krijgt door het tellen van al die duizenden. Men leest het Enchiridion overal en het maakt veel mensen goed of in ieder geval beter. Het mag niet zo zijn, mijn beste Johann, dat alleen wij tweeën, ik die het geschreven heb en jij voor wie het geschreven is, er geen vruchten van plukken. Behandel mijn Duitse bediende3. op Duitse wijze.4. Vaarwel, beste vriend. Wanneer je naar Leuven komt, zul je op het college behandeld worden zoals het daar hoort.
Leuven, de dag na Allerheiligen 1517