De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 5. Brieven 594-841
(2008)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 119]
| |
686 Aan Gilles de Busleyden
| |
Erasmus van Rotterdam groet zijn vriend Gilles de BusleydenEen hartelijke groet, zeer geachte Busleyden. Laten we hopen, nu geen klachten of tranen het noodlot kunnen keren, dat wat aan volgende generaties en aan de onsterfelijke nagedachtenis en roem van je broer Jérôme de Busleyden verschuldigd is, allemaal gaat lukken - wat dit betreft is er in elk geval een goed begin gemaakt. Matthaeus Adrianus is zojuist hier gearriveerd. Hij is Joods van afkomst, maar al lang tot het christendom bekeerd, arts van beroep, een zo groot kenner van de hele Joodse literatuur dat er volgens mij in deze tijd niemand te vinden is die met hem vergelijkbaar is. Mocht mijn oordeel in deze aangelegenheid niet genoeg gewicht bij je in de schaal leggen: alle kenners van die taal, zoveel als ik er in Duitsland of Italië ken, zijn het daarover met elkaar eens. Niet alleen beheerst hij de taal volledig, maar hij heeft zich ook grondig verdiept in de geheimenissen van de auteurs en heeft alle boeken zo paraat als zijn eigen vingers en nagels.Ga naar voetnoot1. Hij is de man over wie Luis VacaGa naar voetnoot2. je onlangs in Brussel sprak. Ik heb aan de theologen hier uiteengezet wat voor een man hij is, en zou niet geaarzeld hebben te garanderen dat hij de enige is in deze tijd om wie we in al onze gebeden moesten vragen. Nu een of andere goedgunstige god hem ons spontaan heeft geschonken, lijkt het onze plicht te zijn het geschenk met alle middelen te behouden. Ik handel niet uit eigenbelang, maar stel mij volledig in dienst van de nagedachtenis van mijn welwillende beschermer en onvergelijkelijke vriend. Ik stel mij in dienst van het algemene succes dat deze tijd kenmerkt, waaraan ik ook zelf, voor zover mijn krachten reikten, zoveel nachtelijke uren heb besteed en nog steeds besteed. Matthaeus is al bij ons, op aansporing van Luis die ik zojuist noemde. Geef je vriend Erasmus instructies, als je vindt dat ik iets kan doen. Het ga je goed. Leuven, de dag na Sint-Lucas, 151[8] |
|