De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 5. Brieven 594-841
(2008)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd662 Van Heinrich Stromer
| |
[pagina 92]
| |
volmaakte geleerdheid; immers, hoe geleerder en welsprekender u bent, hoe bescheidener u zich tegenover mij, een barbaar, opstelt. Maar om ook mijn dienstwilligheid jegens u te benadrukken, ik zorgde ervoor dat mijn zeer illustere vorst,Ga naar voetnoot2. de u werkelijk zeer toegewijde aartsbisschop, u eigenhandig een brief schreef. Zo kort de brief is waarin ik met u spreek, overstelpt als ik ben door vele werkzaamheden, zo lang is die waarmee hijzelf u zal komen opzoeken. Ik zou willen dat u gelooft wat hij schrijft, want bij Zijne Hoogheid spreken mond en hart dezelfde taal. Zijn lippen zeggen wat hij denkt. Vaarwel, sieraad van de wereld en van alle geleerden, houd mij aanbevolen als de luide verkondiger van uw lof. Haastig geschreven te Steinheim op 13 september in het jaar 1517 na Christus' geboorte. |
|