De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 5. Brieven 594-841
(2008)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd661 Van Albert von Brandenburg
| |
[pagina 91]
| |
heid, ons gemeenschappelijk Duitsland bevrijdt van de schandelijke reputatie van barbarij; ja in een tijd waarin u de heilige theologie, van de oude en ware reeds sinds enige eeuwen vervormd tot een nieuwe en onzuivere, in haar oude luister herstelt. Wat kon onze eeuw meer wensen dan dat de manuscripten van het Oude Testament werden gezuiverd?Ga naar voetnoot1. Door uw interpretatie zijn alle smetten afgewist, is alle mogelijke glans toegevoegd. Wat was betreurenswaardiger dan dat we een zo van zichzelf vervreemde, verminkte en verscheurde Hieronymus in handen hadden? U hebt hem weer in de openbaarheid gebracht en als het ware van de dood weer tot leven gewekt. Bravo, sieraad van Duitsland, zeer beminnelijke Erasmus; zo stijgt men tot aan de sterren.Ga naar voetnoot2. Maar laat u vooral niet na iemand die zo over u oordeelt en zoveel genegenheid voor u koestert, te bezoeken, als uw reis u ooit deze kant uit brengt. Gelukkig de dag - als er een voor ons zal komen - waarop we onze ogen op u richten, waarop we aandachtig luisteren naar uw welsprekendheid, waarop we intens aan uw lippen hangen! Voor ons idee zal er immers geen verschil zijn tussen ons en die bewonderaars van Titus Livius.Ga naar voetnoot3. Moge Christus, onze Redder, bewerken dat we ooit in levende lijve een gesprek hebben met hem die wij nu zonder zijn aanwezigheid in zijn boeken bewonderen. We hopen namelijk dat u eens, waar wij al lang om vragen, de levens van enkele heiligen zult opluisteren met die elegante stijl die u zo goed beheerst. Vaarwel, zeer geleerde Erasmus, blijf voor ons behouden en kom ons bezoeken. Nogmaals vaarwel vanuit onze stad Steinheim. Eigenhandig geschreven op 13 september in het jaar 1517 na Christus' geboorte. |
|