De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 5. Brieven 594-841

640 Aan [Gianpietro Carafa]
Leuven, 29 augustus [1517]

Gegroet, eerwaarde vader. Ik heb al eerder aan Uwe Hoogheid geschreven. Als ik geen antwoord verdien, laat mij dan althans weten hoe het met uw gezondheid staat, want het klimaat aldaar,^1. dat even ruw is als het karakter van de bewoners, baart mij zorgen. Ik woon nu temidden van de theologen

1. Carafa bevond zich in Middelburg in het gevolg van Karel v (zie brief 628).

[p. 70]

in Leuven en sta in de gunst in elk geval bij de belangrijkste en, naar het lijkt, bij allemaal. Wat zou ik graag willen dat een vriendelijk gezinde god ons ooit bij elkaar bracht in de tempels van de muzen van Napels!^2. Vaarwel, sieraad van de letteren en de godsdienst.

Leuven, 29 augustus

Erasmus van Rotterdam

2. Zie brief 756.