De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 5. Brieven 594-841
(2008)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd637 Aan Pieter Gillis
| |
[pagina 67]
| |
laar, of via hem aan een ander betrouwbaar persoon. Je moet meester NicolaasGa naar voetnoot2. zeggen dat het me wel aanstaat wat hij zegt over de granaatappel, als tenminste Proserpina en Hecate dezelfde persoon zijn.Ga naar voetnoot3. Athenaeus schrijft in boek vii dat de poon aan Hecate was gewijd - want ik stuitte toevallig op die passage - omdat deze vis erg goedkoop is;Ga naar voetnoot4. ook wordt de poon (trigla) zo genoemd naar het telwoord drie, het getal dat aan Hecate is gewijd. Ik ben nog steeds bij Desmarais. De theologen bespreken ik weet niet wat allemaal betreffende mijn toelating tot hun faculteit.Ga naar voetnoot5. AtensisGa naar voetnoot6. is mij helemaal toegewijd en ook Van Dorp, maar de laatste is wispelturiger dan welke vrouw ook. Ik zal blij zijn met de stoelenGa naar voetnoot7. zodra ik ze zie. Ik stuur twee exemplaren van de apologie,Ga naar voetnoot8. waarvan je er één aan meester Nicolaas moet geven. Stuur me via de FriesGa naar voetnoot9. de laatste Brieven van onbekende mannen, maar ingepakt zodat hij zelf niet weet wat hij draagt. Het ga jou en de jouwen goed, uitzonderlijke vriend. Leuven, de dag voor Sint-Jan. Beveel me op alle mogelijke manieren aan bij de geleerde en vriendelijke arts Hendrik van Lier.Ga naar voetnoot10. Hij deelt me in een vriendelijke brief mee dat de bekers klaar zijn en ik twijfel er niet aan of ze zijn dat inderdaad. Ik kan een geschenk, dat een vriend mij spontaan aanbiedt, niet weigeren; blijft over dat ik moet nadenken over een wederdienst. Stuur ze dus hierheen via Dirk Martens. Nogmaals, vaarwel. |
|