615 Van Johann Caesarius
Keulen, 30 juli [1517]
Caesarius aan Erasmus, gegroet
Meester Georgius,Ga naar voetnoot1. een landgenoot van je en bovendien een uitstekende man, zal je binnenkort komen opzoeken. Hij is al op weg naar Friesland en gaat vandaar naar Brabant en Holland. Ik heb hem een briefGa naar voetnoot2. voor jou meegegeven die wat uitgebreider is dan deze. Martin Gröning (overigens afkomstig van Bremen), is dezer dagen uit Rome teruggekeerd. Hij is het die zich, samen met dokter Johann von der Wyck, niet weinig heeft ingezet voor de zaak Reuchlin. Ook heeft Martin op verzoek van de paus de Augenspiegel vanuit de volkstaal in het Latijn vertaald. Ik vroeg hem hoe de zaak Reuchlin verliep; hij zei dat het uitstekend ging en dat bijgevolg zijn vrienden zich konden verheugen en zijn tegenstanders treuren. En het scheelt niet veel, want toen Hoogstraten onlangs met zijn aanhangers terugkeerde, was er geen spoor van blijdschap of ze verborgen dat heel goed, wat ik niet geloof. Want waartoe zouden ze zoveel moeite hebben gedaan, ‘als deze gisting, deze wilde vijgenboom die van binnen is gaan groeien, niet uit het hart naar buiten mag breken’?Ga naar voetnoot3. Verder wens ik vooral dat het je goed gaat.
Vaarwel. Keulen, 30 juli.