432 Van John Fisher
Rochester [ca. 30 juni 1516]
John, bisschop van Rochester aan zijn vriend Erasmus
Hoewel ik het erg druk heb met allerlei zaken - want ik sta op het punt naar Cambridge te gaan voor het college dat eindelijk wordt gestichtGa naar voetnoot1. - wilde ik toch jouw Pieter niet laten vertrekken zonder een brief van mij. Ik ben je buitengewoon veel dank verschuldigd voor het Nieuwe Testament dat je met zoveel inspanning uit het Grieks hebt vertaald en mij hebt geschonken. Zodra ik op verschillende plaatsen de aantekeningen zag waarin je je mecenas, de aartsbisschop van Canterbury, zeer uitvoerig prijst, ging ik naar hem toe om hem op die passages te wijzen. Toen hij ze had gelezen, beloofde hij veel voor je te zullen doen en spoorde me aan om, als ik je zou schrijven, je over te halen hierheen terug te keren. Ik twijfel er niet aan dat hij, als je dat doet, nog vrijgeviger wordt dan hij tot nu toe al is geweest.
Ik heb naar Reuchlin geschreven. Ik weet niet of hij mijn brief ontvangen heeft, maar ik zal hem in ieder geval opnieuw schrijven, aangezien ik er een van hem heb ontvangen die, tot mijn grote vreugde, uitvoeriger was dan ik verwachtte. Het lijkt mij dat hij van alle nog levende schrijvers wier werk ik heb gelezen, de erepalm verdient, vooral door zijn kennis van duistere zaken die betrekking hebben op de theologie of filosofie. Wat jou betreft, mijn beste Erasmus, zorg goed voor je gezondheid en kom gauw naar ons terug, want je bent bij iedereen welkom.
Vaarwel, vanuit Rochester