De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 3. Brieven 298-445
(2006)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd389 Van Andrea Ammonio
| |
Andrea Ammonio aan zijn vriend Erasmus, hartelijk gegroetMet wat voor zoenoffers moet ik uitboeten dat ik twee brieven van mijn vriend Erasmus pas beantwoord na ontvangst van een derde? Ik wil liever schuld bekennen dan dwaze redenen aanvoeren, hoewel sommige niet helemaal dwaas zijn, naar het mij lijkt. Ik vreesde vergeefse moeite te doen, terwijl ik, hevig verwikkeld in zoveel beslommeringen, erg zuinig met mijn tijd moet zijn; ik verkeerde namelijk in het onzekere waarheen ik moest schrijven aangezien je me immers te kennen gaf dat je, uit afkeer van de walmende kachels, aanvankelijk omstreeks 1 november, vervolgens na de kerstdagen Duitsland zou verlaten, maar dat je nog niet besloten scheen te hebben of je naar Rome zou gaan, hierheen zou terugkeren of dat je je naar Venetië zou begeven. Daarom wachtte ik voordat ik schreef, je bericht af over je besluit. Ondertussen heb ik je, voor het geval je naar Rome zou gaan, warm aanbe- | |
[pagina 199]
| |
volen bij mijn oude beschermheer, de bisschop van Worcester,Ga naar voetnoot1. die daar afgevaardigde is voor de koning. Van hem - en wel zo dat de zuilen zelf van het paleis ervan weergalmden - was je er onmiddellijk achter gekomen hoeveel belang de paus in je stelt: je zou onmiddellijk in zijn hofhouding zijn opgenomen. Als je echter aan Brittannië de voorkeur had gegeven boven Italië, waarom was er dan een brief nodig als we elkaar weer zouden zien? Nu je echter, zoals je schrijft, tot 1 maart of, zoals ik zelf gis, tot 1 mei je vertrek daarvandaan hebt uitgesteld, wilde ik deze moeite nemen. Ziehier dus wat je, denk ik, moet weten. Ik heb drie brieven van de paus - die men breven noemt - ontvangen: twee aan jou geadresseerd in precies dezelfde bewoordingen,Ga naar voetnoot2. en de andere voor de koning,Ga naar voetnoot3. waarin je zeer warm bij hem wordt aanbevolen, zoals je uit de kopie ervan zult opmaken. Ik ben zo vrij geweest, steunend op het recht van vriendschap, de brief aan jou gericht te openen, omdat ik erg graag wilde weten wat voor goede hoop hij bevatte; ik stuur je nu een van de breven met een kopie van de brief van aanbeveling, maar de brief zelf en de andere breve berg ik hier zorgvuldig voor je op. Als je niet hierheen komt, laat me dan weten wat ik moet doen met de aanbevelingsbrief. Je zegt misschien dat je daar tevoren over had moeten nadenken en dat het nu te laat is de brief aan de koning te geven. Maar geloof me, het zal net zo zijn alsof hij gisteren geschreven is. Als er niet met een wissel geld wordt opgeëist, schenkt men amper aan dergelijke kleinigheden aandacht. Bovendien schreef de bisschop van Worcester mij dat Leo zich kostelijk met je briefGa naar voetnoot4. heeft vermaakt en zeer precieze informatie wilde: waar je was, waar je mee bezig was, en of hij dacht dat jij graag naar Rome zou komen en veel andere tekenen van zijn welwillende aandacht voor jou; zich daarna wendend tot enige geleerde en welgestelde mannen, die toevallig aanwezig waren, overhandigde hij hun je brief met zijn oordeel over jouw zeldzame begaafdheid en geleerdheid en iedereen begon je om het hardst te prijzen. Want die oude gewoonte om ‘de geleerden alleen maar te bewonderen en te prijzen bestaat nog steeds,’Ga naar voetnoot5. hoewel onze Leo meer doet: hij koestert en begunstigt hen en in hem ligt voor de geleerden de grootste hoop. Ik zou willen dat je in allerijl naar hem toegaat, gezien de voordelen voor jezelf, maar dat je hier terugkeert, gezien het genoegen dat ik er aan zal beleven. Moge God je genadig zijn, wat je ook besluit. | |
[pagina 200]
| |
Wat Hieronymus betreft, ik twijfel er niet aan dat dat werk alle moeite waard is geweest en ik kijk vol verlangen uit naar de uitgave. Seneca, door jou weer in oude glorie hersteld, is nu hier te koop. Wil je mijn mening hebben? Het lijkt wel of je Apelles hebt geïmiteerd bij het schilderen van Venus.Ga naar voetnoot6. Ik ben erg blij met je Nieuwe Testament en feliciteer je ermee; naar mijn mening is het een waarlijk religieus werk, zo nodig dat het door iedereen moet worden bestudeerd, boordevol talent en geleerdheid en bovenal jou en de paus aan wie je het hebt opgedragen, waardig. Bravo! Dat is de weg naar de roem! Ik wou dat je wat duidelijker was geweest over de droom waarmee de aartsbisschop van York, zoals je zegt, je gelukkig maakte en, naar je meent, de spot met je dreef. Wat die spot betreft, dat kan niet juist zijn, want dat is niets voor die man. Wel weet ik dat hij veel achting voor je heeft, maar er is iets buiten zijn wil en oordeel om gebeurd wat misschien nog verholpen kan worden. Dat is alles wat ik op het moment te zeggen heb over jouw aangelegenheden. Laat ik er nog wat aan toevoegen over de zaken in Engeland. De koningin heeft een knappe dochter gebaard.Ga naar voetnoot7. Je geliefde aartsbisschop van Canterbury heeft met instemming van de koning zijn post neergelegd en de bisschop van York heeft die, na dringend verzoek, van hem overgenomen en doet het heel goed.Ga naar voetnoot8. More is, na zijn missie bij jouw Belgen eervol te hebben vervuld, naar huis teruggekeerd; hij bezoekt nu met mij de rokerige paleisvuren. Hij is de eerste die de bisschop van York zijn ochtendgroet brengt. Pace is zo goed bezig in jullie gebied dat ik denk dat hem zeer veel eer te beurt gaat vallen. Mijn zaken vorderen moeizaam, maar niet slecht, als mijn gezondheid me maar niet in de steek laat. En denk erom, mijn dierbare Erasmus, dat je goed waakt over de jouwe. Londen, 18 februari [1517] |
|