De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 3. Brieven 298-445

378 Aan Andrea Ammonio
Bazel, 23 december [1515]

Erasmus aan zijn vriend Ammonio, gegroet

Deze man, die naar jullie onderweg is als onderhandelaar van Milaan en jullie deze brief brengt, Galeazzo,^1. moet binnen een maand hier terugkeren. Ik zal hier blijven tot 1 maart; schrijf mij via hem, vraag ik je, als er iets is wat ik moet weten. De aartsbisschop van York^2. had me blij gemaakt met een mooie

1. Galeazzo Visconti.

2. Thomas Wolsey.

[p. 181]

droom van een prebende in Doornik; de schande doet mij meer pijn dan het verlies aan inkomsten. Het Nieuwe Testament is bijna voltooid. Het geheel stijgt tot bijna tachtig katernen. Het zal worden opgedragen aan Leo. Pace is hier, maar ik heb slechts met hem gecommuniceerd via een brief. Vaarwel en blijf me schrijven.

Bazel, 23 december 151[7]