De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 3. Brieven 298-445
(2006)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd362 Aan Willibald Pirckheimer
| |
[pagina 160]
| |
de. Nu voegen je brief en de prestaties van je genie dagelijks er iets aan toe. Je bent wel een heel zeldzame vogel in deze eeuw! Je paart een zo uitmuntende geleerdheid aan een zo grote luister van je fortuin en verder aan zoveel vriendelijkheid en menselijkheid dat je er geen bezwaar tegen hebt mij en mannetjes zoals ik in je vriendenkring op te nemen. Thomas More liet me, toen ik juist was teruggekeerd uit Engeland, in Brugge je vertaling zien,Ga naar voetnoot2. want hij fungeerde als afgevaardigde voor zijn koning en zijn volk in mijn land. Over je brief zei hij niets. Hij zei slechts in het voorbijgaan dat er mij een gestuurd was, maar niet door wie. Ik vermoed dat je de brief toevertrouwde aan sir Robert Wingfield,Ga naar voetnoot3. maar het verbaast me dat hij, hoewel hij me dikwijls in Engeland groette en op een dag ook een langer gesprek met me had, er nooit een woord over zei. Ik denk dat je me zo overlaadt met lof - die ik niet, ook al was ik zeer onbescheiden, kan aanvaarden - met de vaste bedoeling dat ik wat meer zelfvertrouwen krijg. Ik word bedolven onder een dubbele last die, elk apart, een Hercules zou vereisen, niet een Erasmus. Behalve allerlei kleinere werkjes, tors ik Hieronymus op mijn schouders én het Nieuwe Testament, dat nu wordt gedrukt. De vrouw die ik je vanuit Mechelen heb aanbevolen, is de zuster van de man aan wie ik het Handboek voor de christensoldaat opdroeg. Het is onlangs in Straatsburg gedrukt. Ik heb er een commentaar aan toegevoegd op de psalm Beatus vir, opgedragen aan onze vriend Beatus Rhenanus; er bestaat geen grotere vriend. Ik zou het deeltje naar je hebben opgestuurd, als mij niet was verteld dat dat al was gebeurd. Deze brief schrijf ik niet alleen bedolven onder een ongelooflijke hoeveelheid werk, maar ook nog eens opgejaagd na een souper door het snelle vertrek van de koerier. Nog een ding: je kunt Erasmus overtreffen in geleerdheid en fortuin, maar in ijver en in liefde zal hij nooit onderdoen voor de onoverwinnelijke Willibald. Zodra de gelegenheid er is - en ik hoop dat dat spoedig het geval zal zijn - zal ik je hele boekdelen schrijven, niet alleen maar brieven. Beatus Rhenanus, waarlijk een vriend zoals Pythagoras wenste,Ga naar voetnoot4. dat wil zeggen mijn ziel, vraagt mij jouw graag aanvaardde groet met rente terug te geven. Vaarwel, grootste roem der letteren. Bazel, laat in de avond van de dag van Sint-Gall |
|