De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 3. Brieven 298-445
(2006)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 153]
| |
355 Van Johann Kierher
| |
[pagina 154]
| |
Daarom vraagt hij, of liever vragen en bezweren wij je, zeer welsprekende Erasmus, indien de tijd en je drukke bezigheden - die zeer zwaar zijn, we weten het - het je mogelijk maken, om deze hieronymiaanse, en voor ons gordiaanse knoop door te hakken, want als je het wilt, kun je dat. Er zijn twee prikkels die je er toe zouden moeten brengen dit, wat zo helemaal op jouw gebied ligt, graag te doen. De eerste is onze grote dankbaarheid voor deze vriendendienst. De tweede is dat je, door deze passage te verklaren, de voze arrogantie van de theologen breekt en die sissende koppen van hen die altijd gekant zijn tegen de betere studies, verplettert zoals Hercules dat deed bij de slang. Als je met ons zeer eerzame verzoek instemt, wat jouw roeping en onze grote eerbied voor jou vereisen, dan hoop ik dat het je nooit zal spijten ons die goedheid te hebben bewezen. Wij van onze kant zullen alles doen wat voor jou van belang kan zijn, wat je maar wilt, als dat binnen ons vermogen ligt. Vaarwel, enig sieraad der letteren, en neem het Kierher niet kwalijk dat hij je durfde lastig te vallen. Je grote bewonderaar, Thomas Truchses, die je een keer voor een maaltijd heeft uitgenodigd, en ook Maternus zouden graag eens wat voor je willen doen. Zij wensen jou gezondheid toe en een lang leven om de letteren te bevorderen. Spiers, 16 september 1515 |
|