354 Van Johann Witz
Sélestat, 15 september 1515
Johann Witz aan de heer Erasmus, gegroet
De man die je deze brief brengt, zeer geëerde Erasmus, verdient het nader met je kennis te maken, enerzijds omdat hij buitengemeen begiftigd is met een goed karakter en geleerdheid, anderzijds omdat hij niets liever wenst dan het gelaat van Erasmus, dat wil zeggen de geleerdste van de geleerden, te aanschouwen. Zijn naam is Icolampadius,Ga naar voetnoot1. wat al aangeeft dat hij niet onbekend is met de Griekse literatuur. Hoe groot eveneens zijn kennis van de theologie is, kan men gemakkelijk hieruit afleiden dat hij zeer geleerde werken schrijft, waarin tegelijkertijd God nooit ver te zoeken is. Daarbij komt nog dat de man een buitengewone kennis heeft van de Hebreeuwse taal. Wil jij hem zo ontvangen dat hij merkt dat de onnozele brief van Witz toch enig gewicht bij jou in de schaal heeft gelegd? Onze vriend Wimpfeling laat je hartelijk groeten. En wees ook zo goed Rhenanus, de Amerbachs en Froben uit mijn naam te groeten. Als ik ook iets over vrouwen mag zeggen, mijn Lucretia, het dierbaarste wat ik heb, groet je. Maar ik zie je al lachen.
Vaarwel, vanuit Sélestat, 15 september 1515