De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 3. Brieven 298-445
(2006)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd352 Van Nicolaus Gerbel
| |
[pagina 150]
| |
Allereerst denk ik dat de mensen, die al wat gevorderd zijn in de Griekse letteren, het je niet in dank afnemen als de kolommen naast elkaar staan, aangezien ze het Latijn niet nodig hebben. Daarnaast zal het beeld, als het alleen in het Grieks is gezet, mooier en acceptabeler zijn. Als je vindt dat dit belangrijk is voor mensen die geen Grieks kennen en voor beginnelingen, dan zullen zij het toch enigszins als een bezwaar voelen als in de rechterkolom de Latijnse tekst er steeds bij hangt. Iemand die niet zo geleerd is, kijkt liever naar wat hij kent, geleerd heeft en begrijpt dan naar wat moeilijk voor hem is of zelfs helemaal onbekend. Daarbij zien we gewoonlijk dat de Griekse tekst, gescheiden van de Latijnse, gemakkelijker wordt opgenomen en beter beklijft: de geest is dan maar met één ding bezig. Het is ook niet zoveel werk om, als je het Latijn met het Grieks wilt vergelijken, een beetje te bladeren, want niet zelden is het vergelijken van de teksten juist vruchtbaarder wanneer het enige moeite kost. Veronderstel eens dat je het werk in dezelfde vorm giet als Aldo deed bij Gregorius van Nazianze,Ga naar voetnoot1. zal dan ook nog maar één geletterde, wanneer hij op reis gaat naar Italië, Frankrijk of Engeland, het Nieuwe Testament meenemen in het Grieks en met, in hetzelfde deel ook de Latijnse tekst, stel dat dat mogelijk is en hij zo'n exemplaar op de kop kan tikken? Dat kan hij niet doen als het boek is erg groot is en van een indrukwekkend formaat. Het zal er ook niet zo fraai uitzien als wanneer de boeken op zichzelf staan, elk schitterend in eigen waardigheid, prachtig in eigen majesteit. Wat is er geweldiger dan dat de geleerden zich niet ergeren aan een steun voor de minder geleerden, en anderzijds de minder geleerden blij zijn als ze ooit die steun niet meer nodig hebben? Ik zou nog veel andere bezwaren kunnen opwerpen, maar ik zie slechts één punt dat jij kunt aanvoeren, namelijk dat het gemakkelijker is het Latijn met het Grieks te vergelijken; mij lijkt evenwel dat dit beter en degelijker gedaan kan worden als iemand eerst het Grieks - en alleen dat - heeft geleerd. Want dan zal men met meer zekerheid vergelijken en duidelijker begrijpen. Je moet de dingen die ik hier aanvoer goed opnemen, zeergeleerde Erasmus. Want ik twijfel er niet aan dat je de kwestie heel wat preciezer hebt overdacht, heel wat behoedzamer tot een besluit bent gekomen en met heel wat meer succes zult voltooien dan wat ik, die weinig of niets begrijp, je zou kunnen aanraden. We moeten er toch nog maar eens uitvoerig samen over spreken, liefst zo gauw mogelijk. Vaarwel en mijn beste wensen, zeer uitmuntende Erasmus, en houd van me. Straatsburg, 1515, 11 september | |
[pagina 151]
| |
Groet namens mij Beatus Rhenanus, die uitstekende en geleerde man, en ook Johann Froben. Ik zal tien ErasmussenGa naar voetnoot2. meenemen, een geschenk van Schürer aan Erasmus. |
|