De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 3. Brieven 298-445
(2006)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 47]
| |
Lukas Klett aan Erasmus, de in alle opzichten grootste geleerde, gegroetVergeef me, Erasmus, als ik uw grootheid stoor met mijn al te ongepolijste geest, maar ik heb even de steun nodig van uw bescherming die overal ter wereld van zo grote betekenis is en overal zoveel gezag heeft. Ik weet hoeveel achting Zasius, de volmaaktste rechtsgeleerde van onze tijd, voor u heeft. Ik zou dan ook graag willen dat u hem niet mij, maar mijn zaak in een brief aanbeveelt. Uw vriend Froben zal u duidelijk maken waarom ik een dergelijke aanbeveling nodig heb. Als u voor dit verzoek, dat ik met een nederig gemoed doe, niet doof blijft, zult u mij door uw grootmoedigheid zo aan u verplichten dat er niets is wat ik voor de grote Erasmus, mijn allervriendelijkste en geleerdste leraar, zou vrezen te ondergaan. Vaarwel, vanuit mijn huis, vol benauwenis en in een maalkolk van zorgen, op de dag van Allerheiligen 1514. |
|