315 Van Jacques Lefèvre d'Etaples
Saint-Germain-des-Prés, Parijs, 23 oktober [1514]
Jacques Lefèvre d'Etaples aan de heer Erasmus van Rotterdam, luister der letteren, gegroet
Gisteren, tegen de avondschemering, kwam de bezorger van deze brief bij me om me jouw groeten over te brengen; ik was daar blij door verrast, maar de vreugde werd nog groter toen ik begreep dat jij nu in Duitsland te midden van drukkers leeft. Het algemeen belang - zoals ik dadelijk begreep - en je enthousiasme om de schone letteren te verbreiden, deden je besluiten Engeland te verlaten, een besluit dat wij erg toejuichen en dat van groot nut voor ons is. Want wat zou jij, zo vol van de schone letteren, anders kunnen doen dan, niet voor jezelf maar ten behoeve van het algemeen, deze letteren verbreiden voor de studies en voor alle leergierigen, en de zon nadoen die voor iedereen is? De zon, zo vol van het helderste licht, houdt dit niet verborgen voor zichzelf, maar laat het schijnen en stort het uit voor alle stervelingen, niet tot eigen nut maar tot dat van hen. Wie kijkt niet op tegen Erasmus, houdt niet van hem, vereert hem niet? Niemand die een goed en geletterd mens is. Laat derhalve Hij die de duur van het leven bepaalt, jouw levensdraad zo lang mogelijk maken zodat je na verdienste op verdienste te hebben gestapeld, pas laat naar gelukkiger oorden vertrekt, de hele wereld aan jou verplicht achterlatend; je zult dan niet alleen een roemvolle naam nalaten bij het nageslacht, maar het heldenleven van de hemelingen delen. Vaarwel gelukkige en leef voor ons en onze eeuw en bemin degene die je vereert en liefheeft.
Vanuit het klooster van Saint-Germain-des-Prés bij Parijs, 23 oktober