De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 3. Brieven 298-445
(2006)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermdJohn Colet aan de heer Erasmus, gegroetBeste Erasmus, ik heb de brief, die je op 29 augustus in Bazel hebt geschreven, ontvangen. Ik ben blij dat ik weet waar je bent en onder welke lucht je nu leeft; ik ben ook blij ook dat het je goed gaat. Zorg ervoor dat je de belofte die je aan Paulus hebt gedaan,Ga naar voetnoot1. nakomt. Ik neem graag aan dat de stad Mainz je zoveel eer heeft bewezen als je schrijft. Het verheugt me dat je ooit naar ons zult terugkeren, maar ik durf dat toch niet te hopen. Over een betere positie kan ik alleen maar zeggen dat zij die deze kunnen verschaffen, niet willen, en zij die het wel willen het niet kunnen. Met je vrienden hier gaat het goed, de aartsbisschop van Canterbury is altijd even goed en vriendelijk, de bisschop van Lincoln heerst nu als aartsbisschop van YorkGa naar voetnoot2. en die van LondenGa naar voetnoot3. blijft mij maar lastig vallen. Ik denk er dagelijks over me terug te trekken en me te verbergen bij de kartuizers.Ga naar voetnoot4. Mijn nestje daar is bijna klaar. Wanneer je bij ons terugkeert, zul je me, voor zover ik nu kan gissen, daar terugvinden, gestorven voor de wereld. Zorg jij dat je gezond blijft, en laat me weten waar je je ophoudt. Vaarwel. Londen, 20 oktober |
|