De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 3. Brieven 298-445
(2006)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermdErasmus van Rotterdam aan Matthias Schürer van SélestatVeel drukkers, Matthias Schürer, houden door gebrek aan literair inzicht en onderscheidingsvermogen de slechtste schrijvers voor de beste of achten, uit winstbejag, het boek waarvan zij het meeste rendement verwachten, ook het beste. Zo zien wij ook in de boekdrukkunst datgene gebeuren wat elders geschiedt: wat werd uitgevonden tot nut van alle leergierigen, gaat door het misbruik van sommigen een ernstig gevaar opleveren. Het lijkt mij dat jij in dit opzicht tweevoudige lof verdient. Ten eerste kies jij, door je buitengewone geleerdheid en je scherpe oordeel, juist datgene wat het meest bijdraagt tot de ware wetenschap; ten tweede laat je door je oprechte liefde voor de schone letteren, met genoegen mijn studies zwaarder wegen dan je eigen geldkistjes, en ben je er alleen maar op bedacht de beste boeken zo goed mogelijk verzorgd uit te geven. Daarom stuurde ik je mijn Copia, een werk dat ik zorgvuldig heb herzien en verbeterd, zodat dit boek, waaraan ik al in Engeland was begonnen en dat daarna niet al te best in Parijs werd uitgegeven, nu het als het ware de oude huls heeft afgeworpen en weer glanst en glimt, onder de gelukkigste voor- | |
[pagina 41]
| |
tekens zijn weg zal vinden naar de mensen in de gelukkige stad Straatsburg. Vind je het jouw pers niet onwaardig, dan zal het een reden te meer zijn voor alle liefhebbers van de schone letteren om het aan te schaffen omdat het uit Schürers drukkerij komt. Men weet maar al te goed dat niets die drukkerij verlaat dat niet door een schrijver met talent is uitgewerkt en door jou met de grootste zorg is uitgevoerd. Ik heb er ook het boek over de Parabolae bijgevoegd. Tot op heden is het nooit uitgegeven, maar het komt tot je uit dezelfde smidse. We wachten allang op de werken van Rudolf Agricola,Ga naar voetnoot1. een waarlijk goddelijk man; iedere keer dat ik zijn geschriften lees, voel ik een grote bewondering en genegenheid voor dat heilige en hemelse genie. Vaarwel. Bazel, 15 oktober 1514 |