De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 1. Brieven 1-141
(2004)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd131 Aan Augustijn Vincent
| |
[pagina 273]
| |
brief werd waarschijnlijk snel na de verhuizing geschreven, aangezien Erasmus nog op goede voet stond met Augustijn. Van tijd tot tijd ontving Erasmus wat steun van hem, en als wederdienst gaf hij hem wat lessen. Hij leende hem ook zijn manuscripten uit, en Augustijn vatte dat op als betaling. | |
Erasmus aan Augustijn, gegroetOm een of andere dokter een plezier te doen, beroof je me dus van mijn enige troost - ik durf niet te zeggen ‘geschenk’ - in mijn ellende?Ga naar voetnoot1. Ik ben zo enthousiast over deze schrijver dat ik, zelfs wanneer ik hem niet begrijp, helemaal opleef en vrolijk word als ik alleen maar zijn werk zie. Overigens lijkt het me zeer onrechtvaardig je te dwarsbomen in een zaak, die weinig om het lijf heeft, vooral in droevige omstandigheden, en daarom stuur ik je een deel van Homerus terug, zodat je die brutale dokter tevreden kunt stellen en ik toch niet helemaal verstoken ben van iedere troost. Want ik leef bij meester JacobGa naar voetnoot2. helemaal alsof ik alleen leef. Ik, arme, kijk dan ook uit naar het moment dat we weer bij elkaar kunnen zijn. Dat zal wel snel gebeuren, want ik hoor dat de jongen al aardig hersteld is. Ondertussen vraag ik je onze vriendschap in gedachten te koesteren door steeds maar brieven uit te wisselen. Ik kan je niet vermurwen me de verzameling brieven te sturen,Ga naar voetnoot3. hoewel het erg belangrijk voor mij is en in zekere mate ook voor jou. Wat Jacob betreft, ik verplicht me met de belofte dat ik hem nog geen letter zal geven, welk risico dat ook met zich meebrengt. Ik heb hem eraan gewend zich niet te bemoeien met wat ik doe. Gegroet en vaarwel, mijn beste Augustijn, en draag ons gezamenlijk lot met je gebruikelijke moed. Je vriend Jacob groet je en omdat hij jouw vriend is, is hij ook de mijne. Ik wacht op de verzameling brieven, zo niet in haar geheel, dan toch in elk geval een paar delen, zodat ik er althans aan kan beginnen. Ik denk dat ik dit werk | |
[pagina 274]
| |
in de tussentijd kan voltooien. Verder zie ik niet wat ik van de rest kan afmakenGa naar voetnoot4. zonder een grote voorraad boeken. Zorg dat het je goed gaat, beste Augustijn. [1499] |
|