De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 1. Brieven 1-141
(2004)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermdFausto Andrelini, hofdichter, aan zijn vriend Erasmus, gegroetIk heb met het grootste genoegen de spreekwoorden gelezen die je me hebt toegestuurd, mijn beste Erasmus. Zelfs een vijandig criticus kan ze, denk ik, alleen maar toejuichen. Zij vermengen het aangename met het nuttige en wel zó, dat zij in ieder opzicht op de bijval van je lezers kunnen rekenen.Ga naar voetnoot1. Je werk | |
[pagina 264]
| |
is zo geestig en zo vruchtbaar, dat ik je niet alleen aanspoor het uit te geven, maar dat ik het zelfs, volgens het recht van de vriendschap, beveel, zodat je niet de indruk wekt al je inspanningen en de publicatie van het boek, waar we al zolang op hebben gewacht, te onderschatten. Je hoeft je niet te bekommeren om de lui die altijd andermans werk afkraken, want het jouwe, dat een niet geringe vreugde en nut zal verschaffen, hoeft geen enkele rhinocerosneus te vrezen. Vaarwel en groet Augustijn Caminade, de grootste ‘helft van mijn ziel.’Ga naar voetnoot2. Parijs, 15 juni 1500 |