De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 1. Brieven 1-141
(2004)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermdErasmus aan Batt, gegroetAls het jou en de jouwen goed gaat, mijn allerinnemendste Batt, heb ik alle reden om blij te zijn. Ik hoop dat het zo is. En ook al weet ik dat je mijn genegenheid voor jou heel goed kent, toch wil ik je er steeds opnieuw van overtuigen dat niemand zoveel geeft om Batt als ik en dat niemand hem meer toegewijd is. Als je van mij houdt en de schone letteren bewondert, ontvang dan deze man welwillend en vriendelijk, zoals je altijd doet; niemand is mij dierbaarder en niemand geleerder. Bij hem gaat die grote geleerdheid samen | |
[pagina 190]
| |
met een zeer grote bescheidenheid, wat in deze tijd zeer zelden voorkomt. De Vrouwe van Veere is verrukt van zijn verstand en zijn bescheidenheid en is bijzonder op hem gesteld. Daarom, als je hem bij deze gelegenheid toont hoeveel achting je voor me hebt, zul je me een dienst bewijzen, die jouw goedheid waardig is en ons allen veel genoegen zal doen. Over mijn toestand heb ik niets te schrijven. Sommige Zoili,Ga naar voetnoot1. die je wel kent, blijven sissen zoals zij gewoon zijn, maar ik hoop dat wij ooit eens aan die klippen kunnen ontkomen. Ik wens jou en je hele huishouden het beste. 1499 |
|