De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 1. Brieven 1-141
(2004)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 170]
| |
79 Aan William Blount, lord Mountjoy
| |
Erasmus aan William Mountjoy, gegroetGegroet, Mountjoy, met je zo juiste naam.Ga naar voetnoot1. Ik had je vooraf toestemming moeten vragen, maar ik heb er de voorkeur aan gegeven achteraf om vergiffenis te smeken. Ik erken het misdrijf; ik heb je vandaag van een les beroofd, maar noodzaak was de reden, en niet onwil. Er zijn nu twee koeriers bij me, die ik allebei een brief moet meegeven. Zorg ervoor dat je de toestand niet omdraait, en mij voorhoudt dat de noodzaak die ik heb aangevoerd, een smoesje is. Want dan zul je me van aangeklaagde tot eiser maken en wat nu hangende is, zal waarschijnlijk en zelfs zeker worden, zodat men gaat onderzoeken wat die noodzaak was. Maar je ziet, ik ben een geslepen advocaat: ik verdedig, nog niet ter verantwoording geroepen, mijn eigen zaak en, zonder dat iemand mij beschuldigt, spreek ik, tegelijk verdediger en rechter, mezelf vrij. Ik wens dat het je goed gaat en dat je de lieveling blijft van de muzen. 1496 |
|