Desiderius Erasmus aan Robert Fisher, gegroet
Je hebt je zin gekregen, Robert, hier is de methode voor het schrijven van brieven, waar je me al zo dikwijls om hebt gevraagd. Maar besef ondertussen wel aan hoeveel beschuldigingen ik me blootstel om aan je wens te voldoen. Want wat zullen de critici zeggen, of zelfs niet zeggen, als zij zien dat ik een onderwerp heb durven behandelen dat al zoveel geleerde schrijvers gewetensvol en wetenschappelijk behandeld hebben? Wil jij, zal men zeggen, het weefsel van Penelope opnieuw weven? Wat zie jij wat de anderen niet hebben gezien? Is het nodig om, na zoveel schrijvers, hetzelfde nog eens of iets van mindere kwaliteit te schrijven? In het ene geval is het overbodig voor studenten, in het andere geval nog schadelijk ook. Ik kan daar duizend argumenten tegen inbrengen, maar ik zal er maar één aanvoeren: dat het mij vrijstaat een bevriend man ter wille te zijn, en dat het degenen aan wie het niet bevalt, vrijstaat het boek niet aan te roeren. Maar ik beloof je dit: ik zal niet treden in de voetsporen van anderen en mijn raadgevingen zullen, zo niet geleerder, in ieder geval praktischer zijn dan de hunne. Niet dat ik het werk van die anderen afkeur, want zij hebben de spits afgebeten - zoals men zegt - en anderen gestimuleerd, maar omdat er onder hen niemand is bij wie ik niet veel facetten mis. Waarom dat zo is, zal ik misschien een andere keer uiteenzetten. Nu zal ik een zo kort mogelijk overzicht geven van wat de theorie, de praktijk en de navolging mij hebben geleerd. Vaarwel.