De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 1. Brieven 1-141
(2004)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 149]
| |
pelde iets over ons beiden, ik weet niet wat. De moeder, om te laten zien dat zij een echte Normandische is, klaagde dat zij voor al het werk dat zij voor mij had gedaan, geen enkele dank had ontvangen. De dochter zei dat jij heel slecht betaald had en dat je de vroegere omgang met haar was vergeten. Wat mij betreft, ik betaal voor een extra dienst het tienvoudige, want ik betaal ze voor het gewone werk een heel hoog bedrag, en zelfs dan sta ik nog in het krijt voor iedere gunst. Als ik zie hoe vrouwen me altijd behandelen, ben ik blij dat ik in het leven beland ben dat ik leid. Als dat door het toeval gebeurd is, is het een geluk, als het na goed nadenken gebeurd is, is het een wijs besluit geweest. Jij hebt een dorre brief waarvoor die dorre vrouw het onderwerp heeft geleverd. Als jij in goede gezondheid verkeert, ben ik tevreden. Wat mij betreft, ik wens en hoop het, want de ziekte begint geleidelijk te verdwijnen. Parijs [1498] |
|