De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 1. Brieven 1-141
(2004)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd59 Aan een vriend
| |
[pagina 140]
| |
Erasmus aan een vriendIk vraag je vriendelijk, dierbare vriend, mij te vergeven dat ik je niet iets meer en iets waardevollers heb geschreven. Geloof mij, ik had het heel graag willen doen, maar als je zo terneergeslagen bent, is het wel erg moeilijk opgewekt te schrijven. Ik heb nog steeds niet tot mezelf kunnen komen, ben ook nog niet tot rust gekomen, maar ik probeer, met de hulp van de muzen, nu toch iets waardevols aan je op te dragen. En opdat je niet denkt dat ik de geringe taak, waar ik ter wille van jou aan ben begonnen, van me af wil schuiven, heb ik me vermand, zoveel ik kon, en heb ik onze kleine DeniseGa naar voetnoot1. nagedaan. Zoals je weet, zingt en danst zij soms in tranen. Als ik weer een beetje tot mezelf ben gekomen, zul je me nooit tevergeefs iets vragen als het in mijn vermogen ligt. In naam van onze vriendschap spoor ik je wel aan je met hart en ziel toe te leggen op de letteren, en er zeker van te zijn dat je daarin veel zult kunnen bereiken. Als je van de letteren houdt, kun je mij niet haten en ik spoor je dus niet alleen in jouw belang aan, maar ook in het mijne. Ik wens je een goede gezondheid. Ik bid dat al je familieleden het goed maken. [1498] |