De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 1. Brieven 1-141
(2004)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd46 Van Robert Gaguin
| |
[pagina 111]
| |
negeer, keur ik je voorgenomen oorlog tegen hen niet af. Ze moeten bestookt worden met al de wapens die je zo vakkundig hebt verzameld, nauwkeurig gooit en energiek slingert Elke raad die ik je hierin kan geven, is overbodig en het zou verkeerd van me zijn iets te schrappen of toe te voegen in een werk dat al af is. Je zet het onderwerp immers bondig uiteen, deelt het fraai in, en behandelt het zeer kundig. De compositie is uitstekend, de uitwerking is charmant en je weet even vurig te discussiëren als Carneades.Ga naar voetnoot2. Eén punt van kritiek, Erasmus, zul je wel van je vriend verdragen. De inleiding is wat te lang en men zal je misschien verwijten dat Batt, die de hoofdrol speelt, lang aan het woord is zonder door een gesprekspartner te worden onderbroken. Zo'n lange tirade is immers vermoeiend, terwijl zij, als je haar varieert door meerdere sprekers in te voeren, de toehoorder opfrist en vermaakt. Ik zou echter niet willen dat je je door mijn kritiek laat leiden. Raadpleeg de schrijvers van dialogen. Men discussieert vaak puntsgewijze over afgebakende onderwerpen en doet dat zelden in ellenlange monologen. Plato kan je tot voorbeeld dienen onder de Grieken, en onder de Latijnen Cicero en enkele latere schrijvers. Maar ik maak me voor jou als masseur belachelijk, als ik de spieren ga verzorgen in de huid van de schone Venus. Het is voldoende als je wegsnijdt wat te veel is en aanvult wat eventueel ontbreekt. Men zou een lange brief, of zelfs een enorme verhandeling moeten schrijven over de glorieuze wapenfeiten van de Fransen in de afgelopen paar dagen. De feiten zijn dat, al meer dan een jaar geleden,Ga naar voetnoot3. koning Karel de Alpen overtrok, snel het gebied van de Liguriërs, de Insubriërs, Etrusken en Latijnen doorkruiste in een veldtocht tegen Campanië en Napels, dat hij koning Alfonso heeft verjaagd en de hele streek heeft veroverd. Hij heeft een prachtige overwinning behaald op zijn vijanden en zijn zaken naar eigen inzicht geregeld in Napels en is toen weer naar Frankrijk vertrokken. De Venetianen, Lodewijk van Milaan en veel andere Italiaanse vorstjes hebben toen een leger bij elkaar gebracht tegen Karel, de overwinnaar, en dachten hem, die hun geen enkel onrecht had aangedaan, de weg af te snijden. Maar het is anders afgelopen dan zij hoopten. Bij Fornova heeft een dichte massa van dertigduizend man zich op de Fransen gestort, maar die is teruggedreven en verslagen. Vierduizend van hun mannen zijn omgekomen, terwijl van de troepen van Karel er veel minder verloren gingen. Op die manier heeft hij zich | |
[pagina 112]
| |
met het intacte leger, en niet zonder schande voor de vijand, teruggetrokken op Asti. Nu houdt hij met nieuw aangekomen troepen moedig stand tegen de vijand bij Turijn. Als je een wat uitvoeriger verslag wilt, zal ik je de brief sturen over deze overwinning, geschreven door iemand die bij de strijd aanwezig was. Vaarwel. |
|