6 Aan Servaas Rogier
[Stein, ca. 1487]
Erasmus aan zijn vriend Servaas, gegroet
Waar ben je mee bezig, Servaas? Want ik vermoed dat je met iets groots bezig bent, waardoor je verhinderd wordt te doen, wat je me hebt toegezegd. Je beloofde immers me zo spoedig mogelijk een brief te sturen, en kijk nu eens hoe vreselijk lang je me al niet schrijft of tegen me spreekt. Wat moet ik daaruit opmaken? Ik heb het sterke vermoeden dat je het of te druk had of over te veel vrije tijd beschikte, en eigenlijk beide: in die zin dat het vaststaat dat je in dat soort vrije tijd verkeert, die helemaal niet zo vrij is, ja, waarin je het drukker hebt dan ooit. Iedereen die vrij is, is gevangen in verlangens, want liefde is de ziekte van een ziel die niets om handen heeft. Daarom zul je iets aangenaams doen, iets dat veel nuttiger voor je is, als je je uit je rust losscheurt en me zo snel mogelijk schrijft. Heb wat meer vertrouwen in mij en behandel mijn mening over je gedrag met niet minder respect dan die van jezelf. Spreek met mij over alles, alsof je met jezelf spreekt; dat zou ik heel erg op prijs stellen. Vaarwel.