Mestreechter spraok, doe zeute taol!

[p. 189]

tekstkritische noten

De volkswijsheid is voor een deel ontleend aan G.D.L. Franquinet (de eerste Jaargangen van de Maasgouw); een gedeelte is door ons opgetekend. Verschillende liedjes en zegswijzen uit deze tweede druk ontleenden we aan een verzameling van de heer H. Loontjes, die zijn verzameling bereidwillig te onzer beschikking stelde.
wouvetendsje = wolvetandje; mun = monden; gevrun = vrienden.

V. Van aw meisters en jóng kinder.

Wie me hij dink en wie me hij dach,
Wie me hij zeet en wie me hij zag,
Wie me hij zingk en wie me hij zóng,
Wie me hij springk en wie me hij spróng.