Groot-Duitsche dichtkunst(1942)–Jan H. Eekhout– Auteursrecht onbekendEen reeks vertolkingen Vorige Volgende [pagina 196] [p. 196] Ik volg u. mijn ziel Ik volg u, mijn Ziel, Waarheen gij ook gaan wilt Te vinden het Goddelijke. Landen doortijgen wij -. Langs harde, kantige wegen Schrijden onze Verlangst-bevleugelde voeten. In de maatlooze ruimten Der eeuwige sterren Ontwaart de verrukking Den gloed der Godheid, Die hel en stil brandend Zich ons openbaart. En wij drinken het licht Met volle teugen, Bóórdvol van haar glans wordt Ons vreemde Zelf. Ik volg u, mijn Ziel, Op de doemende aarde Der wordende dagen -, Volg u over Zondronken weiden -, Naar de toppen der bergen Zich hemelwaarts rekkend, Bezeten van bid-drift Sinds duizenden jaren -, Volg u door wouden, [pagina 197] [p. 197] Groen schemerend -, volg u Door de diepste ravijnen -, Volg u over de Bruisende zeeën, Deìn met u Over golven van onrust, Van leven. Overal Volg ik u. Ik volg u, mijn Ziel, Waarheen gij ook gaan wilt, Te vinden het Goddelijke: In alle menschen, Naakten, gekwelden, In keetnen geklonkenen, Dorrenden, stervenden-. Ik volg u aldoor. Zie, deze zijn als Gestorte zuilen Van eenmaal heilige Templen der goden: Nutteloos liggen zij Hier en ginder, Scheppingen nog Uit des Meesters hand. Ik volg u, mijn Ziel, Waarheen gij ook gaan zult, Volg u - in u. [pagina 198] [p. 198] In dompe stilten Huist gij, in zonlooze Kamers van armoe, Van bijtende zorgen En nuchtere dingen -, Huist gij - met mij! Hoe menigkeer dwing ik u Laster te spreken, Als ik te zondigen... Door poelen van wellust Sleep ik u, Heerlijke, Logen te dienen En helsch te haten En zoo bevlek ik uw Reine handen En sneeuwblank gewaad... Wie, Ziel, staat ons bij? Gij -, Ik volg u Tot de eindlijke bron der Zuiverheid, blinkend Ginder ter verte, Ter hooge verte... IJlen wij, Ziel, De Liefde thans tegen, De alles verzoenende Liefde van God! Heinrich Lersch Vorige Volgende