Groot-Duitsche dichtkunst(1942)–Jan H. Eekhout– Auteursrecht onbekendEen reeks vertolkingen Vorige Volgende [pagina 84] [p. 84] Gemeenschap Waar één man denkt, ontspringt een kleine vonk en Waar velen denken wordt een stralend licht. Eén droppel water kan de dorst niet drenken. Eén zaad baart niet genoeg graan voor de zicht. Eerst als het ééne rijpte in millioenen, Dit ééne ons allen machtig draagt en drijft, Staan onze daden zwaar van rijke waarden, Bouwen wij 't werk dat eeuwen, eeuwig blijft. Waar allen één zijn wordt geluk geboren, Bloeit, breed, en hoog, de geest dien 'k goddelijk roem, Ballen zich blanke krachten hecht te samen, Voor altijd delgend duisternis en doem. Waar één schrijdt wordt het voetspoor snel gewischt en Waar duizend schrijden kan geen spoor vergaan En daarom rijen wij schouder aan schouder En de door God Verkoorne voert ons aan! Onbekende Oostenrijksche dichter Vorige Volgende