Dagboek 1878-1923. Deel 3: 1911-1918
(1971)–Frederik van Eeden– Auteursrechtelijk beschermd[1914]nieuwjaarsmorgenStil, matig vriezend weer. Emerentia - de tragédie der onzeekerheid. Dat is nu mijn eerste arbeid voor dit jaar. ▫ Voorts moet ik de zesde bundel Studies gereed maken. ▫ Een of twee zangen voor Schijn en Weezen schrijven. ▫ Dan komt Sirius III. Tenzij eerst nog een van de twee drama's ‘Het Skelet’ en ‘Irene's ballingschap’. ▫ Een tocht naar Oostenrijk in Januari/ verder geen digtbij liggende plannen. Ik ben vertrouwend en tevreeden. Gisteravond was ik stil en somber, omdat Truida moe en ooverwerkt was, en daardoor prikkelbaar. Van morgen kwam Upward. Ik verwachtte een geestige, gedistingueerde Engelschman en er kwam een Duitsch professor, zonder tanden, die naar tabak rook en een wollen vest droeg. De eerste indruk viel niet mee. Maar daarmee blijft hij de geniale schrijver toch. | |
[pagina 1351]
| |
Soms is hij wreed en grof - soms ook zacht en goedhartig. Vooral met kinderen. ▫ Zijn denkbeeld van een exterritoriaal tehuis voor de Koninklijken is hetgeen mij 't meest origineel en opmerkenswaard toescheen. Wij zouden dan een eigen volk vormen, met eigen wetten. ▫ Wij aten bij Jacob de Haan. ▫ Upward gaf zijn voorneemen te kennen rooken en wijndrinken af te schaffen. Ik zeide dat ik ook nog niet toe was aan mijn ‘last move’. Hij heeft het manuscript van zijn beste werk ‘Immortality’ vernield. Uit bitterheid. ‘Als ik het niet had gedaan/ had ik mijzelven vernield. Ik voelde geen uitweg tusschen zelfmoord of het manuscript vernielen.’ ▫ Hij heeft een zeer militante, zelfs bloeddorstige en wreede neiging in zich. Hij beroemde er zich op twee neegers in Afrika weegens roofmoord te hebben doen ophangen. Hij is gaan vechten teegen Turkije in den Griekschturkschen oorlog van 1897. Hij sprak van Palaestina verooveren, door 1000 vrijwilligers, - wat de Zionisten hadden kunnen doen. Hij wilde een oase bezetten en verdeedigen met Maxim-kanonnen. | |
vrijdag 9 januariIk was zeer gedeprimeerd toen ik in Amsterdam moest spreeken. Ik bad, toen ik in het wachtkamertje alleen zat. Ik wist wel dat het goed zou gaan, maar ik was diep-neerslachtig en innerlijk onrustig. Het ging toen juist bizonder goed, ik sprak met groote kracht, en het sloeg in. Er waren 550 menschen, de zaal was vol, en ik moet de voordracht herhalen. Bij Upward voelde ik mij relatief jong, veerkrachtig, frisch, energiek. ▫ Maar er koomen nu en dan waarschuwingen, mijn oogen zijn nog niet beeter, soms voel ik de congestie weer sterk in mijn hoofd. In Deventer, Brielle - en in België en Oostenrijk heb ik wel zin. Daar zie ik niet teegen op. | |
[pagina 1352]
| |
Ik sprak in Deventer en logeerde bij dominee de Boer. Een lief gezin met twee aardige meisjes en een Transvaalsch meisje: Schutstal van Woudenberg. Ik schreef het memorandum voor de Order of Genius. Zou er eens uit al die pogingen niet iets groeien? De jonge Noorduyn was bij mij. Wel goed en welgezind, maar ik vrees te week en te zwak voor wat hij wil. | |
zondag 18 januariGent. Zeer koud. ▫ In het groote, kille, ongezellige huis van den oogarts Speleers. ▫ Gister in het weelderige, smakelooze en leelijke huis van den schilder Arseen Kennes. ▫ Eergisteren in Briel, bij den kalkfabrikant van der Walle. Een groot, oud kleinstadshuis, ook niet mooi, maar huisselijker dan hier. En een paar menschen waar men zich beeter thuis voelt, lieve, echt Hollandsche menschen. Fijner, inniger, gevoeliger. ▫ Hier in België zijn ze zeer geestdriftig, ik word behandeld als een grootheid, men applaudisseert als ik binnenkom en zoo voort. ▫ Maar ik ontmoet niemand met wien ik bevriend zou kunnen worden, en toch heb ik daartoe veel neiging, te veel zelfs. De Noord-Nederlanders en Scandinaviërs hier steeken af bij de Belgen, door hun dieper en fijner geestes leeven. Ik sprak Max Rooses in het museum Plantijn, en Pol de Mont in het schilderijen museum. ▫ Het Plantijnhuis is mooi en smaakvol - waar is die goede smaak gebleeven? Het deed me denken aan het mooie Goethe huis in Frankfurt. Goethe in Weimar woonde zoo mooi niet. Daar was de oude pracht al weg. ▫ En hier is het droevig - dit leelijke woonhuis, te midden van die schoone oude gebouwen. Ik zag telkens teegen het spreeken op. Toch ging het goed, vooral in Antwerpen. ▫ Des avonds nog lang met den katholieken Speleers gepraat. Ik voelde dankbaarheid dat ik niet zooveel vernuft noodig heb als hij om mijn leevenshouding te verdeedigen. | |
[pagina 1353]
| |
vrijdag 23 januariStrenge vorst, mooi weer. ▫ Eergister een mooi ijstochtje naar Neederhorstenberg. De reis naar Weenen een paar dagen uitgesteld. De reede in Amsterdam een groot succes. Zelfs de pers was vriendelijk. Met Truida bij Walborg gegeeten. Een lief briefje van Aagot, het zieke dochtertje van Valborg. ▫ Giza was er, en Wijdeveld en zijn vrouw, en Valborg en Genna. Bloemen op mijn lessenaar van Mary van Eeghen en Valborg. | |
Freitag 30 januariWeenen, Hotel Dungl. Eindelijk, eindelijk ben ik weer uit den neevel, uit de schaduw, en voel als vroeger, in mijn besten tijd. ▫ Volkoomen gezond, rustig, krachtig - innerlijk vrij en tevreeden. Tot nog toe was er steeds een achtergrond van zorg en weemoed. ▫ Maar ik ben veel gevorderd bij vroeger. Ik spreek beeter en bereik meer. Ik vorm ook hier een kleine gemeente. Ella is gekoomen - Maja is ze door Heller herdoopt - en ze is mij lief en nuttig. Helpt me in 't voorbereiden van mijn voordrachten. Ik voel me weer geheel in de ruime waereld, uit alle provinciale benaauwdheid. En dat wordt van mij verlangd, dat is duidelijk. Dat zegt mij de druk en de angstige weemoed. ▫ Nu voel ik weer de verligting en de rust, nu ik actief ben in mijn hoogste werksaamheid. Gisteren voordracht bij Heller in zijn kleine zaal. Dankbaar gehoor. Daarna souper met een sympathiek gezelschap. Loes Kann Jones en haar tweede Jones-man. Professor Freud was er, de Gombrichs, Wassermann de roman-schrijver, een oude sociaal-democraat, een kuriositeit, verder Walter von Molo en zijn vrouw, Ellie Heim een vriendin van Ella, die ook met Heller bevriend is - een prettig, vroolijk, geestdriftig gezelschap. Ik voelde recht gelukkig. | |
zaterdag 31 januariWeenen. ▫ Gisteren ging ik met Ella naar Emmy Heim, en onderweg en daar was alle schaduw voor 't eerst sints langen tijd volkoomen weg. Ik voelde ligt-geroerd, de tranen kwamen spoedig - want nu wist ik eerst hoe lang en diep ik er onder gezeeten had, hoe veel ik geleeden had. Alles | |
[pagina 1354]
| |
was nog zoo teeder en gevoelig. Maar het was heerlijk. ▫ Emmy Heim zong voor ons. Het merkwaardigste voor me was, dat ze eenigen tijd na mijn binnenkoomen, als gedachteloos die paar maten van Chopin speelde die mij reeds maanden door 't hoofd klinken en die ik niet kwijt kan raken. Hoe kwam ze er toe, uit al die duizenden maten muziek juist die enkele te kiezen? Het roerde me zoo heevig dat ik haar verzoeken moest op te houden. ▫ Ze zong Mahler, Bach, Brahms en Wolff en ik vond haar stem inniger en sympathieker dan die van Juul Culp. Ze lijkt wat op Juul, en is ook Joodsch. Ook de stem lijkt er op. ▫ Ik hoop haar in Holland te krijgen, om Mahler te doen verstaan. 's Avonds at ik in 't hotel Regina, met de Jones' en met Freud. | |
2 februariZaterdag morgen bezoek gehad van de la Faille en juffr. Plato. Hij een Hollandsch journalist, zij zangeres. ▫ Bij de ‘Jugend Kultur’ geweest, waar de jonge menschen zich zelfstandig trachten te ontwikkelen, zonder de ‘Verwachsene’ zooals zij hen noemen. Er was veel geestdrift en ik sprak hen toe, waarschuuwend en opwekkend. ▫ 's Avonds bij de Gombrich's waar we heerlijke muziek hoorden, en waar Frau Maya groot succes had. ▫ Gisteren, Zondag, zagen we het Kunsthistorische Museum, met Emmy Heim en een jonge dichter Reinhard. Daarna aten we bij Freud. Een allerliefst gezin, beschaafd en fijn, een zuivere, voorname sfeer. Wij zagen zijn prachtige collectie antikiteiten, en zijn boeken. Men kan Freud niet waardeeren als men hem niet persoonlijk bij zijn familie gezien heeft. Hij is een eedel type, een goed mensch. ▫ Des avonds waren we met Heller en Gombrichs in 't Theater, zagen Androcles en de Leeuw van Shaw. Er was een prachtige figuur in, uitsteekend vertoond - de Androcles zelf. Het goedhartige bescheidene kleermakertje. Dat is een creatie. Maar ergerlijk was de half komieke half pathetische behandeling van groote, ernstige dingen als de Christen vervolgingen. Jammerlijk. ▫ Het is een vroolijke, heerlijke tijd. Steeds strenge vorst, maar ik slaap goed en ben geheel gezond. | |
[pagina 1355]
| |
aant.
| |
4 februariLaatste dag in Weenen. ▫ Gisteren met Emmy Heim gegeeten in het Italiaansche restaurant. Daarna naar Schönbrunn. In Tivoli koffie gedronken onder veel vroolijkheid. Emmy is zoo geestig en leevendig. ▫ De voordracht 's avonds in de loge slaagde zeer. Stampvol. Heller hield een geestdriftige tafelreede op mij aan 't souper. Het was goed gemeend maar niet prettig. ▫ Het Weener publiek is demonstratief, roept bravo en klapt gaauw - ook onder 't spreeken. Maar eenigszins onrustig waren ze - niet zoo ademloos als in Antwerpen b.v. - en dan waren ze op eenmaal weer dol geamuseerd door een miserabele komiek, een oude grappenmaker. | |
vrijdag 6 februariHomburg. ▫ Woensdagavond de laatste voordracht. Ik was smoorverkouden door de neevel en de kou en de bedompte hotel-sfeer en café-sfeer. Ella en ik aten nog bij de Gombrichs die allerliefst voor ons waren. Dr. Gombrich stuurde Ella een groote doos met bonbons en veel bloemen. ▫ Ik vreesde schor te zijn, maar het liep goed af. Ik sprak voor de Freie Schule. Ik werd weederom zeer in de hoogte gestooken. Het was vol en een zeer dankbaar publiek. Frau Gombrichs liepen de tranen oover de wangen. ▫ Na afloop hadden wij in het hotel een klein afscheidsmaal, met de Gombrichs/ Heller en Emmy Heim. Gisteren morgen om 6 uur op, om half acht afgereisd. De dag was spoedig om, 's avonds om 10½ uur hier. ▫ Vandaag eindelijk weer zon gezien en | |
[pagina 1356]
| |
frissche lucht genooten. Een prachtige wandeling gemaakt door bosch en oover de heuvels. ▫ Nu ben ik alleen in huis. Ella en Paul moesten naar een souper. Ik ben dankbaar voor de rijke week. Ik ben blij dat ik den moed vond om mij niet te laten weerhouden en op mijn leiding te vertrouwen. Zeeker: Ella is Maja. Maar ook Gods Maja. Voor mijn lieve vrouw blijft haar schoonheid verborgen. Maar ik zie ze, en laat mij niet weerhouden de schoonheid lief te hebben, waar ik die erken en onderga, zooals hier. | |
donderdag 12 februariWalden, in de hut. ▫ Een moment van diepe vreede. Buiten is het zoel en alles herinnert mij aan verleeden jaar, aan Paul's ontwaken. Ik ben uitgerust van de reis, en sliep eenige nachten heerlijk. ▫ Ik ben volkoomen voldaan oover mijn tocht naar Weenen. Ditmaal voel ik, iets buitengewoons, iets blijvends, iets van werkelijke beteekenis te hebben gesticht. Van Weenen begint voor mij de victorie. Amerika was schuim, daarbij vergeleeken. ▫ Ik gevoel mij innerlijk vrijer en ruimer en digter bij God dan ooit. Ik ben wèl den goeden weg gegaan deeze maal. Ik was verheugd weer thuis te zijn, alles was in orde, er waren nagenoeg geen bezwaren. De geldzorgen, hoewel nog niet weg, zijn dragelijk. Maar ik trad wat forscher op teegen Truida, die zoo weinig doet om het mijn moeder hier aangenaam te maken. Het staat nu toch aan haar om al de oude wrok en wreevel te ooverwinnen. Hoe veel hartelijker kon ze zijn, voor het oude mensch - en hoe veel liever zouden toch de meesten zijn in haar geval. ▫ Ik maakte mij gister boos - maar met reeden. En ik mag niet toegeefelijker zijn, hoeveel verdriet het mij doet. Ik denk steeds aan de Jugend-Bund. Dat zou het wonder zijn dat mij tot de laatste verheffing kon brengen. Voor zulk een zaak kampen tot mijn dood, dat zou een waardig einde zijn. Ik corrigeer de proeven van Sirius, Hollandsch en Duitsch. Het boek bevalt me - vooral in 't Duitsch. | |
[pagina 1357]
| |
aant.
Ik lees von Molo's Schiller, met bewondering en voldoening. Eindelijk een die mij erkent - en toch zelf iemand is van groote kracht. Ik begon de Gardener te vertalen. | |
woensdag 18 februariHeeden weer leezing in Amsterdam. Ik voel beeter en opgewekter dan de eerste maal. Ik schrijf Schijn en Weezen III 3e zang en dat doet me goed. ▫ Als dat af is, zal ik aan het drama toe zijn. Ik moet nog oover Freud schrijven en oover Hollandsch Proza. ▫ Ook de brochure ‘De Republiek der Neederlanden’ wil ik dit jaar schrijven en ik denk oover een ‘oproep aan de jeugd.’ ▫ Sirius is goed. Ik heb nu moed voor het 3e deel. | |
donderdag 19 februariEr is toch een groote blijheid in me. Hoewel ik gisteren, vóór de voordracht, zeer somber was - en ook niet zoo voldaan was bij 't spreeken. Ik krijg lange brieven van een zeekeren literator Heyting, die mij al mijn jeugdzonden voor houdt. ▫ Ik ben verwend door mijn buitenlandsche vrienden. Die plaatsen alles, begrijpen alles, vergeeven alles - terwille van het positief goede wat ik hun breng. Maar ik wil niet meer dan recht is. | |
[pagina 1358]
| |
waereld-orde. ▫ Ik kan mij een waereld denken, schijnt het mij, waarin die onbegrijpelijkheid niet bestaat. Ik voel nog innerlijke onrust. - Geldzorg veroorzaakt dat dikwijls. 't Eevenwigt is labiel. | |
zondag 1 maartGister avond muziek gehoord. Het a capella koor van Averkamp. Het was mooi - op een paar dingen na. Vandaag ben ik in allerslechtste conditie. Ik zou voor de groene Jeugd schrijven - maar kwam er niet toe. Alles stokt en ik zie alles van mezelven leelijk. Een brief van Lee oover het Upward-project, typisch Lee. Hij is alleen vervuld met zijn succes. Upton is ‘not good-natured enough to suit him.’ ▫ Hoe scherp staan toch twee schrijvers in een land teegenoover elkaar. ▫ Maar Upton is toch verreweg de eedelmoedigste en de geniaalste van de twee. ▫ Lee is de typische ‘wit’, de letterkundige. Upton is een volkoomen mensch. | |
[pagina 1359]
| |
Het solipsisme dat zoo drukt als onontkoombaar, moet dus schijn zijn, een droomtoestand. Droom-toestanden hebben ditzelfde eigenaardige dat ze onontwarbaar, onoplosbaar zijn door hun onvolkoomenheid. Alleen het ontwaken brengt de oplossing. Maar in den droom gelooft men ook niet aan ontwaken, men zegt: ‘ik ben wakker’ en begrijpt toch dat er iets ontbreekt, men weet niet wat. | |
dinsdag 10 maartHet heeft veel gereegend. Nu N.W-wind, wolkig, koel. ▫ Ik schrijf een oopen brief ‘aan de vrije jeugd.’ Ik lees Molo's Schillerroman. Het is nu zoo duidelijk dat kunst niet anders is als de toenadering tot de groote, volmaakte waereld-harmonie. In kunst verheugt ons hetgeen anders droevig en leelijk is. De grootste kunst is die welke het meest tragische omvat. Zoo begrijpen we dat alles, ook het ergste en leelijkste, als harmonie kan gevoeld worden. ▫ De ‘muziek der sterren’ krijgt dan een reëele beteekenis. En het denkbeeld dat het eigenlijke weezen aller dingen spel en dans is, wordt minder vreemd. ▫ Schoonheid, vreugde, spel, dans, muziek, ritme - alles expressies voor werkelijkheid. ▫ Maar alles gevoel, en gevoel dat onbeschrijfelijk is - en oneindige tijd samenvat in Nu. Dit na het concert van Schäfer. Hoe kan één brein zooveel muziek zoo vast in zich opneemen. Het is een oneindigheid van nootjes, die alle naauwkeurig moeten herinnerd worden. ▫ Het ritme ontleent zijn schoonheid aan de herinnering van ander ritme, - soms juist aan herhaling. Het terugkeeren van een thema is schooner dan het eerste inzetten er van. En ook is er een vóórvoelen bij, van wat koomen gaat. ▫ Dat is dus samenvatten van verleeden en toekomst, in nu. ▫ Dit is het gebeuren dat steeds toeneemt, zooals het in onze menschelijke ontwikkeling steeds toegenoomen is. | |
donderdag 12 maartAfschuwelijk weer, koud, regen en sneeuw. ▫ Innerlijk is het ook droevig. Ieder doet altijd wat hij voor 't beste houdt. Ik zou teegen geen verloochening opzien als ik menschelijke zeekerheid had dat het goed en nuttig was. Maar iets moois te verloochenen omdat het mooi en aangenaam is dat heeft geen zin. De waereld is reedelijk en wij kunnen niet absurd handelen. Alleen voor het beetere en mooiere zal ik het goede opgeeven. En het kan | |
[pagina 1360]
| |
aant.
Martha woont in een huis dat van Janssen hoort, haar inboedel is verpand aan Jolles, alles tot dekking van de door mij gemaakte schulden. Nu is een schilderij van Van Gogh - dat ik indertijd mee kreeg uit Parijs - dat in dien boedel hoorde voor f 14000 verkocht. Daarmee zou de inboedel geheel afgelost zijn. Maar Martha wil ook Betsy er mee betalen die 12000 verloor op Walden. En ze wil zelf maar f 1000 ooverhouden. Wat een complicatie! ▫ Het wordt waarlijk tijd dat de menschen niet meer om geld denken. Wat een verlies aan tijd en energie! | |
20 maartNikolassee, bij Gutkind. Mooi, frisch weer! ▫ Ik heb weer de opgewektheid die mij hier altijd bezielt. Het is zonnig en vol leeven. ▫ Ik ging Vrijdag naar Deventer en sprak's avonds oover Materialisme, in den trein ontmoette ik Lorentz, wij reisden samen en hadden lange gesprekken. Oover Freud en zijn werk, oover het bestaan na den Dood. Lorentz dacht er aan zooals hij dacht aan een flaauwte die hij gehad had. Zoo moest doodgaan zijn. Ik zei dat hij zich niet de flaauwte kon herinneren - als niets - maar alleen het voor en na. Lorentz sprak ook in Deventer en Groningen en we reisden Zaterdag weer samen. Ik sprak voor een zeer volle zaal in Groningen, waar 100 menschen terug gestuurd werden, en werd zeer gehuldigd. Men stond op toen ik door de zaal ging. Ik reisde oover Leer en Oldenburg, Bremen en Hannover naar Berlijn. Daar waren Ella en haar man aan den trein. Maandag ging ik naar de comedie en zag Pygmalion/ een aardig stuk van Shaw. Dinsdag at Ella bij de Gutkinds en het schoot goed op. Ik ben blij weer in deezen kring te zijn. We zullen nu toch wel iets uitrichten. We vormen het plan voor een bijeenkomst in October. Sirius II is verscheenen. Woensdag avond sprak ik met den uitgeever Baron, in 't Café des Westens. Hij wil het Theater in Berlijn hervormen. We zagen een echte ‘Kientopp’. Prachtig lokaal - zeer inferieure voorstelling. Gisteren in 't Kaiser Friedrichmuseum/ in 't Aquarium, en in 't concert in de Gedächtniskirche. | |
[pagina 1361]
| |
's Avonds hoorden wij een rede van Dr Rudolf Steiner. Een stampvolle zaal met uitgeleezen publiek. De reedenaar een joodsch-jezuïet van uiterlijk - een ergerlijke rhetor, een volkoomen leege holle reede. Impressie hoogst ongunstig. Erhabener Quatsch. ▫ Wat hunkeren de menschen naar leiding en hoe laten ze zich imponeeren, het scheen me ongeloofelijk dat men hier de humbug niet zou zien. | |
zaterdag 21 maartGisteren geluncht met Walter Rathenau en Freiherr von Marshal dien ik ook in Coblenz ontmoet had. Ik sprak twee uuren met Rathenau. ▫ 's Avonds bezoek van Dr Max Scheler en zijn vrouw. Het plan begint meer en meer vorm te krijgen. Heeden, Zaterdag, weer geluncht met Rathenau in de Kaiserliche Automobil Club. Gek, dat iets goeds uit die omgeeving zal koomen. Er waren ook de Gutkinds, Freiherr von Marshal en Rang uit Coblenz. ▫ Het was een diep en geanimeerd gesprek dat drie uuren duurde. ▫ Intusschen nam het plan al vaster en vaster vorm aan. Ik zag de zaak voor mij, toen ik rustte op de sofa, in de Victoriastrasse, het ouderlijk huis der Gutkinds. 's Avonds bij Buber gesoupeerd, met de Gutkinds. De vrouw is sympathiek en interessant, toch heeft de atmosfeer er iets drukkends, omdat ze zoo ego-centrisch zijn en geen belangstelling toonen in anderen. | |
maandag 23 maartGoed voorjaarsweer. Gisteren met de Gutkinds en de Landrat Freiherr von Marschall von Bieberstein naar Grunau geweest in de Gartenstadt van Adolf Otto. Het was een leerrijke dag die spoedig omvloog. Er was ook een Herr und Frau Federn, een donkere Oostenrijker/ uitgeever in Parijs met een eigenaardig mooie vrouw die beeldhouwster is. ▫ Wij zagen de Gartenstadt, het werk van de dappere Ottchen, die jaren lang gevochten heeft teegen land-speculanten en ooverheeden om zijn beginsel, de grond aan de bewooners, door te zetten. Het geheel maakte een prettigen indruk. De leuke, bleeke, scherpzinnige Otto en zijn zachte, lieve bescheiden en verstandige vrouw. ▫ Von Marshall, de Landrat, zette zijn denkbeelden uiteen van spaardwang voor de jeugd om daaruit de wooning kosten te bestrijden. Een aardige discussie, waarbij ook de Oostenrijker uitneemend meesprak, en de drie vrouwen attent toehoorden - van tijd tot tijd de kinderen helpend. ▫ 's Avonds in 't concert in de Philharmonie. | |
[pagina 1362]
| |
Van morgen heevig oorsuizen. Ik zie nu wel vooruit dat ik zoo niet doof, dan toch hardhoorend word, eeven als mijn vader en Lady Welby. Tot nu toe hoor ik nog scherp, maar ik weet hoe die dingen gaan. Ze zijn therapeutisch onbereikbaar. Van morgen stelde ik het plan op. | |
woensdag 25 maartInteressante dagen. Een soort krachtproef. Rathenau tracht zich feitelijk van mij meester te maken. Gister praatte hij twee uuren teegen Gutkinds en mij - op 't laatst waagde hij brutale aanvallen, betreffende Rang - een kletsende provinciaal, zooals hij zei - waarbij hij echter zichzelf geheel blootgaf. ▫ Later, in de Victoriastrasse, gesprek met Rang. Deeze voegde een merkwaardige randbemerking aan ons plan toe. We praatten tot 10½ uur. ▫ Ik sliep des nachts heerlijk en voel van morgen veel beeter. ▫ Ik voelde het als een zaak van autokratie, ik mag mij niet onderschikken. Ik moet handhaven. | |
zaterdag 28 maartHeerlijk weer. Ik ben blij en tevreeden te huis. Het gaat alles goed. Walden is nu ordelijk en bevreedigend. In Berlijn liep de zaak zóó: wij spraken Woensdag met Scheler. Gutkind bleef zijn antagonie teegen Rathenau volhouden, maar ik herzag mijn indruk en bleef er bij hem aan te houden. Scheler sprak zeer gematigd en welwillend oover hem. Ik sprak toen Rathenau nog weer een uur alleen en werd in mijn voorneemen versterkt. Ik moet alleen mijn eigen positie vast en solide maken, dan is er geen gevaar. ▫ Er moeten feitelijk twee kernen zijn, een ideëele en een practische. En ik alleen blijf het verband tusschen die beide. | |
[pagina 1363]
| |
Wij aten bij Erwin, Gutkinds broeder, en hadden 's avonds nog een zeer interessante conversatie met twee Japanners. Vooral Oesami is een beminnelijk, leevendig, schrander type. Wat hij zeide oover de geestelijke leer van Ju Jitsu toont dat wij in Europa nog niets van die zaak begrijpen. ▫ Ik sliep zes uuren in den nachttrein en was gisteren zeer wel en opgewekt. 's Avonds naar het concert met moeder, die bizonder goed en opgewekt is. Het was zoo heerlijk weer thuis te zijn bij mijn lieve vrouw. Ik bracht haar Bach's Notenbüchlein, dat ze heerlijk vond. ▫ Fijne eenvoud is haar weezen. Zoolang ze liefderijk en zelfbeheerst is, dan is ze superieur aan het Duitsche grovere pathos. | |
zondag 29 maartIk droomde van Japan, en terwijl ik de haardracht der Japanners bekeek, dacht ik er aan hoe de eeuwenlange gewoonte van afscheeren geen invloed op den groei had gehad. (Dit teegenoover Freuds beweeren dat men eigenlijk niet denkt in den droom). ▫ Ik ben nu zeer gelukkig en tevreeden op Walden. Het weer is zoo mooi, de prettigste tijd van 't jaar. Er bloeyen zooveel viooltjes, de narcissen en crocussen koomen uit. Daarbij is er nu eindelijk verligting van zorgen. Alles is nu goed onderhouden en ziet er netjes uit. Mijn moeder voelt zich bizonder wel en gezond, en was eergisteren met me op 't concert. De kindertjes en mijn lieve vrouw zijn mij zoo dierbaar. Van morgen zaten we in de zonneschijn vóór moeders huisje. ▫ In huis veel bloemen, bloeyende kers, ribes en wilgenkatjes. | |
[pagina 1364]
| |
Ik was Woensdag op een vergadering van de vrije jeugd-bond in Amsterdam. ▫ Een jeugdig sociaal-democraat toonde zich al als afschrikwekkend voorbeeld van de partijgeest. De Christelijke jongeling was veel ruimer en verdraagsamer. Vrijdag ben ik 54 geworden. Holdert en Jaap de Haan was bij ons, en mevrouw de Jong met haar dochters aan de koffie. Er waren veel bloemen en het was alles rustig en genoegelijk. Heeden - Maandag 6 April - begint de depressie. Neuskatarrh, storm, onmacht tot werken, enz. | |
maandag 13 aprilHeerlijk zoomerweer. Tweede Paaschdag, wij zitten buiten. ▫ Ik ging Woensdag avond naar Brussel en logeerde bij advocaat Rutgers. Den volgenden dag zag ik de stad, het museum met oude schilderijen, 's middags bezocht ik juffrouw Veer de Vere, een oude kennis van de Rijndam waarmee ik naar Amerika ging. Ze ging met mij een Tango-thé zien, en we deeden een rijtoer in de stad. ▫ 's Avonds sprak ik oover Tagore, maar ik was niet tevreeden. Het was een te chic en te mondain publiek. Ik heb liever een volle zaal met allerlei. Ik werd onthaald en met champagne befuifd, maar ik ken dat slag heeren, met een boel pretzucht, weinig uitzicht, en een klein beetje in een hoekje gedrukt idealisme. ▫ ‘Toch verheffend weer eens mooie taal te hooren’ enz. ▫ Er waren oude schoolkamaraads van me, nu dik en populair. De gezant was er/ een beetje een geemelijk aristocraat. Verder de Hollandsche Club - een echte. Sommigen spraken oover Indië en Egypte en dat interesseerde me. Er waren ook goeden bij. De Bosch Kemper, Hoynk van Papendrecht, enz. Zaterdag sprak ik voor G.G.B. in Amsterdam. Dat beviel me beeter. Het plantje groeit waarlijk op. Wij Hollanders houden vol. Gisteren verheugde mij een brief van Molo en van Gutkind. Het zal toch slagen, onze Blut-Bund. Het is een heerlijk gevoel. Imago is een boek vol bittere ironie. Een boek zonder genade en toch liefdevol. De leiders van de Jugend Bund zijn gearresteerd en de Bond verbooden, in Weenen. Maar in Amsterdam marcheert de zaak, teegen het drijven der S.D.A.P. in. | |
[pagina 1365]
| |
aant.
Gisteren waren we in Zeist, om de oude tante de Ruyter de Wildt op te zoeken. Het was een aardige tocht, als altijd met mijn lieve vrouw, zoo genoegelijk. En door 't voorjaar werd het kleinste tuintje een paradijs. ▫ Wij spraken af één dag in de week te vasten. Maar dan ook streng, en den gewonnen tijd, anders aan het maal besteed, nu voor beeter te gebruiken, voor den tuin, voor muziek of voor lectuur. Ik kreeg een brief van Rang. Ik las Lodge's Reede voor de British Ass. oover Continuïteit, en schreef hem een brief er oover. | |
zondag 26 aprilDe lucht is zeer koel, maar het is stil en zonnig. Van nacht werd het veulen Suze gebooren. De twee moeder varkens loopen met twaalf bigjes in de wei. Alle werksaamheeden vlotten goed en Walden is ordelijk en bedrijvig. Dat verheugt me. Ik lees Swante Arrhenius ‘das Werden der Welten’ en het vervult mij | |
[pagina 1366]
| |
aant.
Ik vertaal Sadhana, en schreef mijn oopen brief aan de vrije Jeugd af. ▫ Nu heb ik een rustig opgewekt gevoel en hoop in vrijheid aan het drama te kunnen werken. Bij Buber vond ik - in zijn mooi boekje Daniel - de twee gedachten van mijzelven: de Richting, en de Zeekerheid. ▫ Maar Buber vindt - terecht - het hoogste in de onzeekerheid, het gevaar. Maar de richting zelf is toch weer een zeekerheid. ▫ Het drama zal zijn oover de Zeekerheid. | |
dinsdag 28 aprilHet is vandaag mijn tweede vastendag. Op de eerste kreeg ik hoofdpijn en was ik zeer neerslachtig. Toen at ik toch een broodje om 5 uur. Vandaag voel ik geen hoofdpijn, maar ik ben wel zeer neerslachtig. Bevreesd - voor al wat mij wacht, niet het minst voor de onsterfelijke toekomst. En toch, terwijl ik het opschrijf verdwijnt de vrees. Maar dit is zeeker dat alle vreugde en rust, om tot hooger te koomen, weer moet ooverslaan tot angst en onrust. Gisteren hoorde ik dat de bakkerij nog steeds verlies opleevert en van daag springt voor de tweede maal de machine kapot. Deeze dingen zijn genoeg om mijn neerslachtigheid compleet te maken. ▫ Ik moet gaan denken dat die bakkerij moet opgegeeven worden. Van avond vergadering. Ik heb nog geen woord van mijn drama opgeschreeven, maar ik studeer in Chr. Huyghens, in Arrhenius en vertaal Sadhana. ▫ O, o, de machteloosheid, als een op het rad gebonden, die de beul ziet naderen. Vast gebonden, vast. ▫ Ik ga vaak naar het kerkhof en denk aan Paul. Van nacht droomde ik van hem, hij was terug - maar moest weer weg. | |
woensdag 29 aprilGisteren begon ik aan mijn drama. Het drama der Onzeekerheid. Na de vastendag van gister ben ik heeden in goede conditie. Gisteren zeer somber. Vooral het bemerken van de groote intellectueele macht en kennis van anderen drukt mij dan. Deeze maal was het Christiaan Huyghens, de mathematicus, astronoom, die zulk vlot latijn, fransch en Hollandsch | |
[pagina *59]
| |
| |
[pagina *60]
| |
| |
[pagina 1367]
| |
schrijft. Wat een kop! Dan heb ik moeite met mijzelven tevreeden te zijn, en den troost te vinden dat het niet enkel in geleerdheid zit. ▫ Ik had, met wat meer inspanning, ook latijn en mathesis grondig kunnen leeren - maar dan waren mijn diepe gevoelens niet zoo ontwikkeld, denk ik. ▫ Ten koste van intellectueele vastheid heb ik mijn gemoed doen groeien. | |
zondag 3 meiVoorige dagen droog, winderig, koud en zonnig. Vandaag windveeren, teekenen van verandering. De Mei zet groen en zonnig in. Alle boomen zijn al in blad, de seringen bloeyen en de brem. Gister in het mooie Haarlemmer Hout-park. Ook in het Hals museum met Valérie. Ik kan van mijn drama geen juist beeld maken van de 17e eeuw. Dat is ook mijn bedoeling niet. Ik geef een ideale 17e eeuw - zooals Claudel een ideale moyen-âge - om mijn hoofdgedachte te kunnen uitbeelden. Ik heb mij niet aan het historische te houden. Dat raakt mij niet, en kan ik ook niet, omdat mijn belangstelling in andere richting gaat. Ik lees nu boeken oover Oud-Holland, maar ze interesseeren mij niet genoeg. Ik vind maar nu en dan iets bruikbaars. Maar ik wil dóórwerken. Het moet. Het leeven buiten den tijd - na het lijfs-afsterven - moet altijd nog den schijn hebben van in den tijd te zijn, omdat wij ons nog niet verder ontwikkeld hebben. Alleen zullen we wonderlijke ondervindingen hebben, verbijsterend - teruggaan of schijnbaar voortvliegen van tijd en herinnering. Eevenals we sensueele aandoeningen zullen hebben, zonder zintuigen. We moeten in het eeuwige, tijdelooze, langsaam groeien, zooals we in dit leeven langsaam gegroeid zijn. En het begrip ‘langsaam groeien’ sluit weer tijd in. Het moet alles ‘droomachtig’ zijn. Soms zie en voel ik het juichend heerlijk. Soms beklemt het me met grooten angst. Maar mijn Kosmos kan niet vergaan, en het is alles veel grooter wonder dan het grootste wat ik wenschte, als klein kind. | |
dinsdag 5 meiReegen W. wind. ▫ Ik kreeg het boek ‘Letters from ▫ living dead man’ van Elsa Barker. Het kwam als een antwoord op mijn laatste notities in dit boek. Als dit niet echt is, dan is 't een wonder, een geniale fictie. Maar het moet wel echt zijn. Dit is niet te bedenken, juist omdat het iedereen | |
[pagina 1368]
| |
aant.
| |
donderdag 7 meiReegen. ▫ Door het boek van Elsa Barker was ik gisteren diep gelukkig. Ik werk langsaam en gereegeld aan mijn drama. Ik ben rustig en vertrouw op mijn Leider. Ik vertaal ook Tagore, en in Berlijn gaan de preparatieven voor de conferentie voort. Er zijn bizonder veel nachtegalen dit jaar. Gister avond kwam een stoornis. Maar ik ooverwon die spoedig. Er is nog geen heldere droom geweest. Als altijd is 't voorjaar niet rijk aan heldere droomen. Ik zou gaarne Mr. X. oproepen. | |
vrijdag 8 meiStormachtig. ▫ Gisteren bericht van Bjerre dat de Zweeden meedoen. Ze zullen de villa huuren en de gasten bekostigen. Nu zal het dan toch doorgaan. Ik was er zeer mee vervuld en 't hield mij zelfs uit den slaap. Mevrouw Bolding, de voordraagster at bij ons, en ook Dirk Schäfer. 's Avonds gingen we naar haar voordracht. De inleiding was niet bizonder, maar ze sprak goed en heeft ‘orenda’. Er is vuur en leeven in haar. Alleen het transcendente ontbreekt, maar daarom is ze juist een goede schakel. Ze las Adama van Scheltema o.a. zeer goed. Het onaangename van hem nam ze niet weg, maar ze deed hem toch recht, door haar geloof in hem. | |
dinsdag 12 meiKoud en nat. ▫ Gisteren een wandeling met Schäfer, naar Ankeveen. Hij is ons een lieve gast, zoo goed en eenvoudig. Hij speelde heerlijk. De Ernste Variationen van Mendelssohn. En van morgen het Adagio van Beethoven waarbij ik zat te schreien. Ik ben gelukkig en tevreeden, ondanks de kou. Ik las Schäfer uit de Broeders voor. Het gezelschap van Royaards speelt nu een stukje van mij, de Student thuis, en het kreeg een goede pers. Dat wil zeggen dat er kentering is, en dat nu Royaards wel moed zal vinden voor mijn latere stukken. Ik dacht oover het astraallijf als datgene wat de organisatie van ons stof- | |
[pagina 1369]
| |
felijk lijf bewaart. Het astraal lijf is ook stoffelijk, maar in oneindige verfijning, misschien vierdimensionaal. ▫ Het is hetgeen de suggestieve geneezing moogelijk maakt. ▫ Het vervult ons geheele lichaam, is een dubbel van ons lichaam, en houdt alles bijeen. ▫ Het is ideoplastisch, brengt de macht der ideeën oover op het stoffelijk lijf in alle lichaamsdeelen. ▫ Het gehoorzaamt dus de suggestie, in alle uitersten, tot in vingers en haren en nagels toe. ▫ Door het astraal-lijf, niet langs de zenuwbanen, bespeuren we of een drank of voedsel goed voor ons is. Als we moe zijn, smaakt thee of wijn onmiddellijk beeter, nog vóór we slikken, dus eer er van eenige chemische werking op maag of voedingssappen sprake kan zijn. Dat doet het astraal-lijf. ▫ Het astraal-lijf voelt de aanweezigheid van water, en beweegt de wichelroede. ▫ Het astraal-lijf geeft het gevoel van algemeen welbevinden, van moeheid en rustbehoefte. Bij neurose geeft het door het onrustgevoel de stoornis in onze functies te kennen. ▫ Is het astraal-lijf zwak en slecht werkend, dan ontstaan alle ziekten, de weerstand teegen ziekten verzwakt dan. Vooral de kanker houd ik voor een gevolg van de slechte werking van het astraal-lijf. Dan heeft het geen voldoende macht oover alle cellen, en dan zijn er cellen, die geprikkeld door innerlijke aandrift (libido sexualis) of uiterlijke wrijving, tot opstand koomen en anarchistisch zichzelf propageeren en voortwoekeren. Eevenals psychisch de libido zichzelf versterkt, uit het verband breekt en ontbindend werkt, als de zelfbeheersching verzwakt. ▫ Kanker is een plaatselijk anarchisme der cellen. ▫ Het eenige middel om kanker te voorkoomen zou zijn: geestelijke training en oefening, waardoor de tucht in het organisme behouden blijft. Dus b.v. vastendagen, oefeningen in weerstand teegen kou, teegen ontbeering, teegen teleurstelling. ▫ De kanker komt weinig voor bij de Oost-Aziaten. Veel bij de voorspoedige Westersche volken, die geen geestelijke tucht kennen. Ze komt bij vrouwen meer voor dan bij mannen in de sexueelc tijd, later weer meer bij mannen in maag en leever. Dus blijkbaar onder invloed der natuurdriften, voortplantings- en voedingsdrift. Recidief wordt bevorderd door neerslachtigheid. | |
[pagina 1370]
| |
hebben meer dan de helft van het jaarlijks inkoomen verslonden. En nog zijn er groote reekeningen te betalen, nog f 900 rente en f 500 belasting. ▫ Hierdoor werd ik bitter gedeprimeerd en ik kon ook niet voort met mijn drama. Ik zag alles droevig en mijzelven een nul. De weemoed is dan uiterst intensief, dor en schraal. Het ergste is dat dan ook de toekomst zonder glorie schijnt. | |
dinsdag 19 meiLeelijk weer. ▫ Gisteren een ellendige dag. Alles zie ik dan graauw en leelijk. Ik weet beeter, maar ik voel louter misère. En het groote raadsel is dan dreigend, schrikwekkend. Dan voelt men zich een machteloos werktuig in de handen van wreede despooten. Dat is alles dom, ik weet het: Der Weise ist glücklich, sonst ist er nicht weise
schreef mij een Duitscher (Krommes uit München).
Ik wist dat ik door te vasten mijn depressie zou doen toeneemen. Maar ik deed het toch en zal het weer doen. Eens moet ik toch immers voor goed vasten, - en daar moet ik toch ook teegen kunnen. Elke stijging vereischt een daling. | |
maandag 25 meiKoud. N. wind. ▫ Ik dacht gisteren oover het veroorzaaken van gallen, tumoren, door wespensteek. In dit raadselachtigste van alle biologische verschijnsels moet ook het astraal-lijf zijn invloed hebben. Het is een celwoekering, die precies beantwoordt aan de eischen van de larve die er in | |
[pagina 1371]
| |
aant.
| |
woensdag 3 juniKoud, 52o. ▫ Ik heb bijna één bedrijf af van ‘de Heks van Haarlem.’ Het werk is mij aangenaam, en ik voel de macht er nog veel meer te maken. Het is een ‘drama oover de onzeekerheid.’ Maandag zag ik ‘Opstanding’. De gegeevens van Tolstoy zijn altijd zuiver en goed. Ethische schoonheid. Maar de franschman heeft er weer te veel tooneeltrucs van gemaakt. Het tweede groote ongeluk met de Empress of Ireland maakte mij droevig. Ik vrees dat het mij op zeereizen beklemmen zal. | |
dinsdag 9 juniPotsdam. Nu wel! - de lucht is zoel geworden, ik baadde in het meer, de sfeer is vol accaciageur. Rang en Bjerre zijn in 't hotel Einsiedler te Potsdam. Van morgen een weldoend goed gesprek met hen op een bank in 't stadpark. ▫ Potsdam is vol soldaten, paarden, kanonnen. De wachtparade speelt. Het heeft cachet. ▫ Mijn kamertje met uitzicht oover 't meer bevalt me. En ik verheug me om met mijn lieve vrouw naar Italië te gaan, in 't najaar. | |
woensdag 10 juniGisteren morgen wandelde ik met Gutkind naar Potsdam en wij spraken Rang en Bjerre, op een bank in 't stadpark. Een goed, aangenaam gesprek. ▫ Des namiddags kwam Däubler. Een groote, zware kaerel, met een Andreas Hofer kop, in een zwart gekleed pak. Ik voelde niet dadelijk vrij met hem, | |
[pagina 1372]
| |
maar later sprak hij veel en toonde een hooge cultuur, veel kennis, en een vrij en ruim oordeel. ▫ Daarna kwamen Buber, Rang, Bjerre en wij spraken tot elf uur 's avonds. Voornamelijk spraken Rang en Buber en dit gold hun toenadering. Rang de protestantsche Geestelijke en Germaan, Buber de Jood - en het einde was dat Rang en ook Buber diep bewoogen waren, opstonden en elkander kusten. Dit was een zeer plechtig oogenblik, en wij allen voelden een hooge wijding. Maar het was zóó, dat ik zelf verheugd en gelukkig was, om het feit - maar niet - zooals de aanweezige Duitschers - door Rang's woorden diep getroffen. Daarvoor sta ik, eevenals Bjerre, te ver van dergelijke verschillen. De geweldige beteekenis voor den Germaan van zulk een verzoening kon ik niet voelen. Voor mij is Germaan of Jood vrijwel een onverschillige vraag. En Rang's bekentenis, dat hij het Christendom als iets slechts had afgeschud, vond ik interessant maar niet roerend. ▫ Het feit zelf echter, van deeze ontroering en toenadering der anderen, die ik zag, maakte mij buitengewoon gelukkig en verheugd. Van nacht was echter mijn droom nog niet gunstig. Er stond een groot, oud, invalide paard in mijn woonkamers. Des morgens echter was ik zoo gelukkig dat ik schreide in mijn bed. ▫ Daarbij kwam dat Buber voorstelde mij met voldoende autoriteit te bekleeden om te beslissen wie al of niet tot onzen kring zou worden toegelaten. En dit werd niet bestreeden, het sprak als van zelf. En ik voelde niet dat dit mij bezwaarde. Er was een gelukkige stemming van vertrouwen. Er liet zich niets aanzien wat moeyelijkheeden zou brengen. De vraag of de vrouwen der uitgenoodigde mannen zouden worden toegelaten werd niet door allen gelijk beantwoord. Enkelen vreesden daardoor verlaging en moeyelijkheeden, omdat veele uitneemende mannen onmoogelijke vrouwen hadden. Ik meende dat men dit bezwaar trotseeren moest, en de echtgenooten uitnoodigen - zoowel de man van een uitgenoodigde vrouw, of de vrouw van een uitgenoodigde man. Hiermeede behield ik het ooverwigt en de beiden, die er teegen waren geweest, Rang en Buber, gaven toe, verklaarden zich oovertuigd. ▫ Met meerderheeden behoefden we niet te werken, alles ging als van zelve. ▫ Het was zóó, dat ik waarlijk met vuurig verlangen zal uitzien naar de bijeenkomst van deezen herfst. | |
[pagina 1373]
| |
aant.
Den volgenden morgen - Donderdag - weer gesprekken in het park, met Bjerre, Rang en Däubler - ditmaal oover de vrouwen-kwestie. De oplossing was deeze dat de echtgenooten wel zouden meekoomen, maar niet deelneemen aan de eigenlijke zittingen. ▫ Des middags kwam Borel, en wij vergaderden om zes uur in 't Savoy Hotel. Dit was de laatste, en meest belangrijke vergadering. Lucy Gutkind was niet meegekoomen, omdat de vrouwen kwestie besprooken werd, en ze voelde daar niet bij te willen zijn. Ik zag echter dat het haar verdriet deed en ze schreide. ▫ Op de bijeenkomst van den kring bleek dat er geen antifeminisme bestond. Men wilde vrouwen in den kring, maar niet als echtgenooten van hun mannen, maar als vrije persoonlijkheeden. Toen sprak ik voor Lucy Gutkind, maar men vond haar niet aanneemelijk als lid. Ik handhaafde en sprak van heengaan. Het was een kritiek oogenblik. Maar wij vonden de eenheid, die bedreigd scheen, weer terug - en wij drukten allen elkaar de hand. Het is waar dat het aantal plaatsen gering is, en het getal beperkt moet blijven. Daarna ging alles vlot. Forte di Marmi werd eindelijk algemeen aangeweezen, en ik werd getroffen door de mooyen naam, het Marmerfort, dat het marmer voor Michel-Angelo beschermde. Bij 't uiteen gaan voelden wij allen dat iets zeer groots en bizonders was gebeurd, een sterke eenheid geschapen, die onvernietigbaar is. ▫ Het Marmer-fort. De witte, sterke vesting - behoedend de koomende prachtgestalten. ▫ Buber wees op het nieuw geschapene: den Kring, en ik erkende dat dit geen abstractie was. Ik heb den kring lief. Ik was voorzittende, en kreeg opdracht naar Parijs te gaan en Romain Rolland te spreeken. ▫ Als nieuwen werden genoemd: R. Dehmel, Stehr, Mommbert en Margaretha Susman de schrijfster van vom Sinn der Liebe, en Barlach. ▫ Borel woonde voor 't eerst een vergadering bij. Het was een plechtige en zeer ernstige bijeenkomst. ▫ Oover geld werd niet gesprooken. Het is reeds van zelf gekoomen en kan geen beletsel meer zijn. | |
[pagina 1374]
| |
zaterdag 13 juniWat gebeurd is, is zoo groot en machtig, zoo iets geweldigs, dat het den adem beneemt bij 't herdenken. ▫ De zéven menschen vormden elk een sterke, onaantastbare persoonlijkheid - en toch hebben ze een eenheid gevormd, een nieuw weezen geschapen, dat nog veel sterker is dan een van allen. En niemand heeft iets verlooren. Allen hebben gewonnen. ▫ Als ik de zeeven naga, in mijn herinnering dan zijn ze elk eeven beteekenisvol, eeven sterk - en elk vult weer de anderen aan. De fijne, teere, subtiele maar sterke Buber, met zijn vasten blik en zachte oogen, iets weeks en fluweeligs, en toch diep en scherp. De rabbi, maar zonder het enge, de filosoof maar zonder de dorheid, de geleerde maar zonder eigenwaan. Dan de reus Däubler, met den kop voor Dürer, het geweldige lichaam, de vloeyende, rijke welspreekendheid, half Luther, half Andreas Hofer - een Romaansche Germaan, een correct mensch zonder vormelijkheid, blijmoedig, beslist, gedecideerd, vol kennis en ervaring, een kunstenaar wiens fout in zijn te groote forschheid ligt. Daarnaast de bedachtsame, zwijgende Bjerre, met het hooge, machtige Germanen voorhoofd, de zachte, bijna kwijnende stem, de vaste, verlangende, diep-oprechte oogen. Ieder had hem lief hoewel hij het minste sprak van allen. Zijn gevoelen en oordeel zijn van de hoogste vastheid en onafhankelijkheid. Dan Rang, de blonde Christelijke Germaan, hartstochtelijk, liefdevol, vuurig, met een welspreekendheid die soms stokt van oovergroote ernst, die altijd het diepst waarachtige zoekt, en met rijke, oorspronkelijke beelden plastisch en emotioneel werkt, en niemand onverschillig laat. Daarnaast Landauer, de beste reedenaar van allen - de zachte, tengere, vriendelijk-geestige man, het schrale, zwakke uiterlijk van den geestelijk leevende idealistische jood en waereldhervormer. Maar in die liefdevolle zachtheid een ijzeren oovertuiging, een koele, scherpe blik, een onverbiddelijke waarheidsliefde. Daarnaast Gutkind met de wonderbare kop, de groote oogen, die aan Frederik den Groote en aan Goethe doen denken, het reine, eedele gezicht met een beminnelijke leelijkheid, schraal en tenger van lijf, vuurig van geest, diep van gedachte - met nog onvolkoomen uitings vermoogen, de jongste en minst zelf-beheerschte van allen, maar misschien de liefdevolste. Achteraan, als nieuweling, de half-Chinees Borel, met het eenigszins | |
[pagina 1375]
| |
monster-achtig gezicht, waarop de spooren van meenig doorstreeden démonen-strijd - maar fijn-ontfankelijk, door hart en intellect voor alles wat er voorviel. En ikzelf - half diep deemoedig en mij onwaardig voelend half glorierijk trots en mij volkoomen op mijn plaats achtend - een kind dat zich als volwassene en eerwaardige hoort toespreeken. En oover allen zweefde de geest, de geest Gods, - de geest van vrijheid in gebondenheid, van deemoed in trots, van rijkdom in armoede. ▫ Die heeft ons samengebracht, en in deezen voelden wij ons allen sterk en veilig. ▫ Zooals Bjerre zeide, het verstooren van deeze eenheid zou een katastrophe beteekenen. ▫ Ik voel nu eerst de ernst en de beteekenis van het gebeurde zoo duidelijk, dat ik tot dit inzicht kom, eevenals Bjerre, dat ik mijn vrouw de last niet nog zou willen opladen, en het genoeg vind als de man ze alleen draagt. De vrouw mag hem het dragen verligten. ▫ Dit geldt ook andersom, als de vrouw lid werd van den kring. ▫ Ik zou nu zelfs zeggen: echtgenooten moogen niet beiden lid zijn. Vooreerst omdat ze elkaar toch verteegenwoordigen, en geen twee plaatsen moogen inneemen waar weinig ruimte is. En dan omdat het oordeel van den echtgenoot niet zuiver is, en deeze sexueele verbinding een geheel andere is dan de ooverige verbindingen, en daardoor reeds in deezen kring niet hoort. Borel speelde gisteren avond Bach. Een klein stukje (uit de concerten van Vivaldi) dat hij ‘vallende tranen’ noemde. Misschien het mooiste wat ik ooit van muziek hoorde. Geen muziek meer, transcendentale muziek, Übermusik - die ook de Oosterling zou verstaan. | |
zaterdag 20 juniZoomerweer, heerlijk. Veel roozen. ▫ Gisteren een heerlijke dag in Noordwijk met Ella en Paul. ▫ Gebaad, naar en van Piet Gijs gevietst, en gewandeld. Veel zon en licht. Ik hoor niets uit Potsdam. Maar de indruk blijft onveranderlijk sterk. Ik leef er op. Maandag 15 Juni gingen we bij heerlijk weer in de auto naar Freienwalde. Een mooie gunstige dag, waarin mijn goede opinie van Rathenau gansch bevestigd werd. ▫ Heerlijk vond ik den aanblik van de met roozen versierde tafel, op het terras onder de kolommen. Een aanblik van fijne, smaakvolle weelde. ▫ Ook het fraaie huis, met al de herinneringen aan de 18e eeuw en koningin Louise, keurig bewaard en onderhouden - zijn als | |
[pagina 1376]
| |
een legitimatie van Rathenau's rijkdom. ▫ Wie zoo iets moois in stand houdt is zijn rijkdom waard. En hij laat er duizenden van genieten, door eenige malen 's weeks den toegang vrij te laten voor iedereen. Zonder verbodsplakaten - en zonder dat er schade wordt aangericht. | |
maandag 22 juniZoomer-reegen. ▫ Niets uit Potsdam. Maar in goed eevenwigt. Ik lees Petrucci's boek oover Chineesche kunst. Er stijgt een groote vreede uit op. ▫ Alleen Borel schreef. Hij merkte terecht op dat het Musische nog in den kring ontbreekt. Het schoone, ritmische. En dat daarvoor de vrouw noodig is. Gisteren bezocht ik Mary van Eeghen en Valborg Isaachsen in het mooie huis: de Duinen. Er waren jonge, mondaine echtparen, witte kostuums, veel roozen. Er is altijd iets halfs in Valborg's positie. Door haar goedig optimisme. Ik hervatte mijn drama, en de lectuur van het 1e bedrijf viel mij niet teegen. Mijn brochure aan de vrije Jeugd slaat in. Ik zal nu mijn dagboek-indrukken van Potsdam voor de leeden van den Kring uitwerken. Ik schreef een antwoord aan Rolland. Zaterdag avond concert in de Naarder kerk. Berlioz en de Bussy. Het verveelde mij. Er was niets indrukwekkends. Op Walden stierf een kalf, tot groot verdriet van Dirk. Ik ben er weer onder. Ik duik weer in het diepe, gevoellooze weeten, waarin ik niet ademen kan, waar de adem van het Zijn niet gaat. Dat is de schijn, het leege, waardoor men zich ophoudt, tot het Weezenlijke terugkeert. | |
woensdag 24 juniKoel, nat zoomerweer. ▫ Gisteren in Amsterdam met Paul en Ella. Bij Joop gegeeten die uitbundig hartelijk en vriendelijk was en alles wat ze mooi vonden, wilde schenken. ▫ We zagen de collectie Six, die ik in geen dertig jaar gezien had, en het Rijksmuseum. Ik kwam niet onder den druk uit. Maar heeden morgen is het beeter. | |
[pagina 1377]
| |
vrijdag 26 juniEen brief van Bjerre. Alles goed. Maar het wigt der somberheid is zwaarder dan ooit. Ik kan mij naauw verroeren. En daarbij de fijnste gevoeligheid. Alles dwingt me tot niets doen en meditatie. Maar rondom rust alles op mijn verantwoording. | |
zaterdag 27 juniZonnig, warm. ▫ Het is gisteren wat beeter geworden, en van daag reedelijk. Hoewel de hooi-catarrh nu weeder begint, omdat de verheffing is gedaald. De geldzorg is het aangrijpingspunt. Hjalmar heeft die willen wegneemen/ maar ik zou er niet toe kunnen besluiten, hem weer te vragen. Het moet ook niet. Ik moet zorgen dat ik niet meer dan 5000 per jaar noodig heb. Dat moet kunnen, en zooveel kan ik altijd verdienen. Maar ik laat mij steeds verleiden tot grooter omhaal, en ik kan hier op Walden ook wel twintig of dertig duizend verteeren, zonder zelf iets van persoonlijke luxe te hebben. De tuinlui, Holdert, mijn moeder, gasten enz. enz. | |
dinsdag 30 juniHeerlijk zoomerweer. Gister weer een kostelijke dag aan zee. Het gesprek op 't terras, in de zonneschijn en frissche zee-koelte verligtte mijn hart buitengewoon. Paul Geldmacher verdient jaarlijks 115000 Mark, daarvan spaart hij er 50000 op. Het beeld dat elk mensch een zich uitbreidende lichtkring is doet veel feiten beeter begrijpen. Ieder is een kosmos, eigenlijk de kosmos, met het ik-gevoel-nu als centripetale kern. ▫ Huichelarij is het helder maken van de lichtkring zonder ze uit te breiden. ▫ Leugen is de lichtkring moedwillig beperken. ▫ Braaf zijn, plicht doen is gehoorzamen aan het verlichte deel - zonder reekening te houden met het scheemerige dat er buiten ligt, en ook ons weezen vormt. Het idealisme van de jeugd komt soms te schande omdat het niet kent of reekenen wil met het duistere weezen buiten den lichtkring. ▫ Dan geeft het toegeeven aan driften schijnbare achteruitgang, maar het verband tusschen lichtkring en periferie wordt er door bewaard, er ontstaat iets grooters en sterkers. ▫ Dat is de thans veel heerschende neiging tot ‘zich uitleeven’, en de afkeer van moraliseeren. | |
[pagina 1378]
| |
In het maatschappelijk leeven is de matiging der centripetale spanning nu de vereischte, daardoor wordt de uitbreiding en ineenvloeying bevorderd. ▫ Dat wil zeggen, ieder zal er bij gebaat worden als ieder wat minder naar zich toe haalt. | |
vrijdag 3 juliIdeaal zoomer. Steeds warm 76o-84o. Van nacht onweer. Gisteren naar Haarlem met Truida. Het eerste bedrijf van ‘de Heks van Haarlem’ af. ▫ De Heks is het verwoestende element in de 17e eeuwsche cultuur, Hals is de musische mensch die de cultuur omhoog brengt tot schoonheid en dan vastlegt. Hij houdt van Hille, maar weet toch dat zij de val deezer schoonheid aankondigt. Hille heeft de wijsheid der gekken, en trekt op zich samen de booze elementen, het valsche geloof, het bijgeloof, de volks domheid en hartstocht. Zij is de meest ware en diepst-ziende van alle persoonen. Ook Bontius - het rationalistische element - begrijpt haar niet. ▫ Hille valt als offer. Estella ook, als offer van haar Vaders geloof. | |
dinsdag 7 juliKoel en bladstil, grijs. Ik schreef de dagboekbladen oover Potsdam. Ik las in Mrs Barkers boek, Jesse Bethel. Het is knap, en eenzelfde opgaaf als ik mij stelde. Maar er is iets zeer wee's in die Jezus-figuur. Een Thorwaldsen Jezus. Veel te mooi en te edel. En toch is de wijsheid zeer zuiver en juist. Lang niet bekrompen. | |
[pagina 1379]
| |
zéven uur. Maar in den nacht was de schaduw er, die eerst door het paardrijden week. Donderdag had ik bezoek van den Indo-chinees Yap Hong Tjoe en zijn schoonzuster Lien Tan. Hij een klein leevendig mannetje, semi-arts, geheel vermaterialiseerd. Zij een bevallige goedgekleede jonge vrouw, een weinig banaal-schuchter, maar niet onbeduidend. | |
zaterdag 18 juliHetzelfde weer. Hans is thuisgekoomen, maar ligt ziek met ontstooken keel. Hij is mistroostig en ziet er slecht uit. Ik heb niemand om mij heen die mij 't leeven ligter maakt. Allen zijn bezwarend en trekken mij omlaag. Nu weer zuster Obbes die niet met moeder op een kamer wil slapen noch met Truida in een huis woonen. Gister in Haarlem een vreedige dag, maar zeer geplaagd door mijn neus. Gister avond gesprek met Holdert en Truida oover Jezus. Als de reïncarnatie leer juist is, dan is hij te begrijpen als een weezen van hooger orde, die zou kunnen stijgen, maar verkoos zich als mensch te incarneeren om de menschheid te helpen. Maar dat geldt dan alleen deeze menschheid op deeze aarde. Hij is dan niet anders Zoon Gods, dan wij allen - en zijn daad betrof niet alle bestaanbare menschheden, op andere planeeten, maar speciaal deeze, onze menschheid. ▫ Ik wees op het ‘incarnatus est’ in elke mis, dat het meest eerbiedig wordt gezongen, als het voornaamste. | |
[pagina 1380]
| |
Heevige pijn trekt het geheele lichaam samen rondom de pijnlijke plaats. Dat kan niet geschieden langs de bekende zichtbare organen. Alles wordt aangegreepen en het besef geheel in de pijn gecentraliseerd. Alle spieren spannen zich, het geheele lichaam komt in actic teegen de kleine plek van pijn. Ook dit schijnt mij alleen verklaarbaar door een astraal-lijf, dat sneller en fijner communicatiemiddelen heeft dan het gewoone lijf. ▫ Bij krankzinnigen is het verband tusschen astraal en tellurisch lijf verbrooken. Zij voelen wel pijn, maar reageeren er niet op. | |
dinsdag 21 juliBorel is bij ons. Het inzicht dat het eenige wat bestaat is zelfbesef, het ik-nu gevoel, dat ook geeft de zeekerheid van persoonlijk voortbestaan. ▫ Wel kan er slaap zijn, tijdelijke rust. Maar geen ophouden - want dan hield alles op. Met geldzaken staat het slecht. De bakkerij gaat niet beeter. Van Nierop zei gisteren moedeloos dat die zaak hem ƒ 10 à f 12000 gekost heeft en dat hij mij toch in 't geheel niet geholpen heeft. Maar ik waardeer zijn goede bedoeling. ▫ Ik wacht nu maar af, wat er gebeurt. Ik zal wel bemerken hoe het gaan moet. De hoofdzaak is dat ik mijn werk doen kan. En ik ben vervuld van mijn drama, en met Forte di Marmi gaat het ook. Laat dan maar gebeuren wat er wil. | |
vrijdag 24 juliDinsdag ging ik met Borel mee tot Leiden, en van daar naar Noordwijk. Ik baadde den volgenden morgen om 7 uur, het was warm. 's Middags naar de ruïne Teilingen. Een sterken indruk, eevenals Brederode. ▫ 's Nachts heevige reegen en afkoeling. Gister door 't heerlijk zonnige land naar Haarlem gefietst. De Halzen gezien, orgelmuziek in de kerk. Het was alles prettig, maar de schaduw verliet mij niet - en ik was dankbaar weer thuis te zijn. Rijkens vertelde mij zijn onderzoek van Hans. Hans is niet zo sterk en gezond als wij meenden. Hij moet zich in acht neemen. | |
[pagina 1381]
| |
maandag 27 juliKou en reegen 55o. ▫ Krijgsrumoer. De oorlogs waanzin begint om zich te grijpen. Hoever zal dit gaan? ▫ Het jaar waarin de Forte-kring ontstond - ook het jaar van den Europeeschen oorlog. Bezoek van twee jonge Belgen, uit Antwerpen. Lode Craybeke en Barman. Twee geestdriftige, idealistische jongelingen. Ik kreeg de verzen van Elsa Barker. Dat is geen kinderwerk. Het pompeuze statige ritme van Shelley en Shakespeare - en een zeer hartstochtelijk gemoed. Ik vroeg haar bij ons en ben zeer benieuwd naar de kennismaking. | |
woensdag 29 juliGrijs, herfstig. Oorlog. Zoolang er erfelijke monarchieën zijn, en zoolang er grondbezitters zijn, zoolang is de vreede onmoogelijk. ▫ Ik zou willen dat de Forte-kring zich eerst uitsprak oover de monarchie, oover de jury, oover de doodstraf. ▫ De kring moet doen wat Rousseau gedaan heeft. Maar beeter. | |
zondag 2 augustusEergisteren, Vrijdag 31 Juli, was ik om drie uur in Amsterdam, in de Oude Kerk. Een kennis van me, Croes, de zwager van C. Spoor, zou er op 't orgel speelen. Ik had de kerk nooit gezien, en ik ging naar den koster en betaalde een kwartje. ‘Spreekt u Hollandsch?’ vroeg de man. ‘Een beetje’ zei ik. ▫ De kerk was geheel leeg, er was niemand. Een mooi gebouw, met mooi beschilderde glazen. Croes speelde, maar hield plotseling op. Twee mannen gingen naar booven in den tooren, en toen begon op eens de zware noodklok te luiden, die mijn leeven lang nooit geluid heeft. Croes riep van 't orgel ‘er is oorlog!’. ▫ Maar toen stemde hij een machtig fortissimo aan, van Bach, waardoor de klok geheel ooverstemd werd. ▫ Hij speelde totdat de orgeltrapper ophield, van zenuwachtigheid. ▫ Het was alles diep indrukwekkend. Gister bracht ik Hans naar spoor, in zijn soldatenpakje. De goede jongen zag nog bleek en mager, hij was pas hersteld, en nog zenuwachtig. Hij moest opkoomen bij de landweer en ik weet nog niet waar hij is, op dit oogenblik. Donderdag avond waren Spoor en Schäfer bij ons, en wij wandelden door Spanderswoud, een hevige reegenbui maakte ons doornat, en ze moesten oude plunje van mij aantrekken. ▫ 's Avonds speelde Schäfer veel. | |
[pagina 1382]
| |
Ook dansmuziek, en wij dansten, Obbes en Truida en Spoor en ik. | |
dinsdag 4 augustusZaterdag avond aten wij met mijn moeder bij Beeresteyn, voor haar 81ste verjaardag. Het was mooi, zoel weer en wij zaten bij de lamp buiten. ▫ Ik dacht aan Hans, die des middags al naar zijn standplaats te Weesp was gegaan. Wij praatten natuurlijk veel oover den oorlog. Truida en mijn moeder voelen intuïtief geen gevaar voor Holland. Hun instinct is meenigmaal juist gebleeken. Tot heeden, Dinsdag, was ik onrustig omdat ik het verloop der gebeurtenissen niet duidelijk vóórvoelde. Ik had geen oovertuiging omtrent de noodwendige loop der dingen. Dat maakte mij gejaagd. ▫ Nu ben ik daaromtrent zeekerder, en voel ook rustiger. ▫ Het militairisme zal échec lijden, omdat het teegen de toekomst is. ▫ Totnog toe was ik te zeer onder den indruk van Duitschlands kracht. Maar nu ik zie hoe het brutaal optreedt teegen België, nu voorzie ik ook zijn échec. ▫ Ik vermoed niet groote, positieve uitkomsten - maar een mislukken van de snelle voordeelige beslissing voor Duitschland, - daardoor een economische crisis - een ophouden omdat men niet verder kan. ▫ En dan de algemeene verontwaardiging oover een regime dat zooveel nuttelooze ellende bracht. Een verfoeien der monarchistische en diplomatieke leugens. Gisteren fietste ik met Martha naar Hans, die op 't fort ‘de Winkel’ is bij Abcou. ▫ Het was een mooie fiets tocht, een prachtig land. We reeden tusschen de buien door. ▫ Ik ontmoette Hans die met zijn troepje soldaten aankwam. Hij zag er niet slecht uit, maar toen ik met hem alleen was begon hij te snikken. Hij voelde zich eenzaam. En hij was nog zenuwachtig. Ik troostte hem en monterde hem op, en we zaten in de boerenhofstee, bij boer en boerin en aten boterammen en rijstetaart. ▫ De Hollandsche soldaten zijn lummelig, onoogelijk, maar geduldig en gewillig. ▫ Ik zie veel goeds in deeze geweldige krachtsinspanning van ons volk. ▫ De socialisten, die hier teegen in willen gaan, hebben practisch volkoomen ongelijk, - al is hun gevoelen en theorie juist. ▫ De Forte-kring is van hun gevoelen en inzicht - maar zou, op dit oogenblik absoluut geen kritiek uitoefenen, eer de materieele strijd gestreeden is. Dit is een moment van kataklysme waar de van vroeger opgehoopte krachten tot uitwerking koomen. Die werking moet eerst voorbij en tot rust zijn, dan gaat de Kring bouwen voor het nieuwe leeven. En deeze katastrofe kan het nieuwe leeven alleen nader brengen. | |
[pagina 1383]
| |
De defensieve strijd moet gestreeden worden, ooveral waar een grootere vrijheid zich handhaaft. Daarom voel ik bewonderend en sympathiek voor Holland's houding van thans. En het verheugt me dat het parlement eenig en waardig is. Ik gun zelfs de Koningin haar mooie rol. Als ze maar weet dat dit de laatste stuiptrekkingen van het monarchisme zijn. ▫ Nu ik dit alles klaarder zie, kan ik weer werken. Ik schreef heeden weer aan mijn drama. ▫ Vondel schreef wel in benarder positie. Maar niet in geweldiger waereld tumult. | |
woensdag 5 augustusHet is een heerlijke, vreedige, maan-verlichte zoomernacht. En op een kilometer van onze grens is de menschen slachting aan den gang. ▫ Van middag reed ik weer naar Hans, op zijn fort de Winkel, met Zuster Obbes. ▫ Het land was onbeschrijfelijk mooi met de wolkenluchten booven het volle zoomergroen. En wij dachten, zal dit rijke, rustige welvarende land verwoest worden.... om niets? ▫ Hans was gezond maar weinig hoopvol. De kracht van het Duitsche leeger scheen hem onverwinlijk. Maar op dit oogenblik biedt België dapper weerstand. En de militaire kliek in Duitsland weet niet wat ze begonnen is. Engeland zal Hamburg blokkeeren. De sympathie heeft Duitsland verlooren, en de kleine staten voelen zich onrechtmatig en diep beleedigd en gebrutaliseerd. ▫ Onze soldaten waren opgewekt. Alles is gereed tot inundatie. Van avond moeten de houten huizen in onze buurt ontruimd. De boedel van de Haan kwam bij ons, de Rijkensen vertrokken met hun bagage in een rijtuig. Ook onze burgemeester moet zijn huis ontruimen. Ik voel mij wel iets nerveus en gespannen, maar innerlijk diep rustig. Ook frisch, en tot alle inspanning geschikt. Ik ben blij dat ik mijn moeder bij me heb. ▫ Ik voel een volkoomen gemis aan verantwoordelijkheid voor deeze ellende. In niets heb ik er toe meegewerkt, met al mijn kracht cn verstand ze bestreeden. ▫ Ik weet dat het goede er uit moet voortkoomen. Waarschijnlijk een opbloei van kleine, zelfstandige federatieve groepen. ▫ En soms voel ik de rustige eeuwigheid der dingen, wolken, maannacht, aard-bestaan sints veele aeonen, waarbij deeze verschrikking een kort, noodzakelijk moment is, een ooverspringende vonk, een ineenstortende gletscher. ▫ En als ik denk dat ik ook misschien vluchten moet, dit dierbare huis en tuin verlaten, met vrouw, moeder en kindertjes - dan ben ik daar getroost op voorbereid. ▫ Groote événementen doen groot voelen en denken. | |
[pagina 1384]
| |
donderdagmiddag 6 augustusHeeden ben ik veel minder goed. Ik ben somber, beklemd, nerveus en lijd dan zeer. Ik sliep weinig van nacht en voel moe en droomerig, met die vreemde onbestemde herinneringen die men niet thuis kan brengen. Het voelt zoo hulpeloos en machteloos. Wat kan men beginnen teegen die bruute, beestachtige kracht? En waar kan men zich onttrekken aan die drukkende, walgelijke ellende. Ik voel al een walging als ik couranten of kaarten zie. ▫ Men moet! men moet! - Zooals Paul zei ‘het moet wel!’ ▫ Ik krijg verlangen naar Zee. Daar heeft men een wijd uitzicht. Het ergste is dat ik voor mijn gezin moet optreeden en weinig kracht tot initiatief voel. Zal ik blijven? Zal ik naar Amsterdam gaan? ▫ Zou ik nog eens in kalme gemoedsrust op dit alles terug zien? | |
vrijdag 7 augustusGister middag had Zuster Obbes de sterke gewaarwording van Paul, die mij gerust liet stellen. Zij kwam het mij opgewekt en energiek mee deelen. Paul liet mij weeten dat ik niet bezorgd moest zijn. Ook Truida had een gevoel van verligting, een bevestiging van haar gevoel, van den aanvang af waargenomen, dat wij gespaard zouden blijven. ▫ Ik nam die aankondigingen dankbaar aan, maar voelde mij niet gerechtigd er geheel naar te handelen. Ik wil mij, inteegendeel, op het ergste voorbereid houden. ▫ Ik blijf in Bussum tot de oorlog aan Neederland verklaard is, en ga dan, als de Engelschen baas zijn op zee, naar Wijk aan Zee. Anders naar Amsterdam. Heeden nacht sliep ik heerlijk en van morgen had ik weer veerkracht. Wat Duitschland nu doet is economische zelfmoord. ▫ De brutale inval in België is erger dan een misdaad, het is een domheid. ▫ Nu is het duidelijk hoe alles loopen moet. Al ooverwint de Duitsche armee nu nog ooveral, het Duitsche prestige in de waereld is gebrooken. ▫ Niemand zal nu het gezwets van den Keizer nog gelooven, buiten Duitschland. Alle vrije landen zullen het Duitsche woord wantrouwen, en het Duitsche militarisme beschouwen als een gevaarlijk beest dat getemd moet worden, zoo noodig door honger. ▫ Een economische boycot, van alle kleine en groote niet-Duitsche staten, zoolang de militaire kliek daar regeert, dat is de weg. ▫ En daarheen gaat het nu van zelf. Ooveral wordt de Duitsche handel geschaad en vernietigd. | |
[pagina 1385]
| |
dingen voor den grooten oovergang. Ook daar begeeft ons nu en dan het geduld en de berusting. Maar ik denk dat dit niet buiten een zekere grens kan gaan. ▫ Vandaag deprimeert mij vooral de ontzettende domheid van het geval. Het is alles juist ongeschikt om te bereiken wat de aanstichters willen. Gister avond reed ik weer naar Hans, door reegen en modder. Maar ik miste hem. Hij was naar Bussum gereeden. ▫ Ik zat te Abcou in een café te eeten, en heb daar een heerlijke herinnering aan. Ik voelde weer innerlijke rust en genoot de schoonheid van lucht en land. Het vreedsame dorp. Er was ontspanning in de gemoederen en meer vroolijkheid. ▫ Ik wist nu ook hoe alles gaan zal. Maar langs welke weegen en in welke spanne tijds, dat weet ik niet. Hans had mij verteld dat hij een troep onder zich had, waarin veel Amsterdamsche joodjes. Een heette er Honing, een Peper, een Mostert en een Druif. Toen ik in Abcou was vroeg ik een soldaat een pakje aan Hans oover te brengen. Hij zei dat hij ook onder zijn commando stond, en hij heette Komkommer. Ik kreeg een brief van Tagore. | |
maandag 10 augustusHeeden kreeg ik brieven van Rang, van Gutkind, van Geldmacher, van Mitrinovic. De vrees dat Holland zal aangevallen worden, neemt af. Duitschland krijgt de handen te vol. ▫ Een kwaad teeken voor Duitschland is de onmiskenbaar opgeschroefde onjuistheid der Berlijnsche berichten. Zoo schrijft men niet als men volle zelfvertrouwen heeft. Gisteren weer een tocht naar Hans. Ditmaal prettiger dan de voorige. Het was mooi weer, Hans was opgewekt, er waren tal van bezoekers. Het geleek een pic-nic. Ooveral soldaten met meisjes bij den weg. Ik kreeg een sterken indruk van de opleeving van Holland. Zooveel vertrouwen in onze weerbaarheid heb ik nooit beleefd. ▫ Wij rustten aan het Meerhuis te Abcou. Ik zwom in het meer. Alles vol echt Hollandsch zoomerschoon. Nooit heb ik dat stuk van ons land zoo leeren kennen en bewonderen. | |
[pagina 1386]
| |
beeter. Dat is de hoofdzaak, dat men zijn fijnere constitutie in eevenwigt houdt. Dat is wat men met ‘zenuwen’ bedoelt. Ook met ‘astraal-lijf’. ▫ Op 't oogenblik voel ik rustig en sterk. Ik schreef gisteren een rondschrijven aan den Kring, naar aanleiding van Rang's brief aan mij. In een brief aan Rang toonde Richard Dehmel dat hij geen rijpe geest is. Het antwoord van Rang was flink. De oorlogs berichten zijn schaars, de wolken verzamelen zich tot een nieuwe bliksemslag. Wij verwachten een groote veldslag in België. Een mooie vergadering in Holland, waar Treub zich een krachtig leider betoonde. De Koningin nam haar kans goed waar en beleeft haar besten tijd. Het is verstandig van Treub haar nu te prijzen. ▫ In veel opzichten kan deeze crisis een zeegen voor Holland zijn. De kleingeestigheid verdwijnt, en men ziet de dingen op grooter, natuurlijker wijze aan. Eeten moet eetbaar zijn, niet verkoopbaar, voedsel moet voedend zijn, niet lekker. De bakkerij zal moeten staken. Maar in deeze crisis is dat een kleinigheid. | |
woensdag 12 augustusHeerlijk weer. Weinig nieuws. Ik sliep heerlijk en voel weer sterk. Een groote veldslag wordt verwacht in België. Ik krijg brieven uit Duitschland. Mariatti stelde mij voor naar het oorlogstooneel te gaan. Ik zou er niet teegen op zien, maar ik zie op 't moment niet de noodzaak. ▫ Ik word nog niet geroepen. | |
vrijdag 14 augustusGisteren berichten van de Geldmachers. Ze zijn precies als de Engelschen in 1899 tijdens den boerenoorlog. Ze laten zich geheel beliegen en opwinden door hun regeering en hun pers, en ze gebruiken opgewonden rhetoriek die wee maakt. Arme, arme menschen. ▫ Ik schreef eeven oopenhartig als indertijd aan mijn Engelsche vrienden. Ook een rondschrijven aan den Kring. Ik schreef ook aan Page en aan Loudon. Maar mijn tijd van spreeken is nog niet gekoomen. ▫ Shaw zei het zeer goed: wij strijden teegen Potsdam, niet teegen Duitschland - het Duitschland van Bismarck heeft ons 40 jaar verveeld, we willen zien of dat van Goethe en Beethoven nog leeft. We zullen nu Frankrijk helpen teegen Potsdam. zooals we eenmaal Duitschland teegen Rusland zullen helpen. Ik ging gister weer naar Hans. Ooveral zijn de soldaten opgewekt en beleefd. Er wordt geen drank gedronken. | |
[pagina 1387]
| |
De groote slag in België blijft nog uit, maar iedere dag is winst. Omdat het élan verzwakt en de economische toestand buiten Duitschland zich herstelt, en in Duitschland de schade steeds zwaarder gevoeld wordt, door zijn isolement. ▫ Gisteren gevecht bij Haelen. Ik begrijp dat ik zoo spoedig mogelijk mijn drama moet afmaken. Dat is het eenige wat in den naasten tijd nog de aandacht kan trekken en eenige uitwerking hebben. Ooverigens moet ik zwijgen en wachten op stilte. Ik kreeg de drukproeven van ‘Pauls Erwachen’. | |
zaterdag 15 augustusHoe langer de oorlog duurt, en de eerste roes wegtrekt, des te meer voelt ieder het onzinnige, noodelooze, blinde van dit doen. Ik geloof dit wordt de laatste waereld-oorlog. Na Duitschland komt Rusland - maar ook Rusland is vol verstandigen, die dit niet langer willen. ▫ En door het zwijgen aller berichten wordt het geheel zoo spookachtig, zoo zenuwspannend. Men hoort van Fransche en Engelsche leegers en niemand weet waar ze zijn. ▫ De eenige hoop is op een algemeene verslagenheid in Duitschland, waardoor hun oogen oopen gaan. Vannacht hoorde mijn moeder en onze juffrouw kanon-vuur uit het Westen. Misschien op zee? Helaas ik kan geen contact krijgen met mijn vrienden. Gisteren was Borel hier. Ik vond hem flink, verstandig en moedig. En dat de weeke, sentimenteele Borel. Hij was beslooten naar Berlijn te gaan als er geen bericht kwam, hoe dan ook. | |
zondag 16 augustusHet was geen kanonvuur dat de kinderen en de juffrouw hoorden, het was een vreemd, dreigend geruisch, waarvan Evert wakker werd en angstig begon te schreien. Maar het was oorlogsgerucht, zei de juffrouw. Ik dacht aan de ‘muziek in de wolken’ die ze voor 1½ jaar hoorden. Ik ben zeer neerslachtig, met oorsuizen. Alleen slaap ik zwaar en lang. De oorlog bedroeft me zoo, om het reedelooze, domme, akelige - en het leugenachtige, het moedwillig liegen uit een of andere politieke reeden. Wat een figuur maken die diplomaten, die als deftige, beschaafde menschen optraden en nu elkaar voor bedriegers, woordbreekers en leugenaars uitmaken. Ieder van hen is er door geblameerd. ▫ Ik weet dat ik meer vertrou- | |
[pagina 1388]
| |
wen moest hebben. Ik weet dat hét Heelal volmaakt is, en dat dit alles ten goede strekt. Zelfs in mijn kleinen gezichtskring zie ik al de moogelijke zeegen na den storm. Maar ik kan het niet voelen en ben nu diep gedeprimeerd. Het einde van dit conflict schijnt nog zoo ver. Geduld! geduld! De Tsaar heeft Polen de autonomie beloofd. Dat zou een wijze zet zijn - als het ernstig gemeend is. ▫ Het is vuil werk uit al die leugenberichten van weerskanten de waarheeden te visschen. | |
dinsdag 18 augustusWeer een nieuwe flater van Duitschland. België nogmaals tot toegeeven te verzoeken, onder complimenten voor zijn ‘schitterende verdeediging’. Dat werkt natuurlijk precies verkeerd. Het wijst op eigen zwakte en verhoogt het zelfgevoel der Belgen. Hun antwoord was dan ook flink en waardig. Eergister was Jacob de Haan hier. Die is geen Neederlander maar Jood, Zionist. Hij zou direct voor Zion vechten, niet voor Holland. Hij verwacht dat Duitschland te land zal ooverwinnen en op zee precies stand houden. Mariatti en Borel verwachten blijkbaar een débâcle voor Duitschland. Volgens Mariatti blijft er van Oostenrijk niets heel. Jacob de Haan kan niet gelooven dat de Duitsche regeering en generale Staf zoo dom zou zijn geweest, om ook deezen toestand niet te voorzien. ▫ Maar intusschen zie ik toch hoe ze flater op flater begaan. ▫ Ook Japan keert zich nu teegen hen. En Amerika is eenstemmig geërgerd en verontwaardigd. | |
woensdag 19 augustusHet laat-zoomerweer is zoo prachtig, rustig en liefelijk. En de droeve situatie verduistert alles. Het is ook of de tijd sneller vliegt, door het alleen uitkijken naar oorlogsnieuws. ▫ Gisteren wisselde ik telegrammen met Ella Geldmacher oover een moogelijk artikel in de Frankfurter Zeitung. Maar Simon zei dat het onmoogelijk was, nadat hij gehoord had wat in mijn brief aan Ella stond. ▫ Vreesselijk is die verbijstering der menschen onder invloed van massaal-suggestie. Ditmaal nog erger en algemeener dan in den boerenoorlog. ▫ Men kan zich haast niet voorstellen dat er weer een tijd van vreede en verstandhouding volgen zal. ▫ Ik schreef een langen brief aan Uppie, en ik zal toch mijn meening, in 't Duitsch, voor de Duitschers, op schrift zetten. Telkens moet ik mijn onrust en depressie weer ooverwinnen. ▫ Ik schreef heeden toch weer aan de Heks van Haarlem. | |
[pagina 1389]
| |
donderdag 20 augustusIk ontving een brief van Mitrinovic. Tot mijn vreugde is hij ook met Willshire en Uppie in verbinding. Hij schrijft wat gezwollen, maar hij kan een goede boode zijn. Langsamerhand teekent zich duidelijker af hoe de groote strooming des geestes in Europa zal geleid worden. Ik zie nog niets dat aanduidt dat het buiten onze stroomingen om zal gaan. Inteegendeel/ alles concentreert zich om ons. ▫ Als ik voel mijn organiseerende arbeid te kunnen voortzetten, dan ben ik rustiger. De Paus stierf van nacht. Zijn onmacht in deeze crisis zal hem wel gedood hebben. ▫ Pausdom en arbeidersbeweeging toonden hun onmacht. Wat mij beklemt is niet het verlangen naar de rust van het generzijds, maar de behoefte om hier nog meer te arbeiden aan het groote werk. Dan vrees ik niet sterk genoeg te zijn, in physieken zin. | |
vrijdag 21 augustusZeer bedroefd - en de zoomer is zoo schoon. ▫ Ik schreef aan Ella, dat als het Postdammer spook oover Holland komt/ ik naar Amerika zou gaan. En toen voelde ik hoe ik hier vastgeworteld zit. Ik zou het voelen als Dante zijn verbanning. ▫ Dat was voor vijf jaren nog niet zoo. De Duitschers zijn nog meer verblind dan de Engelschen in 1899. | |
zaterdag 22 augustusHeerlijk warm weer. ▫ Gisteren kreeg ik van Mariatti onrustbarende berichten, en ik was dientengevolge zeer nerveus en gedeprimeerd gister. Ook nu nog. ▫ Men kan er niet onder uit, - al is men volmaakt onschuldig en bereid tot het uiterste, - men komt niet onder het lijden uit. Men draagt de schuld met allen. | |
zondag 23 augustusEeven gedrukt, moe van verdriet. ▫ Dat een groot volk deeze bandietenmoraal van den Rijkskanselier toejuicht - dat is het toppunt. Da hört alles auf. Ik las zijn reede in den Rijksdag nu geheel. ‘Wij doen onrecht en we zeggen het royaal, we doen dat uit nood, en nood kent geen gebod. Maar we zullen het goedmaken.’ ▫ Goedmaken! Goeie God! Een boef | |
[pagina 1390]
| |
steekt je huis in brand en vermoordt je kinderen, en zegt vooraf dat het hem spijt en dat hij het goedmaken zal. ▫ En brave, goedhartige eerlijke menschen als Paul Geldmacher onderschrijven dit. We beslooten niet naar Wijk aan Zee te gaan. En dat gaf ons allen rust. Het is ook beeter. Komt er werkelijk oorlogsgevaar in ons land, dan is ook Wijk aan Zee niet veilig en moeten wij naar Amsterdam. | |
dinsdag 25 augustusZeer warm, heerlijk weer. Gister in Amsterdam, om kwartier te maken. Bij Jaap de Haan, Henriëtte Roll, Dirk Schäfer, Isaachsen, Rijkens en Truida's tante Mia Everts. Ik wil mij op het ergste voorbereiden, hoewel op dit oogenblik de toestand minder dreigend is. Antwerpen wordt niet beleegerd. ▫ Maar de groote slag is in gang, en niemand kan voorzien wat er uit voortkomt. Schäfer was zeer somber en gedrukt. Maar hij werkt. Eeven als ik. Paul Geldmacher stuurde een telegram, of ik hem Woensdag in Keulen bezoeken wou, dan zou hij me alles duidelijk maken. ▫ Ze bombardeeren me met couranten. 't Is verschrikkelijk! die verblinde menschen! Deezen nacht sliep ik beeter en was in 't andere land, een oogenblik. Maar ik ben er nog weinig in thuis. | |
woensdag 26 augustusOnuitspreekelijk droevig. En toch het besef dat men zich geen verwijt te maken heeft, dat men part noch deel heeft aan het vreesselijke wat gebeurt. ▫ Het bommen gooien op het mooie vreedsame Antwerpen is om ziedend te worden. ▫ De lust vergaat me om er nog woorden oover neer te schrijven. Gister wandelden we met de kinderen naar 't melkhuisje, als in oude rustige dagen. Nu lag de sombere schaduw oover alles. Verzachtend werkt de lectuur van de brieven uit Génerzijds. Daarin is werkelijk troost. Maar daarin kan men niet gestadig leeven, en ik voel me moede van het lijden. ▫ Ja, het moet wel zijn, zooals X zegt, dat sterven en gebooren worden zijn als hartslag, afwisselende perioden van leeven in het lichaam en er buiten, in eeuwig ritme. Ieder onzer sterft, leeft dan lichaamloos, en bouwt dan weer opnieuw een lichaam, met meer of minder herinnering. Ik herinner mij geen voorig bestaan, maar sommige stemmingen | |
[pagina 1391]
| |
en gevoelens duiden het in mij aan. ▫ En nu weet ik goed dat ik het wil, ik wil op aarde terugkeeren zoodra ik in het génerzijds uitgerust ben. | |
donderdag 27 augustusIk schijn wel heel dapper een geweldig tijdstip te hebben uitgekoozen om een leeven op aarde te doorstaan. Ik zal ook sidderen van de verschrikkelijke leevenskwaal, als ik in 't génerzijds kom. Ik vrees dan nu alleen maar dat mijn lichaam niet sterk genoeg zal zijn, om mijn geest veerkrachtig te houden. Wat al een lange serie van lijdensuuren achter den rug - van af mijn dertigste jaar begon het in ernst, en toen ging het crescendo. Liefde-leed, miskenning en vijandschap, toen de geldzorgen, jaren lang, zonder einde en nu, voordat ze ooverwonnen zijn, dit aller allerzwaarste. En mijn machteloosheid! Hoe weeten de Duitschers zich gehaat te maken. Deeze gemeene aanslag op Antwerpen zaait haat in de harten voor eeuwen. Bij alle kleine, vrije volken. | |
vrijdag 28 augustusGisteren schreef ik aan Schijn en Weezen, daardoor was ik iets beeter. Den ganschen dag rustiger, ook door de meerder rust in het hart van mijn lieve vrouw, en de rust die Paul mij zond door zusje Obbes. ▫ Truida is nu woest anti-duitsch. Ik moet oppassen daardoor niet meegesleept te worden, en onbillijk te zijn. Rang schreef een brief - totaal dronken. Pralend, snoevend, een hurrahbrief. Hij zal zich in den kring te verantwoorden hebben. Gelukkig dat ik mijn Zweden en den Hollander heb. Ik zou willen weeten hoe Däubler en Buber zich houden. ▫ Het is weer om hoogmoedig te worden. Hoe weinig vrije menschen zijn er op de waereld! Ik ben wel een groote uitzondering. Als ik maar gespaard blijf tot ik mijn taak gedaan heb. | |
[pagina 1392]
| |
Ik kreeg brieven van Bjerre, die mij innig dankt voor de correspondentie tusschen Rang en mij, van Elsa Barker, en van Gutkind. Het is steeds prachtig zoomerweer. Een fel en wreed contrast - ook een sereene maning. ▫ Wij kennen zooveel, waereldkatastrofen, zonnen die botsen - waarbij dit wat nu gebeurt een klein incident schijnt, van uiterst vluchtigen aard. | |
zondag 30 augustusEeven prachtig zoomerweer. Gister was ik in de diepste depressie. Ik voelde wat Bjerre de ‘Welt-Angst’ noemde. ▫ Toen ging ik naar 't kerkhof en lag een half uur in 't gras bij Paul's graf. Daar werd het iets beeter, en toen viel het mij in dat ik naar mevrouw Schipperein moest gaan, die mij vroeger zoo vaak intuïtieve inzichten heeft meegedeeld. Zij zeide nu nooit meer zulke voorgevoelens te hebben. Maar ze vertelde me een voorzegging, door een katholiek priester die nu lang dood is, dat 1 Augustus 1914 een geweldige oorlog zou losbarsten, die heevig zou zijn maar kort duuren. Eenige weeken maar. ▫ Na dit bezoek werk ik beeter, en ik prepareerde mij op de hooge, offervaardige stemming waarin ik altijd zou kunnen zeggen: ‘Meester, ik ben bereid alles om uwentwille te verlaten’. Huis, tuin, al het lieve en mooie wat mij vasthoudt - ik moet ieder oogenblik bereid zijn het los te laten. Dan eerst zal ik alles winnen, namelijk de zielsvreede, die meer waard is dan alles. ▫ Dit gevoel, dat ik genoeg ken zoowel uit hetgeen anderen deeden en schreeven als door eigen ondervinding, - dat moet nu duurzaam worden, daarop komt het aan. En daarom herhaal ik het steeds, avond en morgen: ‘Meester, ik ben bereid alles om U te verlaten.’ ▫ Inderdaad heeft het, tot nu toe, mij waarlijk geholpen. | |
maandag 31 augustusHet blijft mij bij. De dag schijnt mij wel somber, als ik hem moet beginnen. Maar ik ben rustig, veel rustiger dan in langen tijd. Hollandsche kunstenaars teekenden een protest teegen Leuvens verwoesting. Ik deed mee. Kees Spoor was hier, druk, mal, oopenhartig als altijd. Wat hij mij van Schäfer vertelde klonk niet gunstig. Schäfer zou niet teegen mij oopenhartig durven zijn. Ik kan dit niet geheel onwaarschijnlijk noemen. Ik seinde naar Homburg, dat Duitsche garanties niet betrouwbaar zijn. Ze wilden mij in Keulen hebben. | |
[pagina 1393]
| |
dinsdag 1 septemberIk sliep goed en sterkte mij met alle inspanning, voorbereid op nieuwe slagen. Men wil het protest aan den Duitschen Keizer richten, dat weigerde ik. Aan dien man, den ingebeelden, bigotten aansteller, richt ik geen verzoeken. Ik schreef aan den vierden zang van Schijn en Weezen, en aan 't tweede bedrijf van de Heks. Ik las Lise-lotte's brieven uit, en the King of the dark Chamber van Tagore. Dit laatste een diep mysterie spel. Daarna begon ik aan Stehr's Begrabene Gott. Dat beviel mij niet beeter dan Drei Nächte. Er is iets grofs en ruws en hards in, een enge boerensfeer, die mij niet bevalt. Het is goed werk. Maar de Russen kunnen dat ook. Wat er op dit moment gebeurt, vooral op zee, is geheel raadselig. Wij hoorden Zaterdag den geheelen dag kanongebulder in 't Zuidwesten, ook Zondag. En nu is de kabel Londen-Parijs verstoord. | |
woensdag 2 septemberSteeds Duitsche ooverwinningen. Nu ook de Russen verslagen. Het is bitter voor wie naar Recht verlangt. Maar ik weet dat het zoo moet gaan. Voor de Duitschers zou het heilzaam zijn als ze verslagen werden en aldus leerden niet enkel op geweld te vertrouwen. Maar welligt is het zoo nog beeter, als ze eerst bemerken dat de bruute kracht, ondanks zeegepraal, hen niet verder brengt. ▫ Ik zou hen nu zoo spoedig moogelijk hun zin geeven om des te eerder hun moreele neederlaag te doen voelen. ▫ Nog steeds geen bericht oover wat op zee gebeurt. Willy van Hoogstraten schreef mij een brief om Duitschland te verdeedigen. Jan Veth stuurde mij zijn zoon, met een boodschap. Van Suchtelen was bij mij met een nieuwe redactie van het protest, die ik nu goedkeurde. Ik lag bij Blaricum te staren oover de Zuiderzee, met Zuster Obbes. Het was een prachtig, vreedig uitzicht. Ik werkte, en kreeg bericht van Norlind, die schreef dat hij blij was in dienst te gaan, want wie zou niet willen sterven na hetgeen gebeurd is? | |
[pagina 1394]
| |
aant.
Borel ziet de rol van Japan geheel anders aan als de Europeeërs. Japan is de ridderlijke held van het Oosten en zijn militarisme is van veel eedeler gehalte dan het Duitsche. Het zal nooit dulden dat Duitschland ooverwint, ook niet in Europa, omdat het Duitsche wapengeweld bruut is en zonder verfijning. | |
vrijdag 4 septemberDe meest heroïsche figuur van den oorlog vind ik de burgemeester Max van Brussel. In een door den vijand verooverde stad zoo de nationale fierheid te durven ophouden dat is heldenwerk. Het vereischt moed, koelbloedigheid, plichtbesef, gevoel van waardigheid - alles in den hoogsten graad. Ik voel dat ik zelf hiertoe stellig de physieke kracht, de zenuwkracht (astraal-lijf-kracht) zou missen. Ik zou weeten hoe ik doen moest, en het willen, maar naar ik vrees, niet kunnen. Het ergert mij als ik de Duitsche organisatie hoor roemen. Ze is zonder twijfel groot - maar niet bewonderenswaardig omdat ze zonder eedele ziel is, zonder wijs en eedel doel. Een vernielingsmacht, anders niet. Ik heb goed gewerkt gisteren. Ik leef van dag op dag, denkend: ‘voor heeden heb ik nog vrijheid te werken - en voor heeden nacht om te slapen. En ik ben bereid.’ ▫ Geldzorg en oorlogzorg zitten rechts en links van me, terwijl ik dit schrijf. ▫ Ik schrijf dit dagboek, dan Schijn en Weezen, dan de Heks van Haarlem, dan correspondentie - en dan nog gedachten oover den oorlog, in 't Duitsch, in den vorm van een brief aan Eucken. 's Avonds vertaal ik Sádana. | |
[pagina 1395]
| |
Met moeite bewaar ik mijn eevenwigt/ maar het gaat. Als er meer bij zou koomen - dan moet ik op mijn Meester vertrouwen. Wijk schreef: ‘I am suffocated by this senseless war.’ Ik heb weer een patiënt, die ik suggestief (magnetiseerend) behandel. Wiggers de schilder. Ik kan het nog wel. Ik moet alles aangrijpen om wat te verdienen. | |
zondag 6 septemberVerschillende intuïtieven voorzien een sneller einde van den krijg dan het verstand verwacht. Sommigen zeggen vóór of op één October. Voor het verstandelijk inzicht schijnen maanden of jaren waarschijnlijker, want niemand ziet hoe het eindigen kan. ▫ Ik zie ook de moogelijkheid van een onvoldoende, tijdelijke vreede - met weer uitbarsting van den oorlog in 1915. ▫ In elk geval hebben Rusland en Engeland minder haast dan Duitschland. Ik kreeg brieven van Ella, met een commentaar van de militaire censuur - van mrs Cole, van Buber. Ik schreef een oopen brief aan de Vlamingen. | |
dinsdag 8 septemberWarm. ▫ Alles komt bij deezen oorlog daarop neer dat de volkeren niet waarlijk verteegenwoordigd worden door hun bestuurders. Als de regeeringen dezelfde moraal hadden als hun volkeren dan was er geen oorlog. Want Russen en Duitschers zijn goedhartig en vreedelievend en vatbaar voor verstand en recht. Maar de regeeringen zijn macht-dorstig en cynisch, en bedriegen elkaar en hun volkeren. ▫ Democratie beteekent dan ook: juiste representatie. | |
vrijdag 11 septemberGisteren fietste ik naar Breukelen, op een heerlijk mooie morgen. Eergisteren ging ik naar den Haag en nam afscheid van de Cole's, die Zaterdag naar Amerika vertrekken. Ik reisde met Amerikanen uit Duitschland, maar fel anti-duitsch gezind. Ik at bij Borel. Den Haag deed mij zeer antipathiek aan, het was er druk en leevendig als altijd. Maar er was toch iets goeds in me. Ik voltooide het tweede bedrijf van de Heks. ▫ Ik schreef aan den vierden zang van Schijn en Weezen. | |
[pagina 1396]
| |
Het sneller vlieden van den tijd op hooger leeftijd maakt toch voelbaar het absoluute van ons waarneemend ik. Dat sneller gaan zal toeneemen - natuurlijk, met onzen groei. Dan neemen wij een andere harmonie waar, door het omspannen van meer tijdsbeweeging tegelijk. Het weer is omgeslagen. Wind en reegen, maar geen kou. De oorlog is in een zeer kritiek stadium. De val van Oostenrijk is al vrij duidelijk, maar Duitschland staat in de uiterste krachtsinspanning teegenoover zijn drie teegenstanders. De Engelschen, zwak in kwantiteit, staan in kwaliteit het hoogst. Ook in organisatie. ▫ En te denken dat die arme Duitschers eigenlijk vechten voor twee dynastieën/ voor Habsburgers en Hohenzollerns - en het daarmee verbonden militarisme en autokratisme. Zoo kritisch als op dit moment was de toestand nooit. Ook voor mij persoonlijk, omdat de bakkerij vastloopt. | |
zaterdag 12 septemberHoe vreemd is dit, dat in mijn kosmos, vlak naast elkaar, dingen van enorm verschillende proporties zijn. Den ganschen dag ben ik vervuld van veldslagen waar millioenen teegenoover elkander staan, en vlak daarnaast koomen de minieme zorgen voor mijn eigen persoon en gezin met eeven veel nadruk. De verhoudingsverschillen zijn geweldig - en toch is er een zeekere harmonie. Ik voel dat mijn gedachten, ook in 't groote waereldgebeuren, een beteekenis hebben, verre booven al mijn persoonlijk gevoelen uit. Al duidelijker wordt het hoe de balans van den oorlog zal ooverslaan. En ik voel dat dit ook voor alles het beste is. Gister ging ik nogmaals naar Paul's graf, en de gedachte aan hem is zoo leevendig als in den tijd van zijn oovergang. Laat ik niet vergeeten wat ik hem zeide te willen. Ik noemde het een gelofte, maar het is geweest een wilsverklaring. ▫ Leeven zoodat ik sterven kan als hij, als een held en een heilige. ▫ Bereid tot alles, om mijns Meesters wille. ▫ Trouw zijn aan mijn lieve vrouw, in zuster Obbes mijn dochtertje zien. ▫ Dat heb ik hem gezegd en ik wil het gestadig herhalen, als mijn wil. | |
[pagina 1397]
| |
maandag 14 septemberReegen. ▫ Gister een mooie brief van Romain Rolland in het Journal de Genève. ▫ Vandaag staat mijn brief aan de Vlamingen in de couranten. Verslagen zijn de Duitschers nog wel niet - maar het prestige hunner onverwinlijkheid is toch gebrooken. Gister kon ik niet werken. Heeden wel. | |
dinsdag 15 septemberStorm. ▫ Gister een brief van Gutkind waarin hij op onwaardige manier op de Engelschen schimpt. Het is treurig, zooals ook deeze man zijn vrijheid verliest. Het zijn toch zwakhoofden, in Duitschland. Hun geest is fijn en gecompliceerd en vol onverwachte juiste gevoelswendingen, - maar zonder diepe, vaste vrijheid en oorspronkelijkheid. Niet eenvoudig en helder. ▫ En het zou een droevige beschaming zijn als ze door een physische oorzaak - een neederlaag - tot inzicht kwamen. ▫ Berlijn zwijgt - maar de terugtocht valt niet meer te ontkennen. Ik sliep goed - en van nacht kwam de structuur van het derde bedrijf in mijn hoofd. | |
[pagina 1398]
| |
aant.
| |
dinsdag 22 septemberNu de kathedraal van Reims verwoest! Dat moet wel het sein worden van hun needergang. ▫ Hoe goed is het dat ik Sirius III nog niet eens begonnen ben. De oorlog komt juist op tijd. Hoe anders zullen nu III en IV zich vormen. Maar toch blijft het oorspronkelijk concept onveranderd. Ik zal echter de oorlogsvelden moeten gaan zien, onmiddellijk na de vreede. | |
woensdag 23 septemberEen schoone herfstdag maar bitter treurig. Ik kreeg een brief van Gutkind die afschuwelijke diepten van verbijstering toonde. Hij vindt alles ‘gut und gerecht’ en noemt de pruissische oorlogspartij zijn vrienden. En Duitschland zou morgen ‘troef’ zijn. ▫ Ik ben diep bedroefd en neerslachtig. Het laat mij geen rust. Ik heb al zoo veel geschreven - en nu nog altijd meer! ▫ En een succes op zee, met het verraderlijk wapen der onderzeeërs - zal de Duitschers nog ondragelijker maken. ▫ Het kost moeite rustig het vertrouwen te bewaren. ▫ Mijn lieve vrouw is een groote steun. | |
[pagina 1399]
| |
maandag 28 septemberStorm. ▫ Nog steeds geen doorslag van de balans. Er is iets wee's en walgelijks in dit uitputtend worstelen, van twee reusachtig sterke vechters. Eergister de eerste scheemer van licht in den nacht der duitsche verblinding. Landauer die mij schreef dat hij ‘in allem Wesentlichen mit mir einverstanden’ was, naar aanleiding van mijn brief aan Rang. Ik was zoo verheugd dat ik hem een uitbundige briefkaart zond. Ik schreef ook aan Ella, en aan Borel. Heeden stuurde Rolland mij zijn artikel ‘Au dessus de la mêlée’. Zeer goed. Ik fietste Zaterdag door Nieuw-Loosdrecht en was geheel onder de bekooring van dat mooie dorp, aan de grens van hei en polder. | |
zondag 4 oktoberDinsdag 29 September ging ik oover Utrecht naar Ede. In Utrecht bezocht ik de Lebrets en vernam dat Lebret tengevolge van den oorlog waanzinnig was geworden. Hij houdt zich voor geruïneerd en denkt dat hij naar de gevangenis moet. Hij is zeeker een van de veelen. In Ede had ik het juist zooals ik verwachtte. Ik bedoelde een sterk physiek leeven, met grove, spannende afleiding, met sterke gezonde prikkels - waardoor ik uit mijn meditatief leeven, dat zoozeer tot somberheid leidt, zou gerukt worden. Dit beantwoordde volkoomen. ▫ Ik reed drie dagen te paard met de artillerie manoeuvres mee, door hei en bosch. In 't eerst heb ik dan werk om op mijn gemak te koomen - maar langsamerhand voel ik geheel thuis en dan begint de grove, rustige kalmte, en het plezier in de zaak. Zoo moet het ook in den oorlog zijn. Men leeft dan zoo sterk physiek dat er geen tijd is voor weemoed of somberheid. Ik ben niet handig en zou bijvoorbeeld niet geschikt zijn om zelf mijn paard te zadclen of mij handig te redden uit allerlei bezwaren. Ik ben ook volstrekt niet wat in 't Maleisch: ‘brani’ heet, - maar ik moet onder mijn voorvaders ruiters hebben gehad, want ik voel me na eenigen tijd op eenmaal, bij instinkt te huis op een paard en hoe harder het rent hoe vaster ik zit. Ook heb ik er een groot vermaak in. Ik vond het prettig tusschen die honderden paarden mij te beweegen. En mijn neef, de kapitein van Warmelo, verbaasde zich dat ik, ongewoon aan deeze dingen, na een dag in 't zadel niet stijf of vermoeid was. Ik voelde mij inteegendeel frisch en opgewekt, zooals ik in langen tijd niet was. ▫ Ik kan nog met plezier denken aan | |
[pagina 1400]
| |
de ‘serieuze galop’ zooals Willem zei, met de staf oover de hei, bij het uitbreeken van de batterij uit het bosch. ▫ Ik had veel op te merken en weet dat ik dit alles in Sirius te pas zal brengen. Namelijk de komische absurditeit der bloeddorstige geleerdheid in het artillerie-vak. Die kolonels en majoors waren typische, brave, goedmoedige Hollandsche geleerden, professoren of rechters, die met prachtige, fijne en vernuftige instrumenten werken - met het absurde doel om menschen volkoomen onnoodig en onreedelijk dood te schieten. ▫ Ook komisch waren de fraai versierde kanonnen, door Krupp gemaakt, en met Krupp's merk, onder de spreuk: ‘Het vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood’. Als we daarmee Duitschers schieten krijgt Krupp er dus zijn tantièmes van. De eerste dag was het spiegelgevecht in Wageningen, met infanterie en artillerie, een kolonne van drie KM lang. ▫ Donderdag reeden we door de bosschen naar Renkum, Vrijdag een groote brigade-manoeuvre, niet ver van Ede, op de hei. ▫ Willem legde mij alles precies uit. Joti, de dochter, speelde 's avonds piano. De zoon Wim die als korporaal aan de grens was kwam onverwacht en het was een vroolijke sfeer ondanks al het vreesselijke wat ieder wist en te vertellen had. Dus ontstond die eenigszins ruuwe opgewekte stemming, waarin tijden als deeze alleen te dragen zijn, en die ik dan ook zocht. Ik ben nu geheel en al verkwikt en versterkt. Mijn neef zei dat als hij de soldaten moest zeggen dat ze met de Duitschers teegen Engeland moesten strijden, dat het geheele leeger geen cent waard zou zijn. ▫ Maar als hij zou vertellen dat ze Antwerpen moesten ontzetten en op de Duitschers lostrekken, dan zou 't antwoord een donderend: ‘hoera!’ zijn. ▫ Alleen de jonge officiertjes zijn pro-duitsch, uit bewondering voor het Duitsche militarisme. Daar komt de militair tot zijn recht, zeggen ze. ▫ Maar het leeger maakt een goeden indruk. De stemming goed, de geest ordelijk en gewillig, orde, goede voeding en prachtige paarden. ▫ Ik kuste mijn vosje, ne. 875, op zijn zachten neus. Een uitmuntend paard, een generaalspaard. | |
dinsdag 6 oktoberIk voel mij door de dagen in Ede veel verkwikt. Ik kreeg een brief van Rang, die mij liefst uit de Forte-Kreis wil zetten. Misschien wel met een paar onderofficieren. ▫ De spanning is nog altijd op het hoogtepunt. Het beleg van Antwerpen brengt hier alle gemoederen in beweeging. Er zou weinig toe noodig zijn om Holland er toe te brengen te hulp te snellen. | |
[pagina 1401]
| |
woensdag 7 oktoberKil weer. ▫ Ik sliep goed maar zag zwaar op teegen den dag. De reusachtige macht van den waan en de koele wreedheid, die te trotseeren is. De oorlogstoestand nog zonder verbeetering. Ik was gisteren op het kerkhof en zag in den steen op Paul's graf een versteening, een skelet van een weekdier uit de oertijd, een nummuliet of diatomee - en ik dacht de gedachte dat dit een voor-ouder van Paul kan geweest zijn - dat hier dus misschien twee resten liggen, door millioenen jaren gescheiden. Neen! Ik dacht niet aan voorouder, ik dacht aan voorige incarnatie. Paul's zelf heeft eerst die kalkschaal gevormd, en nu dit menschenlijf - en nu liggen die resten bij elkaar, na veel aeonen. ▫ Paul zelf was digt bij me, en ook Zuster Obbes voelt hem helpend en digtbij. | |
zaterdag 10 oktoberEen droevc morgen. Antwerpen is gevallen. Een brief van Gutkind aan Borel, waarin hij mij onrecht doet. Het kostte mij moeite het te verduuwen. ▫ Gisteren kwam een brief van Gutkind voor mij, die mij verheugde, en waarop ik terstond warm antwoordde. Een brief waarin hij zijn trouw verzeekerde. Hij is terstond teegen Rang opgetreeden. ▫ De Kring blijft onaangetast, dat is zeeker. Ik droomde dat ik op Jersey was. Gevlucht. Het was er mooi en lieflijk. Paul is mij nabij. Zuster Obbes zegt hetzelfde. Truida voelt sereen en rustig. Het is verwonderlijk hoe zij, de teere en zwakke, mij steun geeft. | |
[pagina 1402]
| |
Marietje - het Duitsche meisje - voelt de verneedering van Duitschland onvermijdelijk. De ellende der vluchtelingen is onbeschrijfelijk. Duizenden slapen in de oopen lucht, er is geen brood meer. Men bood ƒ50. - voor een stuk brood, te vergeefs. Maar alles helpt zooveel moogelijk. | |
zondag 11 oktoberNog alles eeven droevig. Vooral hinderlijk is nu het snoeven der Duitschers, die alle schuld beproeven op Engeland te gooyen. ▫ Wij zullen in den toestand koomen van de Engelsch-Indiërs onder Engelsch beheer - voelend onze meerderheid, maar tot onmacht gedoemd onder bruute oovermacht. Want Duitschland wil natuurlijk Antwerpen houden en ons ondergeschikt maken. Weer komt de oude vloek mij kwellen, die altijd mijn werk bedierf en mijn vrienden tot vijanden maakte. Ik word voor week en sentimenteel en moralistisch gehouden - en beleedig dan door mijn harde kern te doen voelen, zonder dat ik beleedigen wil. Zoo ging het mij nu met Rang. Hier herhaalt zich dus wat ook mijn Karma in Holland meebracht. Maar bij Gutkind bleef alles goed. Die verdroeg. | |
maandag 12 oktoberMooi weer. Maar niets verbeeterd. Ik kreeg ook twijfel aan mijn werk, en het gevoel: ‘waar ben ik nog goed voor?’ En dan weer dat vreemde zelf-besef, dat gevoel dat mijn kosmos toch eenig is - dat er niets is of zijn kan of het is ik, dit ik, - en waarom juist hier gecentraliseerd? | |
dinsdag 13 oktoberSoms is de druk éven weg. Ik voel dan dat ze altijd weg zou kunnen zijn, onder alle omstandigheeden, als mijn constitutie - lichamelijk en hyperlichamelijk - veerkrachtiger was. De barmhartigheids-inspanning van Holland is groot en mooi, en wordt door de heele waereld gewaardeerd. Maar dat is geen reeden den oorlog te prijzen. Ook de pest brengt zulke uitingen teweeg - daarom neemen we de pest niet als ‘noodlot’. | |
[pagina 1403]
| |
aant.
Ik dronk koffie bij Valerie, wier dochter onder 't bombardement uit Antwerpen was gevlucht. Ik wandelde met haar in den mooien herfstnamiddag in den mij zoo dierbaren Aerdenhout en 't Naaldeveld. Het slot van mijn drama kwam in mijn hoofd, nu is 't gaauw voltooid. Ik sprak ook af met den voorzitter van ‘het Nut’ om 4 cursus avonden in Amsterdam te houden. Ik wil dan spreeken oover ‘de lessen van den oorlog’, ‘De diepe oorzaken er van’, ‘De eind-uitslag’, ‘De directe taak’. Het volgend drama moet speelen in den Romeinschen tijd, dan krijg ik de teegenstelling van het imperialisme en het groot-menschelijke. Romeinen en Joden. Dan kan ik Duitschland de waarheid zeggen. Het kan een oopenlucht-spel worden. | |
[pagina 1404]
| |
zondag 18 oktoberZooéven schreef ik ‘de heks van Haarlem’ af. | |
woensdag 21 oktoberKoel, stil, herfstweer. ▫ Nog altijd staan de millioenen-leegers teegenoover elkaar. Men gewent haast aan de eerst onduldbare spanning. Maar het is duidelijk dat Engeland zich nu eerst goed gereed maakt, en dat in Duitschland de economische toestand onrust verwekt. Men wil zelfs in Holland de oorlogs-leening plaatsen! ▫ Gister sprak ik met een attaché van de Fransche ambassade, M. Romieu - een aangenaam, welleevend man, bescheiden en correct. Hij kent den Duitschen Keizer en verzeekerde dat deeze nooit een oorlog heeft verwacht. Maar de Kroonprins is de booze geest van Duitschland. ▫ Het staat vast dat op 2 Augustus de oorlog nog te voorkoomen zou zijn geweest, als Pruissen gewild had. Oostenrijk had Engelands voorslag tot een conferentie aangenoomen. Maar Duitschland wilde niet, het wilde toeslaan. Ik was met Borel, Raemakers den teekenaar, en den attaché in Amsterdam. At met Borel, het was een aangename middag. Ik was ook nog bij Krah geweest. Ik moedigde hem aan zijn genius te vertrouwen. ‘Ja maar!’ zei hij ‘weet u wel wat dat beteekent? Weet u wel dat het groote werk wat ik voor mij zag, grooter was dan Wagner of Beethoven?’ ▫ ‘Goed!’ zei ik, ‘daarmee kun je mij niet verschrikken!’ ▫ Op mijn ter̂ugweg sprak mij een jonge musicus aan, Wertheim, die mij zijn bewondering van Krah betuigde. Ik kreeg een lange, hartelijke brief van Rolland. Een van Buber, gedeeltelijk onvrij, en twee van Bjerre, zeer goed. Ook Landauer schreef mij warm en sympathiek. | |
donderdag 22 oktoberNu wordt er aan de Belgische kust gevochten, van uit zee schieten de Engelsche oorlogscheepen. Dit schijnt mij voor de Duitschers een zeer moeyelijke positie. De geallieerden kunnen op die wijze altijd een kuststrook van minstens 10 KM voor zich vrij houden. Zondag kreeg ik bezoek van de jonge professor van Hamel, die mij in de redactie van de Groene Amsterdammer wenschte. Ik heb aangenoomen. Het is de eerste aanbieding van dien aard die ik in mijn leeven ontvang. | |
[pagina 1405]
| |
vrijdag 23 oktoberMooi, stil, zonnig. ▫ De strijd in België nog niet beslist, er wordt heevig gevochten. Als de Duitschers nu niet doorbreeken, zal er toch wel iets als een depressie ontstaan. Gister was ik onlekker. Vreemde droom/ 885. 's Nachts is dat heel duidelijk en begrijpelijk. Het Duitsche leeger, de onrechtmatige inval, 885 - maar vandaag begrijp ik er niets van. | |
zondag 25 oktoberPrachtig herfstweer. Ik fietste met Mopje naar Valkeveen, het was heerlijk mooi gouden Oktober. ▫ Ik heb zwaar oorgonzen, maar voel niet gedeprimeerd. Sirius zal construeeren, wat het hart is voor het menschheids organisme. Tot nu toe heeft de menschheid geen hart, maar leeft als de weekdieren met eenige kloppende vaten. ▫ Het hart der menschheid stuuwt het bloed in economische circulatie rond. Het bloed is het geld (de bloedschijfjes!). Ik ooverweeg ook en pieker oover een antwoord aan de 93. ▫ Welk een bloed-reuk aan dat cijfer 93. De Terreur! ▫ Ik wou het een fonkelend, en dreunend artikel maken. Een oproep aan het Duitsche volk. ▫ Geduld! - als het koomen moet, zal het koomen. | |
maandag 26 oktoberIk voel mij goed, ondanks slecht weer. Storm en reegen. In 't veld en in de loopgraven hebben ze 't nu slecht. Maar ook de scheepen en de vliegers kunnen niet veel doen. Het plan van die oopen brief wil nog niet uit mijn hoofd. Maar ik voel hem nog niet voldoende. Als hij goed is, dan is het ook de tijd hem uit te geeven. Dan doet het moment er niet toe. Er zijn er genoeg in Duitschland die er vatbaar voor zouden zijn. ▫ Ik zou willen vragen om een beeter soort moed, een hooger soort plichtbetrachting. Ik geloof toch dat ik in staat ben iets te schrijven, zooals er nog niet geschreeven is, en zooals ik niet weet dat er door iemand anders geschreeven kon worden. Het feit dat het nationale enthousiasme het gevoel noodig heeft van een rechtvaardigen oorlog, een verdeedigingsoorlog, een opgedrongen oorlog, | |
[pagina 1406]
| |
aant.
| |
dinsdag 27 oktoberGister ontmoette ik Jan Veth, en ik sprak hem aan, bedenkende dat de vreede hersteld was en dat ik misschien met hem in één redactie moest zitten. Maar ik kreeg nooit zoo'n onplezierige indruk van iemand die mij vroeger bevriend was. Ik behield een weeë herinnering van zijn weeke, kouë/ dikke hand, en in zijn gezicht was alles vermaterialiseerd. Hij deed schutterig arrogant, zeeker ook uit verleegenheid. Hij komt niet in de redactie. Gelukkig! Gister avond bezoek van Heyenbrock met twee Belgen, een Waal, Pérard, die van Ostende gevlucht was, en een Antwerpenaar, een Tolstoytype, onderwijzer te Schooten. Van morgen barstte mijn vrouw in snikken uit om het verhaal van een moeder in Antwerpen, die haar kindje van drie dagen aan haar zoontje van 13 jaar meegaf, en haar kinderen liet vertrekken om zelf stervende achter te blijven. ▫ Wat al eindeloos aantal tragedies. ▫ Het is als een woudbrand, waarbij onnoemelijk veel kleine en groote weezens moeten vergaan. En toch heeft een enkel zorgeloos of baldadig mensch den brand gesticht. Het mag ‘noodlot’ heeten, maar men zal daarom toch niet nalaten baldadige en zorgelooze menschen er voor te straffen en herhalingen te voorkoomen. Ik lees een populair romannetje: the Scarlet Pimpernel. Juist omdat het aangeeft wat nog bij de meenigte succes heeft. Het is handig - maar erg kinderachtig. En toch kon zooiets mooi zijn, en 't zelfde succes hebben. | |
[pagina 1407]
| |
Gisteravond was ik bij Janssen en zijn vrouw en had een lang gesprek. Het eerste gesprek met Duitschers, of Duitschgezinden sints den oorlog. Maar hun Duitsche aard en gezindheid was zeer door Hollandschen invloed getemperd. Ze voelen zich ook Hollanders. Maar ze begrijpen het Duitsche enthousiasme beeter. Naar hun voorstelling is het Duitsche volk niet blindhoogmoedig of oovermoedig, maar zeer bezorgd, en de voornaamste gedachte is: als we maar een eervolle vreede krijgen. En hoe hebben ze juist alles gedaan om géén eervolle vreede te krijgen! Janssen ziet in het Duitsche militarisme een Agave die bloeit, om daarna te verwelken. ▫ Het gesprek was aangenaam, ik voelde den beiden geneegen. | |
donderdag 29 oktoberReegen. ▫ Nu ziet het er naar uit of we op het keerpunt zijn. De woedende aanval op Duinkerken en Calais is mislukt, een groote neederlaag der Duitschers in Polen, de opperbevelhebber ziek. Om Joffre begint zich dat aureool te verbreiden dat de menschen in zulk een tijd zoo noodig willen zien. Een andere groote figuur zien we nog niet. Als een merkwaardige complicatie: oproer in Zuid-Afrika. Zoo krijgt Engeland toch de straf voor zijn vergrijp. Hetzelfde wacht Duitschland voor België. Ik heb bedacht dat het verschijnsel der ‘perfidie’ dat Engeland zoo sterk heeft getoond, en dat nu ook in Duitschland voorkomt een natuurlijk gevolg is van het Imperialisme. Men wil de eigen individualiteit op anderen ooverbrengen, maar dat wil men door instinct, door aandrift, maar men weet dat niet en beweert het teegendeel. Omdat ieder het een slechte eigenschap vindt, als hij het van anderen ondervindt. Dus zegt hij ook: ik wil enkel recht en reede. Omdat hij van anderen alleen recht en reede verdraagt, maar geen agressie. Intusschen blijft hij agressief, en komt zoodoende tot leugen, bedrog, huichelarij, en inconsequentie. Ik bedacht ook dat ieder individu imperialistisch is, en dat niet wil erkennen. ▫ Persoonlijk ben ik daar, geloof ik, een voorbeeld van. Ik ben van nature met een zeeker imperialisme begaafd maar wil dat beslist niet. Als ik dan mezelven niet zeer goed waarnam en bedwong, kwam mijn imperialisme aan 't licht, en scheen te strijden met mijn eigen woorden en bedoeling. Dan werd ik ook perfide en huichelachtig genoemd - terwijl ik in vollen ernst eerlijk wilde zijn. | |
[pagina 1408]
| |
zaterdag 31 oktoberGuur en grimmig. ▫ Ik ben tamelijk rustig en tevreeden, zoover dat in deezen tijd moogelijk is. Ik ben voldaan oover mijn stuk. Het heeft de kenmerken van goede inspiratie. Het is gaaf en wat ik noodig had stroomde mij van zelve toe. Ik behoefde niet te tobben of te zoeken. En het is goed gebouwd, van zelf, van uit innerlijke noodzaak. Morgen ga ik het Royaards voorleezen. Gister en eergister las ik het thuis. Giza was er ook en brengt herrie en leeven in huis. De kinderen zijn dol op haar en hebben pret. Ik moet nu weer leezingen houden, waar ik teegen op zie. Vooral om 't werk. En ik moet het redactie-werk voor de Groene voorbereiden. Ik wil dat gebruiken voor een internationale beweeging. Wij moeten hier in Holland het cosmopolitische leeven gaande houden. Wij zijn er voor aangeweezen. | |
donderdag 5 novemberZondag las ik de Heks voor, bij Royaards. Zij waren onder den indruk, en ik las goed. Maar het laatste bedrijf beviel hem niet, en ik voelde wat hij meende. Werkelijk heb ik daar den oovergang tot wat ik eigenlijk dramatisch wil doen, in later werk, te snel gezocht. Poëtisch is het 't beste van 't stuk, maar in begrijpelijken zin dramatisch is het dat niet. Het is te agressief, te imperialistisch, terwijl de eerste twee bedrijven objectief-rechtvaardig zijn. ▫ Nu ben ik aan 't omwerken en dat gelukte mij terstond. Ik voel het goede werken, bevreedigend. Eergister was ik in Den Haag met Eduard van Nierop, en bezocht minister Loudon in 't ministerie. Een groot, stil, voornaam, stijlvol huis. En daarin de groote, steevige, rustige en voorname persoonlijkheid van Loudon die zijn geweldige verantwoording met een kalme veerkracht draagt, die werkelijk imponeert. | |
dinsdag 10 novemberGuur. ▫ In een paar dagen tijd werkte ik het derde bedrijf om. Ik vind nu zelf ook dat het veel beeter geworden is. ▫ Curieus dat bij mij zulk een creatie altijd vizueel moet beginnen. Ik liep twee dagen rond zonder te weeten hoe ik de gezochte verandering moest aanbrengen - totdat ik de | |
[pagina 1409]
| |
aant.
Het gemartel van den oorlog houdt nog steeds aan. Maar de wolk komt al zwaarder oover Duitschland. Ik bemerk hoe Gutkind en Geldmachers meer ‘kleinlaut’ worden. Turkije is geen vriend om mee te pralen. Het verlies van Tsing-tau is gevoelig, en het succes ter zee weegt er niet teegen op. ▫ Nu hangt veel van den Balkan af. Als daar de volken zich teegen Turkije en Oostenrijk keeren, dan moet Italië wel meedoen. Dan is Oostenrijks uur geslagen en staat Duitschland alleen. En dan zal de geldelijke last zelfs voor dat sterke, rijke land te zwaar worden. Ik zag Vrijdag een stuk van Shaw. Fanny's first play. Het voldeed wel, het is brutaal en geestig. Maar het is duidelijk dat de Hollanders er in missen wat zij toch behoeven. En dat is juist wat ik hen nu in de Heks zal bieden. Ik verlang er naar het stuk gemonteerd te zien. ▫ Zou het ditmaal beeter gaan dan met Circe, waarvan ik ook goede verwachting had? ▫ Men wil ernst zien, waarin men gelooven kan. Dat mislukte in Circe. Van Rolland ondervind ik warme toenadering. Dat is mijn grootste aanwinst in deezen oorlog. Ik heb nu de handen vrij, en ga hard werken. ▫ Patria cara, carior libertas, veritas carissima. | |
donderdag 12 novemberWild, guur weer. ▫ Gister bracht ik Royaards de omgewerkte 3e acte. Ik verwonderde me oover den leevendigen geest en de fut van deezen man, ondanks zijn gestadige zware inspanning. Hij heeft Orenda, Bedwingkracht. Ik at bij Jaap de Haan die Hebreeuwsch sprak met een Poolsch-russische Jood, vluchteling uit België. Daarna redactie-vergadering van ‘de Groene’ bij van Hamel. Eerst schaamde ik mij een beetje, - want het was heel anders dan de Forte-Kring. Dit waren zakenlui (de jood Warendorf), journalisten, professoren - ik zat vrijwel onder de filistijnen. Maar ik voelde geen onrust. Inteegendeel. Ik voelde goed te doen. Het was een sterke groep, energieke menschen, zonder kleingeestigheid. ▫ Ik wil van 't blad ook een tribune maken voor 't buitenland. En voor de Vrije jeugd. | |
[pagina 1410]
| |
vrijdag 13 novemberGuur, storm. ▫ Gisteren telegrafeerde Royaards me: 3e bedrijf uitmuntend, gelukgewenscht met gelukkig slagen. ▫ Ik heb tot nog toe steeds te hoog of te laag gemikt. Te laag voor eigen voldoening (Student thuis) te hoog voor 't publiek (Broeders, Lioba, IJsbrand). Torribio is wel goed, maar ik wil toch óók anders. Minnestral was een poogen in het rechte midden te treffen. Ook Circe. Maar beide lieten zich afleiden van hetgeen ik mooi vind eeven goed als 't publiek. En zulk een gemeenschappelijk mooi bestaat voor ons publiek en mij. Dat geloof heb ik behouden. Nu zal ‘de Heks’ daarvan de proef op de som zijn. En dan zal men later stukken als de Idealisten en Kenterend Getij ook wel aanvaarden. Terwijl mijn nieuwe werk niet meer behoeft te transigeeren, als de Heks slaagt dan is mijn weg zuiver aangeweezen. | |
zondag 15 novemberNu is het winter geworden, op eenmaal, op zijn onaangenaamst. Natte sneeuw en koude storm. Hoe kort geleeden schijnen de zoomerdagen, toen ik zwom in de bloementuin, en fietste langs Vecht en Angstel.. ▫ Ik schrijf aan Schijn en Weezen. En ik prepareer de redactie-arbeid aan de Groene. ▫ Het meest bezwaard ben ik door de leezingen. Het is me als heb ik er geen stof genoeg voor. Dat is schijnbaar, dat weet ik uit ervaring. Maar het is een beklemmend gevoel. En toch moet ik het doen. Het is onafwijsbare plicht. In den oorlog geen groote gebeurtenissen in de laatste week. Hoe lang kan die gespannen toestand duuren? Nu lijkt het weer of alles nog zeer lang duuren zal. ▫ Maar Duitschland is al geweldig geknauwd. Tsing-tau verlooren, de Emden gezonken, de Russen op komst, geen voortgang in België. ▫ Mariatti verwacht een groote plotselinge actie van zee-vloot en luchtvloot. ▫ Iets van dien aard moet gebeuren. Ik was Vrijdag met de Rijkensen, met Martha, Hans en Marietje bij de Midzomernachtsdroom van Royaards. Een vrij goede voorstelling. Ik lees ‘la Crépuscule des Dieux’ van een jonge Franschman, Elemir Bourges. | |
[pagina 1411]
| |
ik gerust. Bij mij is 't geen chaos. Inteegendeel. Ik weet precies wat ik wil, en mijn meeningen zijn eenvoudig en klaar. Mijn beklemming komt door het gevoel dat het alles al zoo bekend en eenvoudig is. Er wordt zooveel verstandigs gezegd in ons land tegenwoordig. Ik voel mij als 't ware belemmerd in 't spreeken door de oovermaat van voor de hand liggend argument. | |
donderdag 19 novemberVroeg invallende winter. Sneeuw en vorst. Bizonder naargeestig weer. Het is me alsof het lugubere er van sterker op mij inwerkt dan vroeger. De lieve kleine Vera, Carry's blond dochtertje, plotseling gestorven. Een engelachtig kind, dat eens zoo bedroefd was toen ze te laat aan de Zondagsschool kwam en de kinderen hoorde zingen: ‘en ze zullen God zien’ want ze vreesde dat zij God nu niet zien zou omdat ze te laat was. Een fijn, diepdenkend kindje, met haar mooie gezichtje en lichtblonde zijïge haren. ▫ Ik hoop dat Paul haar vinden en helpen zal. Ons electrisch licht is uit. Nu is 't alles petroleum. Zoo was 't ook een maand lang voor een jaar. Maar nu zal 't wel langer duuren. Ik was met Borel in Amsterdam. Plannen beramend voor de groene. Ik was ook met Giza in Bloemendaal bij van Vrieslant, die in haar huis woont. Rijke, goedhartige jooden. De zoon met literaire aspiraties. Ook was er een blonde jongen uit den Haag, Becht, student aan de Vrije Universiteit. Maar een, die niet aan de toekomst van het Christendom gelooft. Morgen de eerste voordracht van 't jaar. | |
[pagina 1412]
| |
is. Gisteren bezoek van Simon B. Stokvis die kwam solliciteeren voor medewerking aan de Groene. Ik heb nu een druk, werksaam leeven. Dat helpt in deezen wintertijd. Ik at Vrijdag bij Royaards en zag de repetitie voor de Gijsbrecht. De Heks gaat reeds deeze week in studie. Ella noemt het stuk een ‘Volltreffer’ en Norlind spreekt ook van een ‘machtigen indruk’. Ik ben benieuwd of ik dat redactiewerk er goed afbreng. Zou ik nu ‘wijs’ genoeg er voor zijn? | |
zondag 29 novemberHet was een week van opgewekt leeven, waarin ik het zeer druk had en mij eeven gezond, energiek en veerkrachtig voelde als op een tournee in Amerika. Dat kwam door het tooneelstuk, door de leezingen in den Haag en in Enschede, en door het werk voor de Groene redactie, waar wij plotseling moeten invallen. En een diepe indruk kreeg ik ook van mijn bezoek aan de belgische soldaten in Amersfoort, aan Joors en zijn verloofde Magda Peeters. Ik praatte ook een heelen middag met Krah, en ontmoette zijn mooie jongere zuster. Gisteren zakte mijn stemming, na de leezing van mijn stuk voor de acteurs. Ik begreep hoe ver we nog van elkaar stonden, Amsterdammers en ik. Het stuk goed te bezetten is reeds ontzachlijk moeilijk, en ik heb nu al alle illuzies omtrent een groot succes van me weg gedaan. ▫ Mij interesseeren geldzaken niet, en den Amsterdammers interesseeren ziels-zaken niet. In Amersfoort toen ik de belgische kaerels zag voorbij gaan, die allen in het vuur geweest zijn, toen voelde ik oover hen een waardigheid - die het Hollandsche leeger mist en mag benijden. ▫ Heel Amersfoort was uit zijn burgerlijke kleinsteedschheid opgcheeven. Ik zag de ontmoetingen tusschen moeders en zoonen, vrouwen en mannen, zusters en broers - tranen en omarmingen. ▫ Magda Peeters deed mij verhalen van haar vlucht uit Antwerpen, terwijl haar geliefde met het leeger oover de Schelde trok, hoe ze een etmaal aan de kade stond met haar moeder, en niet weg kon, omdat er geen plaats was op de booten. Nu en dan omgeworpen door de luchtdruk van de houwitsers. ▫ Zij was mij sympathiek, de roodblonde Vlaamsche, met duitsch en Amerikaansch bloed. Gister was ik nog vol geest en zelfvertrouwen. Vandaag voel ik weer mijn ontoereikend vermoogen, mijn te ver weg staan van mijn meedemenschen, mijn gemis aan detail-kennis, omtrent hetgeen mij niet interesseert. Zou ik als redacteur deugen? | |
[pagina 1413]
| |
maandag 30 novemberGrijs, storm. ▫ Een goed stuk van von Molo hief me weer wat op - omdat het de internationale rubriek kan oopenen. Maar ooverigens gaat het weer als van ouds. Slecht. Geldzorg, geen verwachting meer van mijn drama, geen uitzicht in den oorlog. Yperen verwoest. | |
zondag 13 decemberReegen. Gister kreeg ik een zeer heevige bui van depressie. Dan ziet alles er zoo volkoomen hoopeloos uit. ▫ Ik heb 7 December in Amsterdam gesproken voor de S.L. Ik at bij Jaap met een paar jongelui. Dinsdag zag ik het thuis voor dakloozen, rondgeleid door Jonker. ▫ 9 December sprak ik in Rotterdam en was de gast van Victor van Vriesland, de jonge fransche Nederlander, vrij wel decadent, Jood, Zionist, groot-steedeling, maar niet zonder talent, en mij welgezind. Ook was er Hendrik Beek, zich noemende Krede ben Heik. Een goedhartig type, sympathiek, doodarm, en niet voorzien van veel goeden smaak, maar braaf en eerlijk. Ik sprak goed in Rotterdam, voor de Ver. voor 't belang der Vrouw. Ik zag Krah des middags en hoorde zijn sonate. Hij heeft melodie. Ik las Arnold van Gennep, Algérie. De Heks uitgesteld tot Januari. Geldnood. Buber en Landauer willen den Kring bijeenroepen. Bjerre wil koomen. | |
[pagina 1414]
| |
dinsdag 15 decemberGisteravond Schäfer avond, die Brahms speelde. Met toeneemende beezigheid ook toename van het wegraken van papieren, brieven of manuscripten. De aandacht is meer inwendig gekeerd en vergeet duizend kleine details van het actieve leeven. Soms is het spookachtig. Maar altijd zeer lastig en onaangenaam. | |
vrijdag 18 decemberGuur, grijs weer. ▫ Zeer laag gestemd, weer last van mijn oogen. Ik schrijf nu weer in de hut - maar vind niet genoeg in mijzelven. Ik zoek dan inkeering en vind wel een zeekere rust, maar alles ziet somber - en de schoonheid van mijn leeven is zoek en schijnt een hersenschim geweest. Ik troost mij dan door het hier neer te schrijven. Daardoor is de voorstelling hier te ongunstig - omdat ik de blije momenten niet neer schrijf. ▫ Ik hoor niets van mijn drama. Royaards schijnt ziek. De Serviërs versloegen de Oostenrijkers en namen Belgrado. De Duitschers versloegen de Russen weer, en Berlijn vlagde. De Duitsche vloot hield Engeland wakker, door een kust bombardement. Een domme taktiek teegenover een volk als het Engelsche. Ik kreeg een brief van Spitteler, met zijn portret. En een zendbrief van Rang. Deeze laatste is wel de meest-beteekenende gebeurtenis van deeze dagen, omdat hij toont dat de Kring ongebrooken blijft. ▫ Ook Gutkind en Rolland schreeven. Ik heb Rolland's vriendschap, een groot bezit. Gutkind is nog steeds dezelfde Engelschen-hater en Mantschoe-knecht. | |
[pagina 1415]
| |
maandag 21 decemberGraauw en somber. ▫ Het staat vast, er kan maar één waereld zijn ... en die waereld is de mijne. ▫ Ook al nam ik aan dat er veele waerelden zijn, veele cosmoi, dan behooren die toch weer tot één zelfde - en dat is weer mijn waereld. Dit is het allerdiepste wat ik zeggen kan. Het kan niet anders - en toch is het weer absurd. ▫ Het Heelal is volmaakt - deeze uitdrukking is al pleonastisch. ▫ De vreugde is het meest werkelijke - ook dit is pleonastisch. Alles wat is, ben ik, moet ik zijn, er is niets anders als ik. Er is nooit iets anders geweest en kan nooit iets anders zijn. | |
maandag 28 decemberHet vroor een paar dagen, op Kerstmis. Toen was het weer stil en zonnig, 's nachts koud. Nu is het weer zoel, storm en reegen. Het beste van de laatste dagen was weer een brief van Rolland. Ik ben reedelijk goed, maar niet hoog gestemd. Ik voer niet veel uit. Kleine artikelen voor de Groene, en correspondentie. Zuster Toosje is bij ons. Met Kerstmis was er Jaap de Haan. En Henriette Roll. Ik lees een boek van Daguerches: le Kilomètre 83. De oorlogvoerenden koomen steeds meer vast te zitten. ‘Als herten wier gewei De patriottische stemming in Frankrijk neemt toe. Ook Engeland gaat het meenen. ▫ Zou het niet zaak zijn, nu reeds een samengaan der neutralen te bepleiten. Als zij eensgezind zijn en hun kruit drooghouden, kunnen ze dan niet op 't eind, teegen dat de strijders verzwakken, een beslissende stem krijgen? Kunnen ze niet eischen: Zelfstandigheid der kleinere staten, vermindering der staande leegers, openbaarheid der diplomatie? | |
[pagina 1416]
| |
woensdag 30 decemberGister woedde een heevige storm. Maar wat die voor schade deed is miniem bij de schade die de menschen elkaar doen. ▫ Het gaat mij niet best. De demonen schijnen bij Krah machtiger dan ik. Ik heb zijn vertrouwen verlooren. ▫ Alleen mijn droomen zijn niet slecht. Maar toch ook niet schoon en verheeven. ▫ Ik voel mij in droeve hechtenis. | |
donderdag 31 december, oudejaarGisteren bleef ik zeer somber. Ik moest spreeken voor de Chineezen in Amsterdam en ik dacht daardoor, zooals altijd, weer opgewekt te worden. Maar ondanks een goede, krachtige reede en een dankbaar gehoor, bleef ik eeven somber. Ik zou kunnen zeggen: mijn meester toonde zich niet, ondanks dat hij door mij sprak. Ik was diep droevig. ▫ Maar van morgen werd ik verligt wakker. En nu voel ik ook weer veel hoopvoller en krachtiger. Ik droomde bijna helder. Einde van het bloedjaar 1914. Het volgende laat zich nog niet beeter aanzien. Er zullen geweldige evenementen plaatsvinden. Want geen volk is voorbereid op een neederlaag, en toch zal een volk aan 't kortste eind moeten trekken. De natuurlijkste splitsing zou zijn: Oostenrijk, Rusland en Duitschland teegenoover de rest van de waereld. En dat zou beteekenen een vreesselijke kamp - en binnenlandsche revoluties in die drie landen. Voor mij was het het jaar van den Forte-Kring en Juni het glanspunt. Toen was het accacia tijd. Daarna kwam de waereldbrand. Maar ik voel dat de kring gespaard blijft. Sirius II verscheen en werd beeter ontvangen dan ik verwachtte. Ook in Duitschland. Ik schreef de Heks van Haarlem, de vierde zang van Schijn en Weezen II en wat artikelen en een paar verzen. Verder brieven aan den Kring. Ook de brochure ‘Voor de vrije jeugd’. De bundel Studies verscheen niet, door den oorlogstijd. Opgevoerd werd alleen: de Student thuis. Maar de Heks is in studie en gaat oover 14 dagen. Ik ben op alles voorbereid, ook op échec. Ik won de vriendschap van Romain Rolland. ▫ Ik deed een reis naar Weenen en sprak daar drie of vier malen en sloot vriendschap met Von Molo, Heller, de Gombrichs, Elly Heim, Wasserman, ontmoette Grete Wiesental. ▫ In Juni was ik in Berlijn en hernieuwde de kennis met den | |
[pagina 1417]
| |
voortreffelijken Marshall von Biberstein, die nu helaas gesneuveld is. Behalve in Weenen hield ik voordrachten in Antwerpen, Gent en Brussel. In Amsterdam sprak ik minstens vier malen. Voor Kunst aan 't volk (2 ×), voor de Vrouwen, voor de studenten en voor de Chineezen. Verder in Brielle, Purmerend, Deventer, Rotterdam, Den Haag, Groningen. |
|