Naberigt.
Daar ons Werkje van Voorberigt, Opdragt, Mottos, eeuwigdurende Aanteekeningen, enz., degelijk voorzien was, wilden wij hetzelve tevens met een zoo belangrijk stuk, als eene Goedkeuring is, wapenen. Iemand bood zich aan, om hetzelve aan een' bevoegden boekkeurder (waarschijnlijk van vlaamsche formulier-gebedenboekskens, of marktliedjes,) te onderwerpen; en verklaarde ons, van een' Gendschen Geleerde in us de volgende Approbatie, in gendschen tongval, zoo ons dunkt, geschreven, te hebben ontvangen. Lieve Lezer, wij hebben U dit stuk, even merkwaardig als het voorgaande Erratum, niet willen onthouden.