Aanmerking.
De volgende wijdloopige aanteekeningen mogen eenigen deels nutteloos voorkomen, anderen zal deze olipodrigo of mozaik aangenaam, nuttig, ja, noodzakelijk wezen. Immers komen er zinspelingen in mijn werk voor, die door allen niet dadelijk zullen - of moeten begrepen worden.
De plaats uit den IIIden Zang:
'k Hoop, dat een ijvrig man, in wedstrijd met den Gal,
't Strafwetboek voor uw soort welhaast berijmen zal.
Ziet aldus op het Burgerlijk Wetboek in fransche verzen gesteld; men kan immers veel weten, en die aardigheid niet kennen; ja, men kan een goed regtsgeleerde zijn, zonder dit werk beoefend te hebben; zoo ook, kan men vele dichters van naderbij kennen, en toch van geen hollandschen Zwanenburg of vlaamschen Cammaert weten te spreken.
Daarbij komt, dat ik niet hoop, (zelfs niet na mijn dood,) een Commentator in-fol. op mijn werk te krijgen. De mode heeft hierin zeker, als elders, haar regt gehad; ik reken het mij derhalve ten pligt e fumo dare lucem.