Tekst.
Antw. lb., 1544, nr. 13, bl. 18, ‘een oudt liedeken’, hierboven weergegeven; - Uhland, Volksl., nr. 171C; - Willems, Oude Vl. ldr., nr. 103, bl. 242, en Hoffmann v.F., Niederl. Volksldr., nr. 178, bl. 315.
Uhland t.a.p., nr. 171, A en B, deelt twee met onzen tekst in verband staande Platduitsche teksten mede: ‘Henneke knecht, wat wiltu don?’ (van een boerenknecht die matroos wil worden, maar na eene mislukte zeereis aan wal terugkeert), en ‘Bistu ein Krigesman edder ein bur’ (van een rijken boerenzoon die door een werver wordt meegetroond). Van dit laatste lied blijft slechts de eerste strophe over, en deze stemt juist met de eerste strophe van den Nederlandschen tekst overeen. In het Nederlandsche lied, wil Hansken geen matroos, maar wel ruiter worden; echter vindt men hier de beschrijving van de zeeziekte, die slechts bij Uhland's nr. 171 B, te pas komt. Dr. Kalff, Het lied in de M.E., bl. 398, is van oordeel, dat ons lied naar beide Platduitsche teksten is bewerkt: ‘de Nederlandsche bewerker heeft den aanvang van het lied: ‘Bistu ein krigesman’ overgenomen en (bewust of onbewust) samengesmolten