Tekst en Melodie.
Willems, Oude Vl. ldr., nr. 141, bl. 338, beide zonder bronaanduiding. Snellaert doet opmerken, dat dit lied ten tijde van W. waarschijnlijk nog werd gezongen. Snellaert, Oude en nieuwe liedjes, 1852, nr. 41, bl. 21, en 1864, nr. 49, bl. 52. - De muzikale rhythmus is hier overwegend, van daar de valsche scansie:
Míjn lief, myn schóon Bellotjen,
'k héb u zoo láng bemind,
míjn liefde gáet verloren, enz.