Tekst en Melodie.
J. Starter, Friesche Lust-hof, Amst. 1621, bl. 55, ‘Nieu liedeken tot lof van Vrieslandt’, zonder wijsaanduiding; - J.H. Scheltema, Nedl. ldr. uit vroeg. tijd., Leiden, 1885, nr. 5, bl. 17. - Pr. van Duyse, Verhandeling over den drievoudigen invloed der Rederijkkameren, enz. 1861, bl. 60, noemt Starter den ‘dichter van het hartelijk en krachtig lied op Friesland’. Eene navolging van de eerste drie strophen, in de Fransche taal, in zelfde metrum, is te vinden in Dr. J.A. Worp's uitgaaf van De gedichten van Constantijn Huygens, Gron. I (1892), bl. 210. - Bij gebrek aan wijsaanduiding en naar luid van den titel van Starter's werk, waar men leest: ‘by alle onbekende wysen, de noten, ofte musycke gevoeght, door Mr. Iaques Vredeman, Musyck-Mr. der Stadt Leeuwarden’, is men gerechtigd de fraaie melodie aan te zien als eene compositie van dezen laatste. Vredeman, componist en schrijver over muzikale kunst, gaf, volgens Fétis, Biogr., reeds les in de muziek te Leeuwarden in 1600 en leefde nog veertig jaar later in dezelfde stad; - Stalpaert, Extract. Cath., Antw. 1631, bl. 36, zelfde melodie voor: ‘Wacht u toch wel te kloven’.