Tekst.
Delfschen Helicon, 44en druk, Amst. 1720, bl. 5, ‘een nieuw liedeken van Rosemont. Voys: Elida, ò soete diertje.’
‘Rosemont’ aangeh. als stem, t.a.p., bl. 15, voor het lied: ‘Om den geest wat te vermaken’; bl. 16, voor het lied: ‘Floramonde, in het blosen’, en bl. 17, voor het lied: ‘Silvia ginck water halen’; - Krul, Pampiere wereld, 1644, I, 166, IV, bl. 2 en 80, voor de liederen: ‘Mach men niet te recht gelijken’, - ‘Schoonste van de herderinnen’, - ‘Floramondi, in het bloozen’, reeds gemeld; - H.J. van Lummel, Nieuw Geuzenlb. bl. 535, voor het lied: ‘Looft den Heer voor dees victory (Gesangh over de victory van Sas v. Gent, 1644)’; 't Groot Hoorns.... lb., Amst. c. 1700, bl. 159, 162, voor: ‘'s Winters als de strenge buye’, - ‘Als Cupido was gedreven’, en bl. 169, voor de tweede strophe van het lied ‘Roemsuchtig Amstelland’, waarvan de verschillende strophen telkens op eene andere melodie worden voorgedragen. Deze tweede strophe vangt aan: ‘Laat vry roemen d'andere steden’; - Het nieuwe vermakelijke Thirsis minnewit, Amst. 1730, I, bl. 131 en 150, voor: ‘Haagje gy baart schoonder maagden’, en het reeds tweemaal gemelde ‘Floramondi, in het blozen’, - Ib. IV, 1731, bl. 27, voor: ‘Cana, 't puikje van de maagden’.