Melodie.
Amst. Pegasus, 1627, bl. 4; onder ‘M. Campanus veld-deuntjes’, voor: ‘Wie doch souwde glory strijcken’. - ‘Ne vous offencés’ wordt aangeh. als wijs in La pieuse alouette, II (1621) bl. 371, met een aantal andere wereldlijke stemopgaven, voor: ‘Je sens ma poitrin' attainte’. De zangwijs, met driedeelige maat, komt voor t.a.p., in het lb. uitgegeven door da Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Door de in Amst. Peg. aangeduide tweedeelige maat in driedeelige te veranderen, trachtten de uitgevers van het Nederl. Volkslb., die wij hierin volgen, het verband tusschen taalmetriek en muziek te herstellen. Het door Hooft gebruikte metrum is zuiver trochaïsch in al de versregelen:
Déianíra', ick ként u wésen, enz..
In Hooft's spelling duidt de apostrophe de samensmelting aan van de lettergrepen -ra en ick.
De melodie behoort naar alle waarschijnlijkheid bij een ‘air de cour’ of een gezongen ‘air de ballet’ van den aanvang der XVIIde eeuw. De eerste strophe van den oorspronkelijken Franschen tekst (6 str.) met het opschrift: ‘Contentement passe tout’, te vinden bl. 61 van het Hs. nr. 21718 der K. Brusselsche Bibliotheek, past nochtans tamelijk goed op de melodie, zooals deze zich voordoet in Amst. Pegasus:
Ne vous of - fen - cez, ma-da-me,
Si l'on meurt en vous ai-mant,
Si pour al-lé-ger ma flam - me,
Je vous con - te mon tour - ment.