Nieu Amst. lb., 1591, bl. 94, ‘een nieu liedeken’, tekst hierboven; komt mede voor bl. 149 van Wouter Verhee's lb., beschreven door Dr. Bolte, Tijdschr. voor Nederl. taal- en letterkunde, Leiden, VIII (1889), bl. 237 vlg.
Melodie.
Theodotus, Het Paradys der gheest. en kerck. lof-sanghen, Antw. 1648, bl. 569, ‘op de wijse: Mijn sinnen zijn ontstelt ,, gequelt’.