Tekst.
Antw. lb., nr. 18, bl. 24, ‘een amoreus liedeken’, hierboven weergegeven; - variante, naar een 16e-eeuwsch Hs., in onze Oude Nederl. ldr., mel. uit de Souterl., Gent 1889, bl. 280; - Een Aemstelr. amoreus lb. 1589 (beschreven door J. Bolte, Tijdschr. voor Ndl. taal- en letterk., Leiden 1891, bl. 175 vlg.) bl. 23a: ‘Dat ick om een beelde soet//dus langhe moet trueren’ - ‘op die wijse: Pour ungepayste’. Aangeh. door Dr. Kalff, Het lied in de M.E., bl. 314, 316, 332. Aangeh. als wijs: Van Mander, De gulden harpe, 1627, bl. 182, voor: ‘Egyptenlant/ vol schoon samblant’.