opgegeven melodie zooveel mogelijk te bewaren, hebben wij de eerste drie verzen der eerste strophe zonder voorslag gescandeerd. Men vgl. in dit opzicht Lootens et Feys, Chants pop. flamands, nr. 32, 33, 39, 51, 55, 63 enz., waaruit blijkt dat de melodie van het volkslied, schoon verkeerdelijk, met eene in arsis staande syllabe, naar het voorbeeld der oude componisten, ook wel op den slag aanvangt. De Rederijkers - het hier besproken lied gaat van hen uit - vonden daar, natuurlijk, ook geen graten in.