Melodie.
In Veelderhande liedekens, 1569, vindt men, bl. 145, een lied (herdrukt door Wackernagel, Ldr. der niederl. Reform., bl. 139, aangehaald door Dr. Wieder, De Schrift. liedekens, Reg. nr. 458), ‘na de wijse: Met eenen droeven sange’, dat aanvangt:
clage ic dit jammer groot,
datmen dus siet vernielen
die Gods woort belijden bloot:
veel hebben t' Hemels Groot
brengense meest ter doot.
Het lied ‘Den noot en smenschen lijden, op de wijse: In bitterheyt der zielen’, te vinden met de melodie in Der Reden-ryckers stichtighe tsamencomste, Schiedam, 1603, sign. Z, heeft denzelfden versbouw als de voorgaande strophe. Dus hebben wij hier naar alle waarschijnlijkheid de melodie van nr. 117 en 118 Antw. lb. Zie mede Dr. Wieder t.a.p., nr. 540 en 541, twee liederen: ‘Met eenen droeven sanghe’.