Tekst.
Antw. Lb., nr. 75, bl. 112, ‘een nieu liedeken’. Zie onder de geestelijke liederen onzer verzameling eene navolging van dit lied, dat denzelfden aanvang heeft.
Eene lezing van een aanverwant Duitsch wachterslied komt voor in het Hs. van Heidelberg van o. het midden der XVIe eeuw (1520-1566), en eene andere in het Ambraser Lb. van 1582, nr. 41. Zie Böhme, Altd. Lb., nr. 104. bl. 200, en Erk u. Böhme, Deutscher Liederhort, I, nr. 94d, bl. 340. Beide lezingen schijnen aan E.u.B. navolgingen van nr. 75, Antw. lb. - ‘Als geheel’, zegt Dr. Kalff, Het lied in de M.E., bl. 291, ‘staat het Nederlandsche lied vrij wat hooger dan het Duitsche’. De eigenlijke scansie, met drie accenten, voor het 3e vers der lste str., en het lste v. der 2de is: ‘Wíe verhólen wilt vríen’, doch hiermede verdwijnt telkens de muzikale voorslag.