Tekst.
Antw. lb., 1544, nr. 19, bl. 25, ‘een nyeu liedeken’, hierboven weergegeven; - Amst. amoreus lb., 1589 (beschreven door Dr. J. Bolte, Tijdschr. v. Nederl. taal- en letterk., Leiden, 1891, bl. 175 vlg.), bl. 32b, ‘op de wyse: alsoot beghint’;
- Willems, Oude Vl. ldr., nr. 66, bl. 172; - Uhland, Volksldr., nr. 78; - Hoffmann v.F., Niederl. Volksldr., nr. 64, bl. 152; - Nederl. lb., uitg. Willems-Fonds, Gent, II, nr. 53, bl. 42. - Aangeh. door Dr. Kalff, Het lied in de M.E., bl. 294. - Böhme, Altd. Lb., nr. 103, bl. 199, en Erk u. Böhme, Deutsche Liederhort, II, nr. 810, bl. 611, Duitsche vertaling. - Hoffmann v.F., Niederl. geistl. Ldr., nr. 101, bl. 199, aanvang van 6 str. hierboven, wijsaanduiding: ‘Haddic den slotel van den dach // ic worpse’, voor het 15e-eeuwsch lied: ‘Jesus minne heeft mi ghewont’.