Het oude Nederlandsche lied. Deel 1
(1903)–Florimond van Duyse– Auteursrecht onbekend
[pagina 295]
| |
55.
| |
[pagina 296]
| |
9.
Si seyde: ‘gaet wech vuyl serpent,
u tonge heeft seer ghelogen;
het fenyn is in u present,
mi dunct ic ben bedroghen.’
10.
Die dit liedeken eerstwerf sanck,
wat loon sal hem God geven?
Syn soete lief al bider hant,
daer na dat eewich leven.
1, 1-2. t: Op een morgen stonde; vgl. de wijs aangeduid door de Souterl. - 5, 2. t.: reyn. - 5, 4. al bijgev. | |
Tekst.Antw. lb., nr. 133, bl. 200, ‘een nyeu liedeken’. Aangeh. door Dr. Kalff, Het lied in de M.E., bl. 175. | |
Melodie.Souterl., 1540, Ps. 81; ‘God heeft wel eer ghestaen, - nae die wise: Op eenen morghen stont // so yst dat ic beghinne. Int walsce: Sur le pont Davigon’ (lees: ‘d'Avignon’). Eene meerstemmige bewerking, waarvan alleen de bassus is overgebleven, kwam voor in het Kamperlb.. Zie Dr. Kalff, t.a.p., en Tijdschr. voor N.-N. mzgsch., III (1891), bl. 155; de overgebleven bassus duidt eene bewerking aan van Ps. 81 Souterl.. Eene vierstemmige bewerking van het Fransche lied ‘Sur le pont d'Avignon’ is te vinden in Petrucci's Harmonice musices odhecaton, Venetië, 1501-1503. Weckerlin, La chanson pop., bl. 64, geeft de eerste maten van deze door hem in partituur gebrachte bewerking. - Tiersot, Hist. de la chanson pop, en France, bl. 464, deelt de zangwijs mede door hem aan die bewerking ontleend. De melodie ‘Op eenen morgenstont’ laat zich in die zangwijs gemakkelijk herkennen: Sur le pont d'A - vi-gnon
‘Op eenen morgen stont, om de mey so wast’, aangehaald als wijs in Amst. amor. lb. 1589, bl. 42a (beschreven door Dr. J. Bolte, Tijdschr. voor Ndl. taal- en letterk. 1891), voor: ‘Een ridder ende een meysken ionck’. Zie bl. 156 hierboven. De melodie van ‘Een ridder’, Ps. 14 Souterl. is ook niet zonder eenige verwantschap met de melodie ‘Sur le pont d'Avignon. - ‘Op eenen morgen stont’ wordt nog aangeh. in Amsterdamsche Pegasus, 1627, bl. 123, voor ‘Hoe langh / wreede Roselt’, zesregelige str. met anderen versbouw. |