Journaal. Deel 3, boek 7
(1866)–Anthony Duyck– Auteursrechtvrij[De maent van May][Den 3en May]Die van Embden versuymden heur saken soe verre dat se toelieten dat Carel Nutsel, den 3en May wesende in de stadt gecommen, vanden burch af dede lesen een seer harde propositie tegen de magistraet, in dewelcke hij verthoinde, hoe dat den Vrijheer tot Munckwitsburch ende hij vanden Keiser affgesonden waeren om heur te verhaelen tgeene sij in last hadden, dat den Frijheer niet hebbende connen in tijts aencommen, hij nu den opgeleyden last volbrengende, henl. alle te samen aenboot Keiserlijcke genade, ende dat d'selve gemeint hadde dat die van Embden mette Keiserlicke resolutie vanden jare 97 ende de nieuwe vrijheiden, die se daerbij hadden vercregen heur souden gehouden hebben als goede onderdanen ende d'selve resolutie gevolcht, dat Sijne Mat nu verstont dat se in veel deelen daertegen deden met opstellen van imposten, accisen, almiraliteyten, geboden ende verboden, die geen fursten toe en staen te doen, veel min een stadt die een Graeff onderworpen is; dat se wel de articulen vande resolutie tot heuren voordel aennamen, maer d'anderen achterlieten, ende of wel den Keiser de verclaringe op deselve articulen aen hem hadde gehouden ende heur doen citeren om te doceren de paritione, sij evenwel geappelleert hadden aen tcamergericht, ende als den Graeff heur alle desen niet en hadde willen gestaden sij oproer hadden gemaeckt ende saken daeronder gestift, die de Graefschap ende t' gansche rijck naedeelich waren ende die de auctoren met lijff ende leven niet en souden repareren, maer die ten hoochsten strafbaer waren; dat die van Embden trotsich tegen gestaen hadde tbesluyt vanden lantdach tot Aurick, niettegenstaende sij tselve noch hadden geratificeert, onaengesien den Graef selfs heur met alle middelen in heur oproer getracht hadde ter neder te stellen, welck exempel die van Norden oick hadden gevolcht onder pretext dat se tot onderhout vande voorleden Graefs weduwe waren geassigneert, ende dewijle dit alles tegen recht ende alle de Keiserlicke resolutien was, soe hadde de Keiser heur gesonden om te sien hoe de saken voors. stonden. Item dat de Keiser t'slot vanden lantdach tot Aurick billick hadde bevonden, ende daerom | |
[pagina 347]
| |
alle stenden bij mandaet deur een heraut te doen hadde willen doen bevelen des naer te commen. Item om die van Eemden deur den heraut mede te doen insinueren sijn citation mandaet nopende de contraventiones tegen de resolutie de anno 97, ende noch om deur den heraut te doen publiceren het mandaet tegen de aucteuren vande beroerten ende eervergeten vredebraken, ende dan van alles resolutie te doen ende ordre te helpen stellen dat voortsaen geen gevaerlijcke beroerten meer en geschieden, ende dat des Keisers bevelen mogen gehoorsaemt worden, ende om voorts daer in tlant te blijven tot op naerder last vanden Keiser om in de voorgaende poincten te voorderen ende te doen tgeene heur voorts secretelijck belast is oft noch mach werden, dat se daerom de Keyserlijcke beveelen ende commissarissen souden hebben te respecteren ende te achten als goede gehoorsamen ondersaten, ende soe de ongehoorsamen souden willen voortsgaen, waren sij gelast de executie der mandaten tegen d'selve te vervolgen.
Dit gedaen quam den Keiserlicken heraut voorts van gelijcken daeraf, lesende dry Keiserlijcke mandaten, waervan t'eerste was van den 11en Marty 1602, houdende dat hij approbeert ende confirmeert den vijffjarighen impost op de hartsteden in Junio 1601 op den lantdach van Auryck geconsenteert totten Turcksen stuyr, ende daerom beveelt alle de lantsteden van Oist Vrieslant die te betaelen aende officiers vanden Graef sonder belet ofte appellatie op peine vanden acht, ende den rebellen ofte ongehoirsamen daertegen binnen Emden wesende nyet bij te vallen ofte te helpen op gelicke peine, dewijle hij al bereits tegen die van Emden heeft doen procederen, maer dat d'selve lantsteden heuren Graef sullen gehoirsamen ende respecteren. Het tweede mandaet was van citatie ende van denselve date tegen burgemeesteren, raet ende vertigen, hopluyden, vendrich, lieutenanten ende crijsraet, older luyt der gilden met alle heur consorten, aenhangeren ofte geinteresseerden in desen ende de gansche burgerschap ende gemeinte tot Emden, houdende
1. dat des Graven mandaten alomme volgende de Keiserlijcke resolutie ende recessen behoiren gerepareert te worden;
2. dat de besluyten op lantdagen bij t'merendeel gedaen gevolcht sullen werden;
3. dat alle nieuwe exactien afgeschaft sullen werden;
4. dat de veertigen vercoren sullen worden met meerderheyt van stemmen ende niet en sullen mogen vergaderen dan met consent vande regierende burgemeesteren.
5. Verhaelende voorts de ordre op de verkiesinge van veertigen, burgermeester ende raet;
6. ende dat se om de incorperatie van tbalderen den Graef jaerlicx moeten betaelen 1700 richstaeler;
7. dat se in criminalibus procederen moeten volgende de ordre;
8. dat de geltboeten den Graef ende magistraet elcx half commen; | |
[pagina 348]
| |
9. lastende dat alle crijswesens soude werde afgeschaft uytgeseit de notelicke burgerwacht;
10. dat de stadt den Graef belooft heeft 80.000 £ ende de jaerlicxe renthen tegen acht ten hondert totte lossinge;
11. ende dat se den burch met muyr ende poorten souden sluyten, een waterlosinge maken ende een fray huys daer bouwen ofte daertoe geven 20.000 £;
12. dat alle monopolien swaerlick sijn verboden;
13. dat den Graef hoocheyt ende recht over alle sijn steden ende landen heeft, volgende de leenbrieven, privilegien, hulden ende aenneminge, waernaer hij begonst te verhalen hoe dat se tegen alle dien gedaen hadden ende noch dagelicx deden, te weten:
1. dat se veel ten achteren wesende aenden stuyren vande jaren 94 ende 98 des Graefs executien niet hadden willen lijden, maer selfs een deel gelts te wege gebracht hebbende met vreemde quotisatie tselve deur Pieter vander Eck gesonden hadden naer Francfurt aen rijcxontfangers als of sij een steede apart waren sonder aen des Graefs ontfangers te willen betaelen. Dat se de verboden monopolie vande Engelsche mercadenten avanturiers in heur stadt hebben genomen tegen de rijcx recessen. Dat se op eigen auctoriteyt licenten ende imposten hadden ingevoert, twelcke den Graef met bevelen willende beletten, op den 19en Febrij 1601 hadden sij geseyt ongehouden te wesen de Graef te gehoirsamen, ende naer rejectie van die exceptie hadden sij geappelleert ende in alle wegen getracht t'onderbrengen de superioriteit vanden Graef.
2. Dat sij op eigener auctoriteyt den 24 November 1600 alle de lantstenden binnen Emden hadden beschreven sonder consent vanden Graef om den 29en tot Emden op traethaus te commen ende tsamen te resolveren, ende als den Graef daertegen opposeerde, willende redenen weten, hadden sij daeraf aen tcamergericht geappelleert, dat se de Aurischen lantdach afscheit bij heur eigen gedeputierden aengenomen ende bewillicht, niet hadden willen volgen, maer daertegen gedaen ende den boeren opgerist om mede daertegen te doen ende soe alle tweespalt in tlant tusschen de stenden gemaeckt ende mede veracht des lantdachs afscheit van September 1600 tot Emden genomen, ende voor heur selven eenige quotisatien in stadt hadden gemaeckt.
3. Dat se den 5en Febrij 99 imposten ende accisen hebben geset op incommende ende uytgaende ende geconsumeerde goederen tot belastinge van alle menschen ende den luyden die daerover claechden, ende met des Graefs brieven quamen, met quade woorden, dreigementen, confineren in heur huysen ende belastinge van soldaten gedwongen hebben tselve te moeten lijden, ende daertegen den Graef alle belet in sijn tol gedaen, sonderlings nopende de Engelsche monopolien, handelinge ende | |
[pagina 349]
| |
des Graefs accismeester afgeset ende verboden bij peinen hem niet meer te betaelen.
4. Dat se de nieuwe veertigen niet vande outste ende beste burgeren nemen, maer jonge, lichtveerdige ofte bancquerottieren, dat de president vande vertigen d'selve sonder consent van woorthoudende burgermeester doet vergaderen ende mette crijsraet bijeen commen, alles in roere stellende ende dwingen elckeen heur resolutien te volgen, vermeesterende alsoe den raet ende stotende omme alle ordentlijcke resolutien, verweckende alles met confusie.
5. Dat de burgermeesters dickwils geen burgers en sijn, ende sonder beedinge vanden Graeff tot haer ampt treden, altemet weygerende den burgerlicken eedt, die den Graef vuyt vrese van oploop niet en derff recuseren, als Christiaen Buxtardts, Lucas Major, Harmen Meijers ende Jan Wijnholts is wedervaren.
6. Dat se contrarie t'Delfsijlische verdrach den Graeff niet hebben betaelt van 1700 rijcxdaelders jaers, nochte de interesten van dien tsedert den jare 96, ende op den 19 Julij 1600 in volle vierschare geseit hadden die niet schuldich te wesen.
7. Dat se in criminalibus trecht van apprehensie misbruycken ende niet willen laten vangen hebben eenige boosdoenders in stadt gevlucht ende heur aengewesen, maer eenigen versteecken ende anderen beschermt ende sware delicten van hoererije, overspel, diefstal, dootslach met geltboeten gestraft om des Graven hoochgericht te enerveren.
8. Dat se de geltboeten met den Graef niet sinceerlijck en delen, maer degeenen die sij froudeleuselijck wijsen voor heur selven houden ende den Graeff alleen wijsen willen op de helft vande boeten die sijn landtrechter conform tlantrecht wijst.
9. Dat se den crijsraet niet afgeschaft hebben, maer d'selve een stemme in de regieringe ingewillicht, ende die met vliegende vendelen ende alle officiers laten blijven met macht om bij pretext vande wacht alle menschen te executeren, ende dat se, noch op sijn, noch op des Graefs bevel geen behoirlijck ondersouck op de incommende ofte passerende suspecte persoenen hadden willen doen als de Persiaensche gesanten geweest waren, maer hadden aen tcamergericht daeraf geappelleert,
10, 11. dat se tsedert den jare 95 geen cins vande 80.000 £ hadden betaelt, nochte den burch, noch den hof gerepareert, nochte oock betaelt de 20.000 £ totten bau, ende gemaeckt sijnde, hadden aen t'camergericht geappelleert.
12. Dat se heur gilden ofte neringen in tvollen ende tot seecker getal van persoenen redigeren, die bij monopolie alle anderen de neeringe verbieden ende den luyden mulcteren ende soecken heur eigen werck ende loen alomme te taxeren; dat se noch nieuwe gilden laten maken ende d'selve in stadtssaken stemme geven om de meeste moetwillen deur te dringen sonder geconfirmeert te wesen bij den Graeff alleen om sijn hoocheyt te doen cesseren. | |
[pagina 350]
| |
13. Dat se des Graefs hoicheyt over steden, landen ende wateren hem vanden Keiser gegeven turberen ende onder pretext van zeebrieven te mogen geven een regieringe van almiraliteyt (des geen chur ofte fursten toegestaen wort) ende convoijen oprechten, ordonnantien daerop te maecken ende laten drucken met last hoe de Almiral ende andere officiers heur sullen dragen; dat se daertoe de schepen met geschut, volck ende amunitie wapenen ende den coopluyden daervoer gelt doen geven tot verdruckinge van des Graefs hoocheyt over twater ende der gemeine luyden, ende onaengesien de oppositie vanden Graeff in tbegin van tjaer 1600, ende dat hij 2 schippers daervoor gevangen hadde, hadden sij derselver feit geapprobeert bij publyck decreet, dat se oick heur gelt, silver ende gout doen slaen in andere des rijcxmunten; dat den Graeff daerover geclaecht ende vercregen hadde bevel om te commen bewijsen dat de magistraet de Keyserlijcke resolutien in alle puncten hadden voldaen op peine van 100 marck Lottichs golts, twelcke sij niet en hadden naergecommen; daerom doet hij heur alles ende elcx besonder citeren om binnen 36 dagen naer de insinuatie van dit decreet te commen aen sijn hoff voor de 1e, 2e ende 3e termijn respective om daer te commen hooren ende sien heur te straffen ende in de peine van 100 marck gouts condemneren ofte daertegen te seggen ende voorts alle gerechtdagen waer te nemen, bevelende voorts opte acht ende verlies van alle goederen de Keiserlicke resolutien in alles te volgen, alle appellatien aff te doen, alle restanten van stuyren te betalen aende officiers vanden Graeff, alle eigen quotisatien aff te schaffen, geen vergaderinge van stenden sonder den Graeff meer te beschrijven ofte daer yet te resolveren, geen resolutien van ordentlijcke lantdagen tegen te staen ofte twist onder den steden te verwecken, de lantdaechs resolutien van Aurick te voldoen ende heur appellatie af te schaffen om schade ende scharper bevelen te verhoeden. Dat se alle niewe tollen ende accisen, ende sonderlings de lijste vande uytgaende ende incommende goederen affschaffen ende des Graefs mandaten parieren ende des Graefs tol over de Engelse waren ende sijn accijnsmeester geen belet te doen.
4. Dat de veertigen geen vorder macht en exerceren als de Keiserlijcke resolutie toeliet; dat de burgermeester ende raet heur oick des beletten met aenroepen vanden Graeff, dat de veertigen de magistraet ende Graeff gehoirsamen ende de lantdaechs resolutien; dat se de stadt in ruste laten ende geen vergaderinge sonder consent des woorthoudende burgermeesters en maken.
5. Dat voortaen den burgermeester ende raet volgens de Keiserlijcke resolutien sal werden vercooren sonder practijcquen | |
[pagina 351]
| |
ofte collusien die burgers sijn ende den burgereedt gedaen hebben.
6. Dat se den Graeff sonder voorder moeite betalen sijn 1700 rijcxdaelders tsjaers tsedert den jare 95 ende de interesten van dien tsedert den jare 96.
7. Dat se heur apprehensie recht tegen alle misdaders ordentlijck ende sonder dissimulatie sullen uytvoeren, sonderlings bij den Graeff ofte sijn officieren vermaent wesende, dat se alle valse munten ende waren confisqueren ende geen lijffstraffen in geltboeten converteren.
8. Dat se den Graeff oprechte reeckeninge vande geltboeten doen.
9. Dat se den crijsraet ende ampten van dien terstont casseren met de wachtordeninge ende wachtgelt; dat se de noodige wacht sonder vendelen ende trommelen houden sonder de vrije officieren daermede te belasten, ende dat se des Graven mandaten daerop volgen ende tkeiserlijck bevel vanden 2en Octobris 1600.
10. Dat se ondersouck op alle vreemden commende ofte passerende doen.
11. Dat se de 80.000 £ metten interest ofte den chijns van dien geheelijck betalen, omdat se vervallen is bij wanbetalinge, ende dat se de Graeffelijcke burch bouwen ofte 20.000 £ daervooren betalen.
12. Dat se de rollen vande gilden den Graeff voorleggen om geconfirmeert ofte geimprobeert te werden.
13. Dat se affschaffen alle almiraliteyten ende convoijen ter zee, anders als die met kennisse vanden Graef geschieden ende daerom wat daerop dient gedaen hem voordragen willen. Dat se alles ende elck poinct van dien werckelijck naer commen so lieff sij de peine ende acht willen vermijden.
Daernaer publiceerde hij de derde citatiebrieff van denselve date, citerende alle de voors. personen mette consistorianten ende namentlijck Lubbo Stickhen, Cristiaen Boxtart, Johan Ameling, Peter van Eck, Ubbo Remets, Johan Heyndricx, Rombert Friese, Ulfert van Letten, Focko Bolusen genaemt van Crumminga, Kijpen Reiners, Nanning Neels, Jan Brechts, Engelise, Jan Gerrits, Joachim Winholts, Wolterdincklage, Willem van Swol, Jan Ende, Mattias Ketwigen, Claes Eppens ende Jacob Tijaers, omdat se tegen alle rechten ende heur eigen eedt aenden Graeff gedaen, mitsgaders veel verclaringen vanden Keiser terstondt naer tscheiden vanden lantdach tot Aurick op den 22en, 23en, 24en ende 25en Julij 1601 een seditie binnen Emden hadden gemaeckt met rotten in kercken ende op de straten, daervan Jan Hendricx heur eerst heeft doen beloven niet te gehoirsamen den afscheyt van Aurick, ende vanden predickstoel kundigen dat tgeene yemant hierover soude overcommen bij allen souden gedragen worden. Dat se een wit vendel van stadthuys hadden uytgesteecken ende alomme in wapenen gewaeckt, den burgermeester ende raedt gedwongen heur mede te verclaren tegen den Graeff, dat se deselve vervolcht hadden om des stadtssegel tot | |
[pagina 352]
| |
Auryck gebruyckt, dat se de resolutien vanden lantdaech te Auryck uyte archivum gehaelt, den Sindicus Dotijns Wyarda ende secretaris Molleren van heur ampten geset ende den Graeff den 3en dach daer gecommen wesende op t'raethuys, om alles ter neder te setten, den crijsraet in wapenen was gevallen met alle de burgeren, ende soe op t'raethuys gecommen wesende, des lantdachs affscheit met veel schimperien hadden doen lesen ende den Graef onder oogen waren gecommen, seggende dat se op ongenaede nyet en pasten, twelcke den Graef glissende, hadde doen vragen off yemant noch yet voort te brengen hadde, daerop sij geroupen hadden laet hem gaen, wie hout hem, ende waren soe in de stove ingedrongen, daer Pr. van Eck, balmaker ende Jan Geerts, barbier, Ubbo Remets, cramer ende Jan Brechts den Graef voor de cop geseit hadden, dat se van des lantdachs besluyt niet en hielden, ende wilden dat men de veertigen ende hopluyden bij heuren macht soude laten. Dat de burgermeesteren volgende tgeene sij naer luyt van haeren eedt ende van rechtswegen schuldich waren, oick volgende de keiserlijcke resolutien ende den affscheiden van Embden ende Aurick daertegen met ernst niet en hadden gedaen, maer mette consistorianten d'anderen gestijft, daerover den Graeff als tegen alle rebellen ende mineedigen recht hadde versocht op peine van der acht, citerende sulcx heur alles van op den 36en dach naer insinuatie voor alle terminen, peremtoir voor den Keiser te commen, de acht ende peinen van mineedicheyt te sien decreteren ofte daertegen te defenderen, ende dat de namentlijcke genoempde persoenen als principael oproerders, hangende den proces geen staten ofte officien mogen bedienen als bij provisie inhabyl verclaert, alles op peyne van datelick in de acht te vallen, die hij op aenclaeg van partie sal decreteren, dat sij heur hiernaer mogen rechten. Geteickent Rudolff; lager stont R. Conradus, ende noch ad mandatum alb. mechil, met alle welcke publicatien de stadt bijnaest in roere gecommen hadde, ende veele vande principaelste soe verslagen waren, dat se sochten heur heimelick mette Graeff te reconcilieren, ende de veertich leiden in deliberatie of niet geraeden en waere van heur crijsvolck terstondt de vendelen, trommelen ende ander chrijchwesen aff te schaffen ende soucken in allen deelen metten Graef te reconcilieren. | |
[pagina 353]
| |
van dien gedaen soude werden voor d'een helft uyte paye, die aen haer gedaen soude werden in Martio 1603 ende voor de ander helft uyte laeste paye vande eerste 4.000.000 £ ofte uyt den buyt die der Staten schepen in Spangien souden mogen helpen doen; ende nopende de 3000 man totte racreute, dat se daerinne geen swaricheyt en maeckte, maer mede geconsenteert hadde dat men die mochte lichten, nietemin dat in Engelant qualick volck te lichten was, om de groote onwillicheyt van elcx; dat hij daeromme verscheiden edeluyden in de veerste quartieren hadde moeten senden om t'volck daer te crijgen, die men hadde moeten toeseg doen van in dienste te blijven, daerom men ten minsten noch wel 8 ofte 10 compagnien daeruyt soude moeten maken. De Staten waren vrij wat ontset met dese brieven, sonderlings in tstuck vande betalinge vande eerste 3000 man, maer hebbende op heur hals getogen een groote menichte van Duytse ruyteren, daermede sij sonder voetvolck nyet en souden konnen uytrechten, hebben tselve al moeten glissen ende hem aenschrijven dat de lichtinge doch metten eersten mocht geschieden ende voor half May hier wesen als belooft was. Anders verstont men dat de Engelsen in groote jalousie tegen Vranckrijck waren, ende daerom evenseer deden handelen van pays bij den Ertshertoge, twelcke hier aen veele vrese gaff dat dvoors. trouppen noch souden mogen gediverteert werden.
De heere van Opdam ende de andere schepen die naer Engelant ende Spangien souden gaen tot noch toe nyet hebbende connen in zee commen, sijn den 5en May ter Mase uytgevaeren om bij de Engelse schepen te commen.
Voor Oisteinde hadde den viandt in de westduynen een hooge catte gemaeckt, genaempt het crayenest, ende daerop geschut geplant, daermede hij veel in stadt schoot, altoos met een vallende cogel, daeromme men de traverssen in de groote straet hadde moeten verhoogen ende eenigen noch dichter leggen, maer om noch beter daerinne te voorsien, namen die vande stadt voor de gansche walle van Helmont mette cortine tottet westbolwerck te verhogen ende soe veel te rijsen dat se daer achter beter vrij mochten wesen. Desen dach vertoogen uyt Oisteinde de colonnellen Dort ende Kessel ende eenige van heur crijsvolck, daeraf een schip met gequetsten viel in handen vanden viant, maer sij lieten se den 8en deser maent weder alles gaen op heur quartier. | |
[pagina 354]
| |
niet met allen in last te hebben dan alleen om de plaetse te besien, dien de StatenGenerael den 7en gingen welcom hieten.
Ontrent dese tijt quamen in tlant van Gelder aen de 2 compagnien nieuwe Walen van Jaques de Vise, ruyteren, ende Adam Mulqueau, voetvolck.
De gesanten van Emden hebbende vande Staten vaste belofte gecregen dat se heur souden assisteren, indien den Graef heur met gewelt soude willen aentasten, ende dat sij daerom metten eersten eenige oirlochschepen van dese landen op de Eems soude senden, waren in tbegin van dese maent vertogen ende quamen den 7en tot Emden, daer se met heur comtste beletten den voortgang vande deliberatie om metten Graef te verdragen ende van te casseren de vendelen ende trommelen van heur volck, ende mette toegesachte assistentie vande Staten verseeckerden sij alle saken ende alle personen ende brachten de sake daertoe dat geresolveert werde t'keisers mandaet in geen deelen te pareren, maer daertegens te protesteren van nulliteyt ende bij openbare apologie daertegens te schrijven. | |
[Den 7en May]Den 7en May quam den Colonnel Duvenvoorde binnen Oisteinde des morgens heel vrouch met 13 vendelen knechten, ende des avonts quamen de resterende 8 vendelen daer binnen, ende omdat de schepen smorgens gecommen, haest ontladen waren, begonnen noch denselven nacht uyte stadt te vertrecken eenige troupen vande 21 vendelen, die daeruyt gaen souden. | |
[Den 8en May]Den 8en May was een algemeinen biddach deur de vereenichde Nederlanden. Den Hertoge van Nevers vertooch wederom uyten Hage naer Leyden, daer hij des middaechs bleeff ende ging tsavonts logeren tot Haerlem, werdende in alle plaetsen getracteert ende gedefroyeert deur laste vande Staten. Hij wilde voorts gaen op Amsterdam, Noorthollant, Utrecht ende soe voorts naer Cleeff. Die van Haerlem wilden hem den 9en gaen thoinen heure stadt, maer hij seyde een brieff te ontfangen vanden Coning, dat hij binnen 15 daegen wederom in Vranckrijck moste wesen ende daerom terstont moste voorts trecken. Of dat nu warachtich was ofte niet, ofte wat in Vranckrijck mochte broeden was noch onbekent.
Den 8en May snachts quamen 86 schepen binnen Oisteinde, geladen met rijs ende alderhande amunitie ende soetelerie, daeraf mer 2 soetelaers in de gront geschooten werden, doch tvolck ende tgoet alles geberchtGa naar voetnoot+, ende | |
[pagina 355]
| |
terwijl die innequamen voeren weder ander schepen ter stadt uyt met eenige compagnien van degeenen die daeruyt souden gaen. | |
[Den 9en May]Den 9en May waren de Staten van Hollant weder vergadert om nieuwe middelen te vinden ofte verhoginge ven alle de oude middelen van consumptie van vier op vijff, uytgeseit de bieren vande tappers, ende om voor dit tvolgende jaere inne te willigen de capitaele impositie; ende naerdat se nyet bequamelijck daerop en conden accorderen, omdat de steden van Dort ende Alckmaer daertoe nyet gelast en waeren, sijn sij den 11en weder gescheiden, naerdat den grooten noot van tlandt was verhaelt ende met alderley redenen voorgedragen, dat men notelijck daertoe soude moeten commen, met belofte van alle de gedeputeerden, dat elcx in den sijne soude arbeiden om daertoe volcommentlijck te bewilligen. | |
[Den 17en May]Den 17en May quamen d'selve Staten wederom bijeen, wesende de gedeputeerden van Edelen ende Steden meest gelast totte verhooginge vande middelen van 4 op 5 ende totte capitale, maer die van Dordrecht ende Alckmaer noch niet, waerom sij den 19en wederom scheyden met goetvindinge dat men naer Dordrecht ende Alckmaer eenige commissarissen uyten Hove soude senden om dselve met alle redenen te induceren tot inwilligen vande verhoginge vande voors. middelen van consumptie ende vande capitale inpositie. | |
[Den 22en May]Den 22en May quamen sij wederom bijeen, ende bleven besoingnerende totten 24en tsavonts toe dat sij scheiden, hebbende geresolveert ende eensamentlijck ingewillicht de verhoginge vanden impost vande consumptien over de wijnen, brandewijn, azijn, zeepe, goude, silvere, sijde fluele ende wolle lakenen, mitsgaders het branthout ende de bieren bij de burgers in te leggen ende te drincken alles van vier op vijff ende den impost van tgemael te verhogen van vijff op ses, welcke verhoginge in soude gaen den 1en Julij, met last op de gecommitteerde raeden om te handelen met alle de pachters vande voors. middelen om al advenant de verhoginge meer te geven, doch soe dat sij den vierden penning van dien voor heur moeiten mochten genieten. Sij consenteerden mede voor dese jare over de lombaerden een impost van 30.000 £. Item de capitale impositie over alle de ingesetenen, op te brengen half desen ende half den volgende jare, mits dat de magistraten naer reden souden verhogen die te laech mochten staen, ende oick verlagen die verclaren sullen willen te hooge gestelt te sijn. In deselve vergaderinge werde aen Sijn Excie geconsenteert de somme van 40.000 £ tot reddinge ende betalinge van sijn schulden, ende oick eenige persoonen genomineert tot tgreffierschap vanden provincialen hove, ende voorts vander Staten wegen verstaen, dat men metten voorgenomen tocht tottet ontset van Oisteinde clouckelijck soude voortsvaren. De compagnie van Dirck de Jonge, capiteyn, die gestorven was, werde vergeven aen sijn broeder sonder nominatie ende op de sake van Albert Eggis, gevangen Suffragaen vanden Bisschop van Haerlem werde geresolveert, dat men sien soude een merckelicke somme van penningen van hem te trecken, sonder recharche op degeenen die tsullen geven ofte sijne complicen te willen weten, twelcke den wech was om die saecke te doen tot nyet uytvallen, ende alsoe beleit werde bij degeenen die niet goet en vonden dat men sijn saecke te recht uytboesemen soude, om te weten wat steunsel die in dese landen soude mogen hebben, sijnde effecten van populaire regieringen, daer, onder degeenen die ordre stellen souden, altoes geinteresseerden gevonden werden, die tstellen van ordre beletten. | |
[Den 9en May]Den 9en May quam de reste vande 21 vendelen knechten uyt Oisteynde sonder merckelicke schade te lijden, ende in Zeelant quamen aen eenige compagnien Franchoisen vande nieuwe lichtinge.
Den Graef van Embden rontsomme deur sijn lant gedaen publiceren hebbende dvoors. mandaten vanden Keiser, heeft de tragedie tegen sijn onderdanen aldus tegen die van Norden eerst begonnen. Hij heeft derwerts gesonden Jr. Willem van Knijphuysen met 800 soldaten te voet, verdeelt onder dry vendelen met twee veltstucken geschuts. Desen sijn den 10en May tegen den avont daer binnen gecommen, vindende de poorten die doch cranck waren open ende sijn ingetogen tot opt kerckhoff voor de groote kercke, daer se heur twee stucken geplant ende heur alle de nacht in de wapenen gehouden hebben. Den 11en May hebben sij doen vercundigen aen alle de burgers, dat alle de mannen sonder geweer terstondt souden commen opt kerckhoff, twelcke geschiet sijnde, hebben sij d'selve mettet | |
[pagina 357]
| |
tcrijsvolck omringt ende daer gehouden, ende terstont wagens deur alle straten gesonden om uyt alle huysen wech te nemen tgeweer der burgers ende dat te brengen naer Auryck. Daernaer hebben sij in den ring der burgers doen rechten een schavot ende daerop twee dootbaren gestelt. Dat gedaen is Knijphausen op een verheven gestoelte getreden ende heeft den burgeren aengeseit, dat mits de ongehoorsaemheden bij heur tegen den Graef bewesen in t'niet te willen naercommen het Auryckse afscheyt ende andere ordren vanden Graef, d'selve Graef heur dede verclaren dat sij verbeurt hadden lijff, goet ende alle privilegien ende vrijheden; nietemin dat den Graef heur naer uyterste rigeur niet en wilde tracteren, maer dat hij heur te goede schonck het leven ende heur goet, mits hem binnen een maent tot een mulckte betalende 33.000 rijcxdaelders ende daervooren doen teyckenen 24 vande voornamptste burgeren, alleer vande plaetse te gaen, ende daerenboven belovende te sullen aennemen, innewilligen ende naercommen tlaeste Aurycxse afscheyt ende het haertstedegelt, mitsgaders de andere middelen tot Auryck ende oick over twee jaren voorgeslagen (dese middelen over 2 jaren voorgeslagen waren bij alle de stenden plat afgeslaegen ende ontseit) ende voorts passerende een acte dat se bekenden vervallen te sijn van alle privilegien, vriheden, jaer ende weeckmarckten, tgeluyt van clocken ende anderen. Alle twelcke dese luyden aldus gintimideert wesende soe hebben moeten beloven ende passeren ende sijn daernaer weder naer huysen laten gaen, ende de soldaten hebben de cleepelen vuyt alle de clocken gelicht ende heur daernaer allomme op den burger doen logeren tot dat de voors. 33.000 rijcxdaelders betaelt souden wesen. In t'logeren op de burgers sijn eenighe soldaten oick gecommen in thuys vande Wede van Cruminga, daertegen haer outste soon Renier hem stelde, seggende geen logeringe subject, maer daervan vrij te wesen, omdat hij selfs mede den Graef ten dienste stont met twee peerden. Dien niettegenstaende wilden de soldaten innedringen, seggende bij Jr. Knijphausen daer gesonden te wesen, ende soe Renier daerop seyde dat hij met Jonchr. Knijphausen niet te doen en hadde, maer dat hij also goet ware als Knijphausen, quamen de soldaten van woorden tot slaen. Knijphausen dit verstaende sondt daer een meerder getal van soldaten die terstondt tselve huys innevielen, deuren ende vensteren aen stucken sloegen ende voorts alles beroefden ende plunderden wat daerinne was, quetsten Renier Cruminga ende namen hem gevangen ende voerden hem naer Auryck. De oude vrouwe ende wede. spolieerden sij van alles ende snijden haer de clederen vant lijff aff, waerop haer bij een nichte andere clederen gegeven wesende, sneden de | |
[pagina 358]
| |
soldaten haer die wederom af. Renier werde daernaer van Auryck weder tot Norden gebracht ende daer opentlick onthooft. Knijphausen heeft noch andere edelen daer wredelick doen tracteren ende de heele burgerie opten 2en Junij noch een voetval doen doen, maer vande 33.000 rijcxdaelders en conde door de armoede vande luyden niet meer betaelt worden als 15.000. Dese ongehoorde maniere van procederen tot Norden gebruyckt hebbende om alle andere met dat exempel te verschricken, heeft den Graef alomme volck in de dorpen ende op de huysen beginnen te werpen, ende sonderlings om de stadt van Embden van verre rontsomme te besetten, die daerover seer clagelijcke brieven aende Staten schreven om hulpe ende assistentie. | |
[Den 10en May]Den 10en May quamen in den Haghe de colonellen Edmonde ende Dort, verclarende dat nu alle tvolck uyt Oisteinde waren die daeruyt souden commen, ende dat de saken tot Oisteinde nu seer wel stonden, ende dat de plaetse seer was versterckt ende gebetert. Sijn Excie gaff terstondt last om alle de compagnien uyt Oisteinde gecommen in steden te werpen ende wat te refraischeren, ende omdat noch geen Engelsen overgecommen en waren, stelde hij sijn legertocht (die beraemt was te beginnen op den 23en) uyt totten lesten May toe, te meer soe oick vande andere lichtinge weinich volcx was gecommen, twelcke ten eersten een groote verachteringe in de saken ging maken, omdat alrede veel saken daerop aengestelt waren ende last gegeven aende wagens die uyt Vrieslant ende Overijssel commen souden om te marcheren. Vele begonnen te vresen of Vere hem wel soude willen resenteren vande oneere die hij tot Oisteinde scheen behaelt te hebben. Anderen meinden dat de faute meest daerinne was dat de Staten te laet gegeven hadden de eintelicke last om de Engelsen te lichten. | |
[Den 14en May]Den 14en May quam den capiteyn Olivera wederom van Antwerpen met brengende de contrecautien voor den Almirante van Arragon voor de 75.000 £, gepasseert bij Luys Hernando Vega, Portugees, die d'selve penningen ontfangen hadde ende last gesonden op sijn soin Emanuel Rodrigo Vega, wonende tot Amsterdam om d'selve cautie hier te presteren; nietemin vresende of de Staten swaricheyt mochten maken op sijn soin in soe groote somme, hadde hij gehandelt met andere coopluyden, die last gegeven hadden op Hans vander Veecken tot Rotterdam om voor 25.000 £ hem te verbinden. De Staten ontfangen hebbende alle tbescheit van Olivera, deden hem bij den Almirante gaen ende daer blijven, overmits den legertocht | |
[pagina 359]
| |
voorhanden was, opdat hij min soude vernemen wat, waer ende met wat macht de Staten die voornemen wilden.
Daer was nu lange tijt bij entremyse vanden heere vanden Tijmpel ende den Fiscael Duyck van wegen Sijn Excie metten Almirante van Arragon uyten naem vanden Ertshertoge getracteert geweest om een generael quartier te maecken, daerop meest alle tvolck van oirloge ten wederzijden gevangen, soude konnen loscommen, waerinne soe verre gehandelt was dat tselve ten lesten geconcludeert ende op den 14en May geteickent werde, houdende als volcht:
Te weten dat een dadelijck ritmeester ofte capitein vande ruyterie betaelen sal te rantsoen duysent gulden, ende gereformeert wesende 300; een lieutenant vande ruyterie 200 ende gereformeert wesende 75; een cornet 150 ende gereformeert wesende 50 gulden.
Een lieutenant colonnel van voetvolk 700 ende gereformeert wesende 200 gulden; een sergiant majore van een regiment voetvolcks sijnde ofte geweest hebbende capitein 700, geene capiteyn geweest sijnde ofte gereformeert 150 gulden.
Een capiteyn van voetvolck 600 ende gereformeert wesende 150 gulden.
Een adjudant vanden sergiant major van voetvolck 75 gulden.
Een sergiant major van een plaetse 100 gulden.
Een lieutenant van voetvolck ende een vendrich elcx 60 gulden.
Sergianten schrijvers ende minder officiers elcx voor een maent gage.
De ruyteren ende soldaten elcx voor een maent gage, soe men die gewoen is te nemen.
Den quartiermeester generael 400 gulden.
Den quartiermeester particulier te peert ende te voet, de capt. du guet ende vande guiden ende al die onder den quartiermeester generael dienen voor een maent van heur gagie elcx.
De monstercommissarissen elcx 300 gulden.
De officieren ende commisen vanden veedorGa naar voetnoot+, contador, pagador ofte tresorier vander oirloge elcx voor 200 gulden.
Den lieutenant vande artillerie 600, de edeluyden ende constabels elcx 60 gulden.
De contadors, commisen, contrerolleurs, ende pagadors vande artelerie ofte amunitie elcx 300 gulden.
De hofmeesters ofte ontvangers vande artelerie elcx 300 gulden.
| |
[pagina 360]
| |
Den wagenmeester generael 600 gulden, sijn lieutenant ende ander commissarissen van wagens elcx 60.
Den commis principael vande treckpeerden 300, de commisen onder hem elcx 60 gulden.
De conducteurs vande artelerien, amunitiewagens ende trecpeerden elcx 15 gulden.
De canoniers elcx 15 gulden.
De vierwerckers elcx 70 gulden ende heur conducteurs 20.
De pionniers elcx 10 ende heuren capiteinen elcx 100 gulden.
De bootsgesellen ende tgeschut dienende ofte op particuliere exploicten te lande elcx 15 ende hun capiteinen elcx 300 gulden.
De brugmeesters elcx 100, heur lieutenanten 30 ende heur volck elcx 12 gulden.
De ingenieurs ende contrerolleurs vande wercken elcx 150, heur commisen, sobrestantenGa naar voetnoot+, conducteurs, officiers, chassavantsGa naar voetnoot+ ende meesters van wercken elcx 30 gulden.
Den capiteyn vande mineurs 60 ende elck mineur 15 gulden.
Een meestertimmerman 60, ende elck timmerman 20 gulden.
Een meestersmit 60 gulden ende elck gesel 12 gulden.
De voerluyden van wagens vande artelerie, vivres ofte bagagie ende de drijvers vande treckpeerden elcx 10 gulden.
Den auditeur, quartiermeester, doctoor, apteecker, surgijn ende provoost vande artelerie elcx een maent van heur gaige, ende alle die onder haer dienen mede voor een maent van heur gaige.
Den principalen commissaris ofte ontfanger vande vivres 600, ende alle de commisen onder hen elcx 100.
Stapliers van vivres in steden, forten 300, den commis ende contrerolleur van vivres elcx 15 gulden.
Alle de officiers van t'gasthuys des legers elcx voor twee maenden gaige.
Indien getwijffelt wert aende qualiteyt vande gevangenen, dat sal affgedaen werden opt woort van degeenen die tleger, provincie ofte stadt vande sijde vande gevangens gouverneert sonder ander bewijs.
Dat men op geen pretexten eenige gevangenen tegen dit quartier sal ophouden, maer die moeten relaxeren binnen 48 uyren, naerdat tgelt van heur rantsoen, teercosten ende sluytgelt betaelt sal wesen, ende die | |
[pagina 361]
| |
se langer hout sal de costen moeten betaelen daernaer vallende ende elcx betalende sal vuytgaen, sonder naer sijn compagnon te wachten, ende die hun qualiteyt sal willen disputeren, sal dat moeten doen tot sijne costen, soe hij succumbeert.
Dat men geen trompetters noch trommelslagers commende om gevangenen sal ophouden mogen, dan tot costen vanden ophouder.
Dat men geen gevangenen in costen ende sluytgelt sal mogen beswaeren boven de liste daerop gemaeckt, belovende de hoofden te doen repareren tgeene daertegen yemant afgenomen sal werden, ende dien volgende sal men geen gevangenen in herbergen mogen houden, maer die terstondt moeten leveren totten proovost.
Ritmeesters ofte capiteinen hebbende politycke officien neffens heur crijchslast ende daeraff in possessie wesende, sullen buyten dit quartier wesen, niet sijnde in possessie sullen onder tquartier blijven.
Alle personen hierboven niet gespecifieeert, sullen betaelen sulcken rantsoen als men met heur sal konnen verdragen.
Dat de rantsoenen ende costen betaelt sullen werden in munte volgende de cours ter plaetse daer se gevangen sitten.
Indien eenige ritmeesters ofte capiteinen geemployeert worden tot beleit van eenich crijsvolck ofte tocht sonder gaige daerop te trecken, die sullen blijven ende getracteert werden naer dit quartier; treckende gaige op alsulcken commandement sullen buyten tquartier wesen.
Alle gevangenen voor date deser gevangen, sullen getracteert werden op den voet van tvoorgaende quartier, ende naer date gevangen werdende naer dit quartier, dat generalijck ende punctuelijck alomme onderhouden sal werden, sonder dat yemant tselve sal mogen breecken, maer de hooffden die macht hebben dat te maken, sullent oick mogen breecken ofte veranderen, mits partije adverse adviserende 20 daegen te vooren bij acte onder sijn hant ofte dattet anders niet voor gebroecken en sal gehouden werden, ende die binnen de 20 dagen sullen gevangen werden, sullen tquartier genieten, maer naer de 20 dagen daer buyten wesen.
Oick werde gearresteert een lijste op de teercosten der gevangenen mede als volcht.
Dat alle simple soldaten, conducteurs van artelerie, amunitie, vivres, wercken ende vierwerken, alle canoniers, pionniers, bootsgesellen, bruggasten, comisen, cassabanten, mineurs, timmerluyden, smitgasten ende voerluyden van wagens ende treckpeerden des daechs niet meer en sullen mogen verteeren dan 10 sch. | |
[pagina 362]
| |
Alle ruyteren, sergianten, edeluyden van geschut, constabels, lieutenanten ofte ondercommissarissen van wagens, treckpeerden, bruggen ende officiers van tgasthuys en sullen daechs niet meer moegen verteeren dan 15 sch.
De gereformeerde ritmeesters, lieutenanten ende cornetten, capiteinen, adjoudanten vanden major, sergiant majors van plaetsen, lieutenanten ende vendrechs te voet, ofte gereformeert, quartiermeesters particulier, capiteyn de guet ende van guiden, commissarissen van monsteringen, officieren ofte commisen van veedor, contador, pagador ende tresorier vande oirloge, den commis contador, contrerolleur ende pagador van geschut, ontfanger vande vivres, wagemeester generael, commis principael vande treckpeerden, meesters van vierwercken, capiteyn van bootsgesellen, van pioniers, brugmeesters, ingenieurs, mr timmerman, mr smit, den doctor, quartiermeester, auditeur, apteecker ende surgijn van geschut, ende de particulier commisen van vivres, stapliers ende contrerolleur van vivres en sullen des daechs niet meer mogen verteeren dan 20 sch.; maer ritmeesters, lieutenanten colonnels, sergiant major, lieutenant van tgeschut, capiteinen van voetvolck, quartiermeester generael, de principael commisen ofte ontfangers van vivres ende alle andere personen van meerder qualiteyt sullen heur mogen doen tracteren naer hun eygen discretie.
Tsluytgelt vande provoosten sal wesen van ritmeesters ende capiteynen ende die van meerder qualiteyt 20 sch.
Alle borgers, boeren, coopluyden, soetelaers ende andere buyten tquartier wesende, en sullen in montcosten niet hooger mogen getracteert werden dan tot 15 st daechs, jae niet op hun eigen begeren voor dat hun rantsoen betaelt is ofte daervooren gecaveert alles op peine van te verliesen alle tgeene den gevangenen hooger als in desen getracteert sullen werden, ende dat de gevangenen daerom niet en sullen mogen opgehouden werden op verlies vande voorder costen, ende vande voorgaende personen buyten tquartier sal het sluytgelt wesen 30 st, ende sullen alle provoosten hun gevangenen opt voors. loen wel moeten tracteren.
Ende ten lesten noch een acte op t'vangen van vrouwen ende kinderen oick als volcht.
Dat men voortsaen geen vrouwen van wat qualiteyt die sijn ofte jongens van 12 jaeren ende daer beneden en sal mogen vangen ofte te rantsoen stellen, maer sullen sonder rantsoen ofte costen moeten ontslaegen werden, behoudelick dat die van deen zijde tot aende andere zijde niet en sullen mogen gaen ofte reisen sonder pasport op peine vande placcaten daerop gemaeckt, die sullen staen ter indicature vande politycke magistraet; dat | |
[pagina 363]
| |
den ouderdom der kinderen bewesen sal werden bij extract uyte doopboucken ofte attestatien vande magistraet ter plaetse van heur residentie met kennisse van saecke verleent, ende die gelevert sijnde, sullen terstont moeten ontslaegen werden.
In dese tijt werde bij den Stadthouder ende Raedt in Hollant uytgegeven een placcaet opt vangen van haesen ontrent den Hage ende in de clingen daer ontrent, op t'gaen met bossen ende bogen in t'velt, t'stellen van aertstricken, vangen van patrijsen met leghonden ende tierace ende anders, raeckende de wildernisse daer ontrent, die sij voorhebbens waren met moerhaesen te peupleren. | |
[Den 17en May]Den 17en May was den lieutenant colonnel Ogle uyt Engelant in den Hage, refererende dat de 3000 mannen in Engelant geprest, gecleet ende gewapent al gereet waren ende mette eerste wint souden overcommen, ende dat vande andere 3000 totte racreute niet veel meer als 2000 hadden connen becommen werden, die mede metten eersten volgen souden, ende dat de heere Vere daer bleef, tot dat se alles gescheept souden wesen.
Desen dach tsavonts verclaerden de Staten Generael tevreden te wesen te accepteren de borchtochte van Hans vander Veecken voor 25.000 £ ende van Emanuel Rodrigo Vega voor 50.000 £, mits dat d'selve Emanuel, die hier geen onroerende goederen en besit, sijn suffisantie soude doen justificeren bij achterborchtochte, ende dat hij ende vander Veecken dan heur in de borchtochte lieten condemneren bij den hogen rade. | |
[Den 18en]Den 18en verclaerden de Staten tevreden te wesen met Vega, mits dat alleene Hans de Late wonende tot Leiden achterborge worde ende hem mede liet condemneren. Hierop vertoogh Vega naer Leiden, ende vander Veecken liet hem voor den Hoogen Raede in de 25.000 £ condemneren. Vega commende tot Leiden en maeckte Hans de Late eerst geen swaricheyt ende was tevreden den 19en mede naer den Hage te commen, maer snachts hem bedacht hebbende, seide geen borge te willen worden voor een tyran als den Almirante was om denselven los te doen commen ende noch meer quaets te mogen doen, daerinne Vega wel confuys wesende, ende overmerckende dat sijn ruine hieraen hingh, indien hij de borchtochte nyet en wiste te presteren, overmits sijn vaeder de penningen ontfangen hadde, tooch hij in haeste naer Amsterdam om bij anderen sijn suffisantie te justificeren, daertoe hij eenige coopluyden daer bewillichde den 20en, die sulcx heur verbonden voor de magistraet van Amsterdam, dwelcke hij den 21en aende Staten quam presenteren, die daer oock aengenomen werden met verclaringe soe haest den Almirante de brieven | |
[pagina 364]
| |
van condemnatie vande borgen in handen vande Staten soude gelevert hebben ende geteyckent de lijsten vande gevangenen die noch losgaen mosten, dat dan denselven Almirante soude mogen vertrecken alst hem believen soude. | |
[Den 21en May]Den 21en May quam in den Raet van State in plaetse van Jr. Hendrick van Brienen daeruyt gescheiden de tweede soone vanden heere van Dort, wesende noch een jongman, in de regieringe onervaren, tot verwonderinge van velen, dat die van Gelderlant hem daertoe hadden gecommitteert. Den heere van Dort selfs was bij heur gecommitteert in de vergaderinge vande Staten Generael, nyettegenstaende hij in crijchsdienste was als quartiermeester ende Gouverneur van Grol. | |
[Den 22en May]Den 22en May waren Sijn Excie met Graef Willem lang in den Raedt van State om daer te delibereren op de saecke van Emden ende wat men van wegen dese landen daerinne ter eeren ende nootelick soude mogen doen, overmits de magistraet vande stadt seer clagelijcke brieven schreef, ende om assistentie aensocht, verclarende dat se heur alles verlieten op de Staten ende heur heele bescherminge op deselve lieten staen, sonderlings omdat den Graef noch alle dagen meer volcx lichte ende in sijn dienste nam, meer oock als sijn macht was te betaelen, ende dat men uyte penningen daermede hij betaelde begonst te mercken dat d'selve uyt een ander houck als van den Graef ofte de Duytsen mosten commenGa naar voetnoot+; ende naer | |
[pagina 365]
| |
rapport aende Staten Generael gedaen, werde goetgevonden dat men terstondt naer Emden soude doen gaen de heeren Jacob Boulenss. uyt Hollant, Licklema uyt Vrieslandt ende Coenders van Groeningen met noch twee bij den Staten van Vrieslandt ende Omlanden daerbij te vougen met last dat se dien van Emden souden induceren om datelijck te voldoen aenden Graef tgeene hem noch mocht commen in crachte van het Delfsijlse verdrach, tsij in gelde ofte in geldsweerde, ende dat gedaen wesende, indien sij dan sagen, dat den Graef die vande stadt noch daerover wilde beswaren, dat se den Graef rondelick souden verclaren, dat de Staten die vande stadt souden assisteren, ende dat se sulcx terstondt vander Staten crijsvolck in stadt souden doen commen, daertoe sij alle last mede soude hebben, ende om ten selven einde oick te gebruycken de oirlochschepen alrede opte Emse gesonden, daertoe men terstondt dede ontwerpen de instructien voor deselve gedeputeerden. Op den avont ontfingen de Staten Generael een brieff vanden Graef van Emden, daerinne hij schreef dat den Keiser tot hem getogen hadde alle de kennisse vande sake op de differenten tusschen hem ende stadt wesende, ende alreede daertoe deur sijn commissaris hadde laten uytgaen seeckere citatie mandaten ende rechtvorderinge ende versochte daeromme dat de Staten den Keiser mette saken wilde laten bewerden als beider partijen wettelijcke overicheyt sonder heur daerinne te vermengen ofte te bemoeijen, dewijle hij heur met recht voor den Keiser vervolchde, maer die brieven en maeckten geen veranderinge in de voorgaende resolutie vande Staten. Dan den 23en daerop weder vergadert wesende, werde gepersisteert de gedeputeerden terstondt te doen gaen ende stadt te assisteren als vooren.
Den Almirante van Arragon dede den 22en May seer aenhouden tot sijn ontslaginge ende vertreck, maer de Staten verclaerden alsvooren, dat heur eerst mosten gelevert werden de brieven van condemnatie der borgen in forma gedepescheert, ende dat de lijsten der gevangenen bij hem moesten geteickent wesen, dan soe hij op den avont dvoors. brieven van condemnatie aen heur dede leveren ende geteickende lijsten, verclaerden de Staten hem datelick te ontslaen ende dat hij mocht vertrecken als hij wilde, waerop hij aen heur schreef dat de eerbaerheyt versochte dat hij in een sake hem soe naer raeckende selfs eens mocht commen bij de Staten om heur mondelinge van alle faveur ende eere naer gelegentheyt der saken hem hier bewesen te mogen bedancken, daertoe hij versocht acces in heure vergaederinge te mogen hebben. De Staten vreesden terstont dat hij heur soude willen spreecken van pays, omdat se te vooren verclaert hadden | |
[pagina 366]
| |
dat se sijn persoin, als wesende heur gevangen, daertoe niet en hielden voor bequaem, ende dat hij nu ontslagen sijnde, soude willen argueren daertoe bequaem te wesen, daertoe sij hem lieten seggen, indien hij commen wilde alleen om de bedanckinge te doen ende om de complementen, dat sij hem souden verleenen audientie, maer soe hij yet soude willen proponeren van pays ofte anders, dat sij dan nyet gelast en waren hem te mogen audientie geven. Daerop quam hij in Staten Generael heur bedanckende voor alle de eer ende faveur hem bewesen ende hem aenbiedende om noch hier naemaels alles te doen wat tot ruste ende welvaert van dese landen mocht strecken, waertegens de Staten Generael hem deur monde vanden heere Barnevelt deden seggen, dat sij in alle de handelinge met hem gevallen altoos sincerlijck gehandelt hadden, maer dat d'selve wat langsamer ende preciser hadden moeten vallen off dickwils niet met soe goede verclaringe als hij wel begeert hadde, dat hij tselve moste toeschriven de forme van regieringe, die bij ons was, daerinne men elcx humeuren moste genoech doen, ende niet eenige malitie bij henl. daerinne gepleecht, ende dat se daerom nu tot heur contentement verseeckert wesende, hem oick hadden ontslagen, waernaer noch meer woorden van bedanckinge op beyden sijden gevoert wesende, hij de Staten elcx in t'besonder de handt ging geven ende heur bedancken, ende sij wederom aen hem, ende sijn soe van malcanderen gescheiden. Middelertijt werde ordre tottet vertreck vanden Almirante gestelt, ende den 23en May ging hij smiddachs eeten bij Sijn Excie, mette welcke hij naer den eeten veel propoosten voerde, ende daernaer oirlof aen hem, den Graef van Hohenloe, den heere van Brederode ende anderen die daer waeren, genomen hebbende, is hij op de coetse van Sijn Excie gevoert naer Delfshaven, daer met hem gingen Graef Hendrick van Nassau, Graef Ernst, den heere van Tijmpel ende den hofmeester om hem te geleiden tot aende jachte van Sijn Excie, daer hij tot Delfshaven inging, oirlof aende voors. heeren nam ende voer terstondt af. Tot Delfshaven was een groote menichte van volck bijeen gelopen om hem te sien, gelijck mede in den Hage. Tsavonts passeerde hij voorbij Dordrecht ende creegh soe goeden wint, dat hij den 24en des naernoens te 3 uyren voor Antwerpen quam, nemende de jachte van Sijn Excie met Jaques vanden Eynde, capiteyn, Hans vander Veecke, Vega ende anderen soe verre met hem, die hij daer twee nachten hielt, wel liet tracteren ende doe mette jachte wederom varen. In t'opvaren voorbij de stadt werde hem eenige eerschoten vande kaye gedaen, daeraf een stuck schoot deur een saloupe, die aen boort vande jachte was | |
[pagina 367]
| |
gecommen. Tscheen binnen Antwerpen dat se met sijn wedercomtste niet seer verblijt en waren, sonderlings niet de burgers. Hij logeerde op t'casteel ende sprack tegen velen die hem quamen besoecken seer eerlijck vande Staten. Hij schreef uyt Antwerpen een seer courtoisen brief aende Staten vol complimenten ende bedanckinge, met aenbiedinge van sijn arbeit tot ruste van dese landen. | |
[Den 23en May]Den 23en May quaem Jan van Santen in den Raede van State. Anders begonsten vast aen te commen de Engelsen, soedat dien dach ontrent 800 aengecommen waren vande racreute ende eenige vande compagnien.
De Staten Generael ontfingen brieven vanden Agent Aerssen, houdende dat nae alle apparentie de saken van Vranckrijck gingen beroeren, omdat den Coning van Spangien getracht hadde eenige secrete ligue in Vranckrijck te maecken, daeraf Espernon, Biron ende anderen gesuspecteert werden, dat d'selve noch een aenslach hadden doen maken op Narbonne, die gefailleert was, gelijck mede op Bourg en Bresse, ende dat op consideratie van dien de trouppen in Italien opgehouden ende geretardeert waren; dat Espernon te hove was geweest om hem te ontschuldigen, maer Biron niet; dat den Coning in allen delen socht die vande religie te contenteren ende daerom Rhosny gesonden hadde aen Plessis ende anderen om te hove te commen; dat sij t'voornaemste fondament waren, daerop hij stonde, ende dat se hem nu in den noot wilden thoinen getrouwe dienaers te wesen; dat hij se alle eere ende commandamenten presenteerde; dat hij noch 5000 Switsers dede aennemen boven de 6000, die hij alreede hadde; dat hij alle de regimenten vande garde dede verstercken ende de compagnien alles van 33 op 113 maken; dat hij noch 1500 lichte peerden dede lichten boven sijn ordinarie cavelerie ende dat apparent was dattet eerste esclat op t'Nederlant soude vallen; dat Rhosny alreede verclaert hadde, dat se nyet en konden furneren den 2en termijn van 600.000 £, die ultima May viel, maer dat die uyt moste staen totten lesten Julij, ende dat se wel ten lesten tot niet mochten commen, waerinne de Staten seer becommert waren, omdat t'failleren van die 600.000 £ dit jaer heur een grooten eclipsis in heur finantie souden maken, insonderheyt op dese groote lichtinge, waerop den Advocaet van Hollant voorhiel, dat hieruyt wel een nieuwe ligue mocht vallen met Vranckrijck ende Engelandt, ende onaengesien men sage oft wel wiste dat d'selve mer tot laste van dese landen en conste vallen, daer de andere heeren mer en sochten van te trecken, soude evenwel geraden wesen des aen te gaen.
Ontrent dese tijt verstont men mede dat de Coninginne van Engelandt | |
[pagina 368]
| |
alle dagen starcker van vrede dede handelen, tsij om den Franchoys in bedencken te houden ofte dat se de saecke meende. Men verstont oock dat den Hertoghe van Savoijen gepoocht hadde die van Geneven vande alliantie van Vranckrijck aff te trecken, onder pretext van goede conditie te presenteren, maer dat se niet en hadden gewilt, ende dat de Coning belooft hadde heur niet te verlaten.
Sailly schreeff in deselve tijt mede dat de trouppen van Italien bij Fuentes waren gediverteert om de auctoriteyt van Spinola te doen smelten, ende die onder t'beleit van eenich van sijn neven te mogen brengen ofte van Spangiaerden, ende dat den Ertshertoge in tselve retardement seer was ontstelt.
Anderen vreesden off dit wel mocht oirsake wesen vande beroerte int lant van Emden, omdat de Spangiaerden in de sake van Oisteinde geen uytcomtste siende, mits de apparente beroerte van Vranckrijck nu sochten hier voet te crijgen om alsoo eenige zeehavenen in handen te crijgen ende meenden dat daertoe mede streckte dat men alle dagen meer hoirde dat noch meer galeijen van Spangien quamen.
Dan waeren alle de tijdingen insonderheyt vande Franchoisen noch soe onseecker, dat men niet en wiste wat die waeren ofte hoe verre die gingen. | |
[Den 24en May]Den 24en May quam weder in den Haghe den lieutenant colonnel Ogle, verseeckerende dat d'Engelsen vast begonnen over te commen, ende dat wel 800 alrede gecommen waren, daeraf eenighe waren in heele compagnien ende anderen alleen vande racreute, daerom men bestondt moet te crijgen, dat se haest overcommen souden. Nietemin omdat daerop geen seeckere staet en was te maken alleer d'selve souden gecommen wesen, werde den tocht weder vuytgestelt ende verlengt den tijt van vijff dagen, ende sulcx geordonneert dat tvolck ende schepen alles den 10en Junij bijeen souden moeten wesen tot Nieumegen, om daer dan alle de wagens te laden ende daermede te lande te trecken.
Van Oisteinde verstont men dat den viant seer approcheerde ofte voorderde ende dat sijne nieuwe gabionade op de oistgeule begonnen bleeff leggen. In stadt stondet anders tamelijcke wel, vuytgeseit dat de sieckte daer onder de soldaten seer bestondt te ontsteecken, die met pijne int hooft begonst ende met een rasende cortse de menschen dapper quelde, daeraf sij nu meer volcx bestonden te verliesen als van tschieten vanden viant. | |
[pagina 369]
| |
eertvruchten, behalven dat ontrent dese tijt een heete drooge wint ontstont uyten westen ende noortwesten, die t'sedert seer veel dagen duyrde. | |
[Den 26en May]Den 26en May stormdet seer, mette welcke een merckelijcke partije Engelsen aenquamen wel bijnaest duysent teffens.
Tot Bredae waren over eenige tijt begonnen te diepen de grachten vande Boschpoorte naer het bolwerck Spijtmaesfelt ende daerom droech gemalen. Den viant dit ontdeckt hebbende, heeft daerop beginnen te drijven een aenslach, dan omdat den viant starck in Brabant was, hebben die vande stadt twerck seer gehaest ende soe verre gebracht, dat se op den 24en deser de dammen weder instaecken ende twater lieten inneloopen, te meer soe se vernaemen dat veel ruyteren in Brabant quamen, daerom sij oock den 25en een huysouckinge deur alle de stadt deden om te weten wat vreemt volck daerinne mocht wesen, hoewel se anders van nyet seeckers en wisten dat tegen heur stadt ware. Middelertijt heeft den viant van alle canten gemarcheert te peert ende te voet, soe dat se op denselven 25en bijeen quamen met 23 vanen ruyteren, 12 vanen Duytsen, 10 vendelen Walen ende 5 vendelen Spangiaerden ende Italiaenen, ende toogen alsoe stracx deur naer Bredae, daer sij snachts tusschen 1 ende 2 uyren quamen tot aenden drayboom voor de Boschpoorte, wesende sijn voetvolck seer moede ende mat, omdat velen al vanden 23en waren begonnen te marcheren. So haest sij aenden drayboom waren, hebben sij 16 mannen te voet uytgesonden om te besichtigen de grachte bij Spijtmaesfelt, maer die nu vol waters vindende, togen sij wederom aff. Een schiltwacht in de stadt werde dit gewaer ende schoot daernaer, waerop den alarm in stadt quam, doch en werde vanden viant niet meer vernomen, tsij dat heur aenslach failgeerde om t'innelaten van twater, ofte om den alarme willeGa naar voetnoot+. Den 26en togen eenige ruyteren vande stadt uyt, die 2 gevangenen crijgen, ende een Switser quam met sijn wapenen overloopen, die de starckte ende de meininge vanden viant verclaerden. Indien desen heur hadde konnen gelucken, souden sij den Staten in heur voornemen voor desen jare een wonderbaerlicken eclipsis hebben connen maken ende alle desseinen ende resolutien hebben connen doen veranderen, ende de groote costen | |
[pagina 370]
| |
van wagenen, treckpeerden ende ruyteren te lichten doen half infructueus loopen. | |
[Den 27en May]Den 27en May was noch seer cout, stormich weder met veel hagels. Desen dach quamen wederom veel Engelsen aen tot verblijdinge vanden staet van t'lant, die daerop veel scheen te steunen. Eenige compagnien vande Duytse ruyteren begonnen te marcheren naer den Rijn toe, niet jegenstaende alle belet bij den Keiser ende Ertshertoge gedaen. | |
[Den 29en May]Den 29en May was noch al seer windich weder. Graef Willem van Nassau wesende in den Haghe werde sieck aen sijn been, twelcke hem wederom opbrack, daeraen hij sulcx nog eenige dagen lach.
Tsavonts quam den Generael Vere uyt Engelandt in de Mase aen ende met hem noch een goede partije Engelsen, soe dat nu al een goet deel van dien was gearriveert, ende de reste lach in Engelant gereet om tscheepe te gaen ende mede over te commen.
Den viant dede eenich volck van voor Oisteinde wechtrecken, maer men en conde niet te recht verstaen wat ofte hoeveel. | |
[Den lesten May]Den lesten May was mede seer windich weder. Vande Duytse ruyteren waren aengecommen 4 vanen van de trouppen vanden Graef van Schouwenburch, die den Heere van Dort mette commissaris tot Wesel leggende deden neerwerts sacken naer Lijmers. Tot Oisteinde quam een Italiaen over, dwelcke verseeckerde dat in heur leger de tijdinge liepen dat der Staten leger bestont te marcheren, ende dat daerom al 2 regimenten van voor Oisteinde waren vertogen naer Brabant ende dat den Ertshertoge sieck wesende op morgen volgen soude met noch 3 regimenten vande westsijde, ende dat daer een groote verslagentheyt was, dat se alle wegen opdolven ende Niepoort seer fortifieerden. Die vande stadt hadden oick gemerckt dat tvolck aende oistsijde gemindert was, maer en hadden niet connen vernemen off Busquoy mede was vertogen dan niet, hoewel sij wel sagen dat des viants nieuwe wercken verlaten ende niet opgemaeckt en werden. Den gouverneur Dorp sondt den voors. Italiaen naer Sijn Excie met brieven aende Staten, dat se hem doch wilden senden gelt ende een goet docteur ende een expart man tot contrerolleur vande wercken, om soe wel in tstuck vande sieckte, die heel ontstack, te voorsien, als om de wercken met beter kennisse ende ordre le doen maken, daerbij hij schreeff dat bijnaest d'een helft vande compagnien in stadt wesende sonder | |
[pagina 371]
| |
capiteyn waren, ten dele omdat de capiteinen anders waren gebruyckt, ende ten dele omdat vele capiteinen heur daervan absenteerdenGa naar voetnoot+.
Omdat nu den Generael Vere met t'meestendeel vande Engelschen gecommen waren, was Sijn Excie mette gecommitteerden vande Staten seer besoignerende op tstuck vanden tocht die men soude voornemen, ende of men den bestemden dach vanden thienden soude houden dan niet, te meer omdat den tocht diende verhaest alleer den viant sijn volck uyt Italien creegh, ende omdat alrede veel wagens uyt Vrieslandt, Omlanden ende Groeningen waren aengecommen, die op de Veluwe omtrent 200 tot groote coste vande landen nu lang hadden gelegen. |
|