Journaal. Deel 2, boek 3
(1864)–Anthony Duyck– AuteursrechtvrijVan tbeleg van Muers.[Den 26en Augusti]Den 26en Augusti was t’mistich weder. Sijn Excie vertoogh vrouch mette voors. ruyteren ende knechten naer Muers, besichtichde de plaetse alomme, achte dselve wel om aen te grijpen, omdat de stadt geen flancken en hadde, ende dat tcasteel niet en soude mogen houden als de stadt verlooren soude wesen. | |
[Den 27en Augusti]Den 27en Augusti was schoen weder. Sijn Excie begonst in deliberatie te leggen of men Meurs soude aentasten, dan niet. Eenigen vreesden indien Meurs opiniatreerde, dat men soude verliesen de occasie om tquartier over Rijn schoen te maken, dwelcke nu heel apparent was, mits tvolck aldaer qualijck betaelt ende qualijck in ordre waren, ende datter gansch geen ontset voorhanden en was. Sijn Excie geinclineert wesende Meurs aen te tasten ten deelen omdatter Spangiaerden inne waren ende hij eens sien wilde hoe die haer quijten souden, ofte omdat hij de Gravinne dien dienst wilde doen, ofte oick omdat hij achte de plaetse in haeste te sullen konnen hebben, heeft daertegen geseyt, dat bij de Staten Generael noch niet geresolveert en was, dat men tleger naer tlant van Zutphen soude brengen, dat hij oick daer niet en conde gaen sonder meer wagens, dat de wagens noch in thien dagen niet en conde veerdich wesen, dat men dien tijt evenwel soude moeten verliesen ende dat daerom beter was om den Rijn geheel te suyveren, dit voordeel noch te doen, ende resolveerde also op morgen naer Meurs te gaen, hoewel veelen dselve resolutie, indien Meurs opiniatreerde, te seer periculeus achtenGa naar voetnoot+. | |
[pagina 337]
| |
Ontrent dese tijt ging de geheele armade van Engelant wederom tseyl, ende sloech in zee meest met dier intentie om in Ferol aen te loopen ende daer de Spaensche armade in brant te steecken ofte op de Indische vloote te passen. | |
[Den 28en Augusti]Den 28en Augusti was betrocken weder. Tleger begonst vrouch naer Meurs te vertrecken ende toogen alle de regementen voor, daernaer volchde de cariage, ende de vanen ruyteren van Louys Laurens, Herauguier ende Merwe beslooten den tocht. Tgeheele leger quam vrouch voor Meurs. De regementen van Brederode ende Duvenvoorde worden geleyt bewesten vande stadt in tbosch tegen de nieustadt aen, de reste van tleger ten noortoosten tusschen den galgenberch ende de stadt in een viercante trenchee van 160 roeden lengte ende 126 roeden breete. Tvoetvolck gelogeert tegen de trencheen, latende 20 roeden tot een alarm plaetse ende de ruyteren ende heeren midden in tquartier. Die vande stadt waren in de groote kercke buyten de stadt staende ende schermutseerden daer lang tegen ons volck, in twelcken eenigen gequetst ende oick dootgeschooten worden, dan verlieten op den avont de kercke. De scheepbrugge worde voor Berck opgebroken, ende alle de schepen ende geschut quamen noch desen dach aen Camilloschantse. | |
[pagina 338]
| |
begonst men op de stadt te approcheren, in twelcke den Capiteyn Waddel (die ongewapent was) door de cop geschooten worde, wiens compagnie daernaer gegeven werde aen desselfs vendrech genaemt Andreas Morrai met voorbijgaen vanden lieutenant, omdat de vendrech des colonnels neef was, maer tlichaem van Waddel werde tot Berck gebracht ende begraven. Den Gouverneur vande stadt liet desen dach losgaen eenige gevangen, die hij vanden leger hadde, ende sont se met een tambourijn in tleger, dwelcke verclaerde dat haer huer rantsoen geschoncken was, mits dat se alleen betaelden de costen. Sijn Excie verwondert wesende mette nieuwicheyt vande sake, ende daerom niet wetende wat hij daermede meynde, ende of hij sulcx dede om duer sijn tambourijn tleger te doen besichtigen ofte in communicatie van handelinge te commen, sondt sijn trompetter wederom in stadt met eenen brief, daerbij hij hem bedanckte vande courtoisie, dat hij den gevangenen t’rantsoen hadde geschoncken ende dat hij hier gecommen was om de stadt ende casteel te winnen, dat hij niet en wilde toelaten, dat men de stadt bedurve, maer vermaende hem die te willen overgeven, ende daertoe eenige gedeputeerden aen hem seynden, dat hij oick de vrou Clouts met huere kinderen wilde laten uyttrecken. Hierop screef hij wederom: de gevangenen gedaen relaxeren te hebben op huer woort, dat se t’rantsoen souden seynden ende dat hij ende veel eerlijcke crijsluyden daer binnen waren, ende niet en gedachten de stadt also over te geven; dat hij de stadt lief hadde, maer niet so lief al waer se schoen sijne, ofte hij sach se liever branden als sijn eere te vercorten. Dat hij niet alleen de vrou Clouts ende allen anderen geerne soude laten vertrecken, maer oick mede laten nemen alle huere goederen. Hieruyt namen veelen af, dat hij de stadt ende casteel niet ten uytersten toe en soude soucken te houden, ende daerom de gevangenen hadde laeten gaen uyt vrese dat se doch mettet appoinctement souden los commen.
De Staten van Hollant waren in dese tijt vergadert, ende bleven bijeen totten 12en Septembris, so om gelt te vinden totte betalinge van huere consenten, mits daervan alomme een groote schaersheyt was, als om tstuck vande Almiraliteyt te redresseren ende in de collegien van dien veranderinge te maken, alwaer van nieus gestelt worden van Dordrecht Jan Brouwer, van Gornichem Snoeck, van Schiedam Willem Janss., van Rotterdam Aert Jacobss., van Enchuysen Jan Floriss., van Edam Velaer, van Alckmaer Nieuburch, ende uyt d’Edelen Jaspar van Poelgeest. Omdat Lodesteyn gefailgeert was, hadden de gecommitteerde raden bij provisie in den ontfang vande middelen van Delflant gestelt den commis Adriaen | |
[pagina 339]
| |
Duyck, maer die van Delft met gewelt eenen uytten hueren daerinne willende hebben, hebben de sake daerheen gebracht, dat bij den Staten tottet selve ontfangerschap gecommitteert is Claes Adriaenss. van Adrechem, daerinne sij lichtelijck gevolcht sijn bij de groote steden, die van overlange die officien hebben beginnen te affecteren aen huere burgeren. | |
[Den 30en Augusti]Den 30en Augusti was het schoen weder. Men retrancheerde voorts tleger ende men vermeerderde de approchen, daerinne die van binnen veel belets deden uyt eenige steenen toornen aende stadt staende, waerom Sijn Excie naer tleger dede brengen van Camilloschantse 6 heele ende 6 halve canons mette behouften daertoe dienende. Vuyte stadt quam een dochter van Clout, wede vanden ritmeester Chynsky, dwelcke seyde dat tusschen de 800 ende 900 mannen in stadt ende casteel waren, ende daeronder eenige Spangiaerden ende Walen, maer datter mer 2 tonnen cruyts binnen en waren; dat se vier booden hadden uytgesonden ende huer inbeelden dat se op manendage ontset souden worden. Hierom reedt Sijn Excie alle de advenuen besichtigen ende gaf last scherpe wacht alomme te stellen ende alle de wegen duer tbos lopende met bomen toe te storten. Voorts worde tusschen de kerckpoorte ende steenpoorte een batterie besteet voor 14 stucken op te maken mettet esplaneren vanden wech voor 250 gulden. Dese worde des nachts meest volmaeckt, so dat men de beddinge noch begonde te leggen. Graef Jan van Nassau quam in tleger om Sijn Excie ende sijn broeders te besoucken ende om van wegen den Bisschop van Cuelen te versoucken restitutie vande stadt Berck, maer werde mede afgewesen. Des nachts approcheerde men vast aen, daer veel volcx gequetst worde. | |
[Den lesten Augusti]Den lesten Augusti was schoen weder. Men volmaeckte voorts de batterie ende de beddinge van dien, so dat noch desen nacht dvoors. 12 stucken daerinne gebracht ende geplant worden met 2 overschietende gaten, om tgeschut te beter te draijen. Men creegh tijdinge dat den viant met eenige peerden eenich cruyt socht in stadt te brengen, waeromme men de wachten alomme noch dede verdubbelen ende de wegen noch beter toestorten met boomen. Men besteede mede een schantsken te maken buyten den slachboom op den wech vande kerckpoorte voor 450 gulden. | |
[Den 1en Septembris]Den 1en Septembris was betrocken weder. Men dede vrouch eenige schooten op de voors. steenen toornen, die den viant terstont verliet sonder meer weers daer uyt te doen, daer duer men te beter mette approchen conde naerderen, die men meynde desen nacht tot 3 oirden aende grachte te brengen, ende daernaer dselve gracht met 3 biesbruggen te | |
[pagina 340]
| |
overtrecken, om also in de walle vande stadt te commen, maer mits het op den avont begonst te regenen ende den regen den heelen nacht duyrde, quamen alleen de Vriesen aende grachte, maer de Schotten ende Engelsen niet, beneffens dat eenige werckmeesters met huere lynien niet recht geloopen en waren. De Vriesen sonden eenige soldaten in de grachten om dselve te meeten ende peylen, daerduer die van binnen sulcken schrick kregen, dat se den trommel alarm sloegen, maer omdat de anderen oick niet aende grachte en waren gecommen, en werden geen bruggen geleyt. In tleger was onder tvolck seer groote armoede omdatter so weynich gelts gesonden werde, dat bijnaest niemant van sijn soldie const betaelt wordenGa naar voetnoot+. Op den naernoen quam in tleger den Hertoge van Courlant uyt Lijflant, sijnde van geslachte vande Ketelers, ende bewant van smoeders sijde met Sijn Excie ende quam om deselve te besoucken ende voorts tleger te sien. | |
[Den 2en Septembris]Den 2en Septembris regende het seer. Men naerderde vast de approchen om te nacht vrouch de 3 bruggen te mogen overtrecken ende de wal overrumpelen. Men schoot daer en tusschen altemet eens op de stadt om te beletten tschieten uyten toorn. Die van binnen mogelijck eenich gebreck hebbende ofte oneens wesende, ofte verveerde ende bloode louren sijnde, sonden op den achternoen ontrent 3 uyren een tambourijn uyt met last Sijn Excie aen te seggen dat hem soude willen believen 2 giselaers in de stadt te seynden, sij souden wederom gedeputeerden met eenige articulen aen Sijn Excie uytseynden, ende of wel den tambourijn sulcx seyde te doen uyt laste vanden Gouverneur ende tsamentlijcke capiteinen en const Sijn Excie niet geloven dattet soude wesen om de stadt ende casteel tsamen over te leveren, maer veeleer om vande stadt alleen te handelen, ende also een deel van huer volck te loosen, doch vont evenwel goet derwerts te seynden den oversten lieutenant Gistelles, ende den Capitein Ingenhave, daerop uyte stadt quamen de Capiteinen Muchet ende den Lieutenant van Miranda Boecop, dwelcke versochten 3 dagen tijt om huer bagagie te packen ende middelerwijle stilstant van schieten ende wercken, ende dat se daernaer souden mogen uyttrecken met vendelen, wapenen ende bagagie ende metleyden een veltstuck geschuts, | |
[pagina 341]
| |
ende daertoe met wagens ende peerden geaccommodeert worden, ende dat men des gouverneurs vrouwe te Lint wesende met goede verseeckertheyt bij haer man dede commen, waermede sij stadt ende casteel aen Sijn Excie souden overleveren. Sijn Excie hieraf verwondert wesende, omdat se noch goeden middel hadden de stadt eenige dagen te debatteren, ende daernaer met verseeckertheyt huer retraicte op tcasteel mogen nemen, twelcke noch tamelijck vast was, ende daerom souckende tijt te winnen, consenteerde huer alle de poincten die se versochten, uytgeseyt de 3 dagen tijt, rondelijck begeerende, dat se op morgen ten minsten naernoen souden moeten vertrecken, waerop t’appoinctement gescreven ende geteyckent in stadt gesonden ende aldaer buyten hoope geadvoyeert ende aengenomen worde. Dit sal Sijn Excie een grooten tijt doen winnen totte conquesten vande plaetsen in de landen van Zutphen ende Overijssel gelegen, ende hem stellen buyten blame van dat hij dit beleg sonder last ende weeten vande Staten Generael hadde begonnen, die niet wel te vreden en souden geweest sijn, indien dit beleg bij opiniatreren van die van binnen in tverleng hadde geloopen. | |
[Den 3en Septembris]Den 3en Septembris regende ende wayde het seer. Men sondt vrouch in stadt om de amunitie ende vivres daer noch wesende, op te nemen. De compagnie vande garde toogh mede in stadt met 40 wagens bij den viant versocht, maer omdat men de wagens qualijck so lange soude konnen derven, dat se hemluyden tot Venlo brachten, heeft Sijn Excie een open patente gedepescheert op die van Ouderkerck ende Nyerkerck, om van daer den viant voorts naer Venlo met wagens te accommoderen ende also de sijne wederom te mogen hebben. Op den naernoen toogh den viant uyt, met een vendel alleen sterck noch 830 mannen, allegerende tot huer excuse gebreck van cruyt. Sij waren bijeen geraept van verscheyden natien, maer meest arm volck ende dien de couragie scheen te manqueren, sonderlings so men verstont dat den Gouverneur selfs den burgeren opgerist hadde om aen te loopen ende hem te solliciteren tottet maken van t’appoinctement. De stadt was anders swac ende sonder flancken, maer noch niet so, of hij en hadde tleger aende stadt nog wel eenige dagen konnen ophouden, mits noch een goede grachte achter de walle lach, ende dan een goede muyre met een voormuyre, dienende voor fause breye, die hen genoech const dienen om een seeckere retraicte op thuys te nemen, twelcke heel starcke, dicke wallen hadde, maer de bolwercken en flanckeerden niet wel, omdat de casamatten so dicht beslooten waren, dat se de facen niet en conden defenderen, doch de grachten | |
[pagina 342]
| |
waren goet ende a fonds de cuyveGa naar voetnoot+, ende achter de bolwercken lagen noch achterwercken, in vougen dat men de walle soude hebben moeten sapperen ende dan geschut daerop planten alleer thuys te konnen vermeesteren, twelcke niet dan met groote verleng van tijt te doen was, die altoos tot een appoinctement genoech dient om de voorder tijt noch te winnen ende volck te sparen. Tstuck dat den viant mede wilde nemen was vanden Graef van Meurs ende qualijck geatteleert, so dattet een asse breeckende ter nederviel recht so het van tcasteel was, ende Sijn Excie ander attellagie ende wielen daertoe moste leenen. Op thuijs bleven een heele canon (ongemonteert op de eirde nederleggende) 2 drylingen ende een minder stuck, daeraf last gegeven worde de heele canon ende een dryling af te halen. Noch waren op thuys gebleven 2 tonnen grof cruyt, eenigen haver ende weynich coorens in t’magasijn, maer bij den burgeren was veel cooren. In t’magasijn waren mede 4 groote cabels, elcx van 8000 £, die tot Ceulen geslagen ende op de groote ponten gedaen waren geweest, die Sijn Excie mede last gaf wech te halen ende daertegen op thuys te doen 7000 £ cruyts, 100 piecken, 100 houeelen, 200 schuppen ende scherpen tot 300 schooten voor tgeschut datter bleef. Op de veste van thuys stont een inscriptie ter eeren van tpeert van Camillo Sachino daer begraven, houdende questa e. la tomba del gentil dottore, caval di guerra de Camil Sachino, con tua pace Rinaldo paladino, questo al Bajardo tuo leva l’honnore. Den burgeren worde geconsenteert te blijven neutrael ende bij huere privilegien. Op den avont toogh op thuys Gijstelles (daer sullende commanderen) met sijne compagnie, daermede dese plaetse in handen van Sijn Excie quam buyten hoope van elcx ende op sulcken tijt, dat men begonst onvoordachtelijck ende tot groot naerdeel vande voorgenomen bevrijdinge vande landen van Zutphen ende Overijssel hier gecommen te sijn, waeruyt men sien can hoe goet de Almachtige God is, dat hij de herten der vianden also verschrickt ende wech neemt.
Den Generael vande artelerie vertoogh op den avont naer Hollant ende met hem eenige gedeputeerden van Gelderlant, om bij de Staten Generael noch aen te houden ende te vervolgen dat doch tleger over de IJsel mocht gebracht worden, ende aldaer gecontinueert tot dat tselve heele quartier mocht gesuyvert wesen, daertoe de occasie nu veel meer apparentie gaf als oyt te vooren, omdat den viant naer Vranckrijck moste, ende Berck | |
[pagina 343]
| |
ende Meurs gewonnen waren ende daermede alle hoop van ontset benomen; dat oick tvolck vanden viant in die quartieren alomme seer qualijck betaelt ende in ordre wareu, die men daerom niet en mocht achten de extremiteyt te sullen verwachten.
Desen dach sterf seer subitelijck de Vorstinne van Cleef, niet sonder suspicie van vergift, ende werde in haer bedde des morgens doot gevonden, daerduer men vermoet dat veele swaericheyden in tlant van Cleve wel mochten cesseren. | |
[Den 4en Septembris]Den 4en Septembris was schoen weder. De Raden van State in tleger wesende, dreven met huer schip naer beneden, omdat tleger in groote benautheyt van gelde was ende sij daerinne niet en wisten te remedieren, mits men geen gelt van beneden en sont. Sijn Excie reedt in stadt om dselve te besien ende sond daernaer de compagnie van Gijselaer mede op thuys ende dede noch 2 lasten rogge daerop brengen. Men delibereerde mede op tvertreck van tleger, mits daer tijdinge vande Staten Generael gecommen was, dat men altoos tleger naer tlant te Zutphen wel mochte brengen, daerom men last gaf om tot Duysburch een groote quantiteyts broots te doen backen, om onderwege den soldaten uyt te deylen. Sijn Excie dede de wegen duer tlant van Cleef besichtigen, of hij over dselve bequamelijck eenich geschut soude konnen brengen. Veelen meynden bequaemst te wesen, dat men tleger tusschen Orsoy ende Berck aen tGroenlant over Rijn brachte, om also den wech over Dorsten naer Grol te nemen, twelcke sij den harsten wech achten te wesen, daerom oick Mondragon in den jare 1595 commende tottet ontset van Grol dien wech hadde verkooren. Anderen achten beter van t’Groenlant al over de hoochte naer Wesel te passeren ende de Lippe daer doen bruggen met scheepen, om so over Bruine naer Boocholt te commen. Men creegh voorts tijdinge dat de soldaten vanden Gouverneur MirandaGa naar voetnoot+ tvendel vande stenge hadden geruckt, ende gedebandeert waren, omdat se bij hem niet betaelt en wierden. Dat oick die van Gelder seer heftich muyten ende de dorpen so wel Ceulsche, Gulickse als Gelderse bescreven hadden op peyne vanden brant om te contribueren, dat se een electo gemaeckt hadden, ende dat den Heere Gileyn binnen Wachtendonck was geweest ende tgarnisoen aldaer met eenige beloften van penningen uytet ampt Krieckenbeeck te furneren wat gestilt hadde. | |
[pagina 344]
| |
de wagens metten viant gesonden (die se gedwongen hadden mede naer Venlo te gaen, sonder op de wagens van Oldekerck ende Nyerkerck te willen wachten) noch niet wedergecommen en waren, ende men noch geen gelt uyt Hollant creegh. In tleger quam een jonger Graef van Nassau van Sarbrug, om Sijn Excie ende tleger te sien. Men haeste vast tbacken van tbroot tot Duysburch, om, waert mogelijck, op Maendag te vertrecken. Ende omdat men ongeraden vont de schantse van Camillo te houden, worde dselve aenbesteet voor 300 gulden om geslicht te worden. Den Colonnel Brederode vertoogh naer Vianen in Hollant, sullende tleger over de IJssel weder vinden. Graef Harman vanden Berch toogh desen dach selfs in Gelder om met sijn presentie den gemutineerden te stillen, maer mits sij nergens naer en wilden hoiren, ten ware hij gelt hadde om huer te betalen, vertoogh hij wederom sonder yet uyt te rechten ende voeghde hem bij de 3000 mannen, die hij bij Aerssen noch bijeen hadde. | |
[Den 6en Septembris]Den 6en Septembris was tamelijck weder. Op den middach quamen de wagens vanden viant wederom, wesende bij hen al willens noch een dach opgehouden, waerom geresolveert worde op overmorgen te vertrecken ende tleger over Rijn naer Grol te brengen, ende last gegeven aenden brugmeester, dat hij afdrijven soude, ende de brugge slaen tegen over tGroenlant beneden Orsoy, die noch desen avont daertoe afdreef.
D’Engelse armade die den 27en voorleden weder in zee geslagen was om naer Spangien te gaen ende tsedert altoos met storm ende contrarie wint was gequelt, quam ontrent dese tijt met groote moeyte weder in Engelant aen, God de Heere niet willende dat se weder naer Spangien ging, hoewel dat de costen daertoe gedaen daerom niet alles te vergeefs sullen wesen, omdat oick de Spangiaerden niet minders gelts in Spangien tot huere defensie hebben moeten spillen, ende mitsdien den Cardinael daervan in benautheyt laten. | |
[Den 7en Septembris]Den 7en Septembris was schoen weder. Men begonst uyten leger alles tscheepe te brengen, dat men te lande niet wel en soude konnen naer voeren. Men begonst de brugge tegenover tGroenlant te slaen, ende alles aen te stellen om op morgen te vertrecken. Sijn Excie gaf last aenden Mancken adel om met sijn oirlochschip voor Ceulen bij Jongbloet te gaen leggen met last, indien hij quame te vernemen, dat den viant over Rijn soude trachten te commen, dat hij dan alle de ponten ende aken van Ceulen nederwerts soude wech nemen ofte in de gront booren, om also sijne overcomtste te beletten, daertoe Sijn Excie oick noch andere scheepen naer Zons, Nuys ende andere plaetsen sondt. Graef Jan van Nassau toogh | |
[pagina 345]
| |
naer Berch om de plaetse te besien. Den Hertoge van Courlant vertoogh uyten leger naer Duysburch ende voorts naer Duytslant. De Camillo schantse worde seer qualijck geslicht ende niet dan de borstweringen ende poorten afgeworpen, blijvende anders de eirde noch seer hooch ende periculeus leggen, ende die op eenen nacht wederom souden konnen verseeckeren, hoewel de besteedinge evenwel betaelt worde, als of de slichtinge naer behoiren ware gedaen geweest. |
|